Verlichting kan ook verblinden
Wat ik in de publieke verheerlijking van de verlichting mis, recent uitgedrukt door Caroline Pauwels (DS 15 september) en Tinneke Beeckman (DS 20 september), is zelfkritiek. De verlichting die zich aan een kritisch onderzoek van de eigen waarden onderwerpt. Waarom maakt het ‘gezonde verstand’ voor zoveel mensen een ongezonde wereld? Waarom is de kloof tussen macht en politiek zo groot geworden dat de enorme ecologische uitdagingen en economische ongelijkheid onbeheersbaar werden? Het verleden is wel degelijk van belang – ‘de grote denkers en profeten van 250 jaar terug brengen een universeel verhaal’ – maar waarom zijn de religies waaruit de verlichting ontstond dan van geen waarde meer? Zou het kunnen dat de claim van universaliteit de meeste nietwesterlingen juist tegen de borst stuit? En is de vasthoudendheid aan de idee een superieure ontwikkeling te hebben doorgemaakt, terwijl men er in andere delen van de wereld niet aan toe was, niet verduisterend? Wordt wat van waarde is bij de ander niet onder een dik tapijt van verblindend licht verstopt? Wat is de verhouding tussen het kolonialisme en de verlichting?
Ik ben een kind van de verlichting, maar evenzeer van het christendom, dat weer nauw verwant is met het jodendom en de islam. Maar zoekend vond ik ook inspiratie in oosterse en animistische culturen. Ik schrijf dit, omdat ik aandacht wil vragen voor de schoonheid en waarachtigheid van de dissonant. Op dit ogenblik klinkt de hymne ter verheerlijking van de verlichting mij iets te kunstmatig.
Dagelijks merk ik hoe mensen gebukt gaan onder de druk van een overvraagd leven. Het is meelopen in de tredmolen of afhaken. In het eerste geval moet je je door middel van gezonde voeding en een goede nachtrust wapenen tegen uitputting. In het tweede geval dreigt marginaliteit. Wat ik dagelijks zie zijn mensen die worden uitgesloten en heel goed weten dat dit onredelijk is. Maar toch legitimeert men het systeem, in een vaak tergende administratieve toon, op basis van redelijkheid. Verlichting, ja zeker, maar is de zelfkritische houding dat lang niet iedereen er deel aan heeft en er zeker niet in dezelfde mate de vruchten van kan genieten, niet een verlichtingswaarde?
Graag wil ik de tip van Beeckman onderstrepen om Zadig van de Franse schrijver Voltaire te lezen en er meteen aan toevoegen om nadien ook het Bijbelboek Esther ter hand te nemen. Het verhaal speelt zich ook in het Oosten af, in Susa, de hoofdstad van het antieke Perzische Rijk, en leert dat het bestaan niet alleen aan toeval is overgeleverd. Genocide en racisme behoren niet tot het oncontroleerbare lot van de mensheid, want we hebben wel degelijk instrumenten om genocide en racisme te overwinnen, aldus de auteur. Het hoofdpersonage gebruikt daartoe haar verstand en toewijding of geloof. Dit verlichtende verhaal van 2.500 jaar terug laat ons toe de verlichting in een breder cultureel en historisch perspectief te bekijken en zodoende de zo noodzakelijke universaliteit van waarden dichter bij te brengen.
Er zijn ook nog het christendom, het jodendom, de islam, naast oosterse en animistische culturen