Drinken om beter te kunnen luisteren
De oude Grieken dronken zich te pletter om zich over het leven te bezinnen. Met dat ‘symposion’ in het achterhoofd voerde Klangforum Wien ons in Bozar dronken met elf uitdagende muziekstukken en evenveel glazen wijn.
Gewillig giet ik mijn eerste glas naar binnen, om de slordige uitvoering van Das Trinklied vom Jammer der Erde te verteren. Mahlers symfonisch drinklied is een gepaste start voor het symposion van Klangforum Wien, maar klinkt zelf al dronken. Dat dat niet ligt aan het kunnen van het bejubelde Oostenrijkse ensemble, maar veeleer aan de bewerking van Mahlers orkestwerk voor klein ensemble, wordt duidelijk in Dieter Ammanns Le réseau des reprises. Onder strakke leiding van Bas Wiegers banjert Klangforum Wien door de verraderlijke metrum en textuurwissels. De musici dienen het werk op als filmmuziek zonder film, met een straffe cliffhanger aan het einde.
‘Bij normale concerten dwalen je gedachten geregeld af. Hier niet’, vertelt Sven Hartberger me bij een tweede glas wijn. ‘Je drinkt om beter te kunnen luisteren.’ Ik geloof de intendant van Klangforum Wien nog niet onmiddellijk. Ik kan me simpelweg niet inbeelden dat iemand wijn nodig heeft om zich in Clara Iannotta’s klankwereld thuis te voelen. Haar pianotrio uit 2010, Il colore dell’ombra, met akelige ijzerklanken en druppelende fluistertonen, spreekt zo direct aan dat het niet uitmaakt waar je gedachten ronddwalen. Luid gesnurk in de zaal sleurt me uit mijn idylle – nog niet genoeg of juist te veel gedronken?
Wanneer Klaus Lang zijn nieuwe creatie Der Pythagoreïsche Fächer met een dramatisch akkoord op het orgel aanheft, zitten maar weinigen nog recht op de matrasjes die in de Henry Le Boeufzaal in Bozar in Brussel rondgestrooid zijn. Musici voor, naast en achter ons nemen de tonen uit het akkoord over en zo schuifelt de ambient muziek verder. Ik sta het mezelf toe in te dommelen en vrij te bewegen om de bevallige klanken rondom me zo goed mogelijk op te vangen. Op een nuchter concert had ik zoiets niet gedaan. Misschien had Hartberger dan toch gelijk?
Het is boeiend dat Klangforum Wien de traditionele, cerebrale concertervaring in een dronken soep wil trekken. Ik vraag me alleen af of deze formule, die ons tussen elk van de acht concerten dure wijnen en een luxueus gerecht voorschotelt, daarvoor de juiste is. Aan het symposion kleeft decadentie. Opgehitst door de ruwe percussieklanken van Iannis Xenakis’ Psappha smijt ik mijn gedachten op tafel, waar obers in deftig zwart net onze vierde schotel hebben opgediend. Weinig tafelgenoten lijken het met me eens, ze vinden dat dit format de moeilijke hedendaagse klassieke muziek juist toegankelijker maakt. Toch heb ik een medestander: ‘Hier aan tafel waan ik me in een elitaire bubbel, terwijl de muziek in de concertzaal zo open minded is.’ ‘Wat had je dan verwacht?’, reageert een ander. ‘We zijn nog steeds in Bozar.’
De woordenwisseling is nog niet afgelopen of Olga Neuwirths Un posto nell’acqua barst los. Een massieve klankwolk sterft uit, opnieuw en opnieuw. Alles valt uiteen. De tijd staat stil. En ik ben de discussie vergeten.
Symposion. Gedronken en geluisterd in Bozar, Brussel op 22 september.
Tussen elk van de acht concerten krijgen we dure wijnen en een luxueus gerecht. Is dit wel de juiste formule?