De onmacht tegen de almacht
Electrabel weet het energiebeleid in ons land steevast naar zijn hand te zetten. ‘Het profiteert van het gebrek aan durf en kennis, en van de onzekerheid over de nucleaire uitstap.’
Sinds jaar en dag is Electrabel (Engie) de dominante partij in het Belgische energielandschap. Ooit was het bedrijf aanwezig op elk niveau: de productie (meestal kerncentrales), de hoogspanningsdistributie (nu bekend als Elia), de laagspanning voor gezinnen en kmo’s (vooral bekend als Eandis), en de commercialisatie (Electrabel Customer Solutions). Electrabel stond dicht bij zowel de grootbedrijven als bij de lokale burgemeesters en schepenen. Met ontelbare mandaten nestelden die zich in de pluchen zetels van allerlei intercommunales, zoals Publifin, Publipart ...
Waar je zou verwachten dat de gemeenten ervoor zouden ijveren om hun inwoners en kmo’s zo laag mogelijke distributietarieven te bezorgen, streefden ze naar zo hoog mogelijke tarieven om zo via dividenden de gemeentekas te spekken. Het resultaat?De distributietarieven in België behoren tot de hoogste in Europa.
Te afhankelijk
Omdat de stroomnetten lange tijd onvoldoende waren aangesloten op de buitenlandse stroomnetten (de zogenaamde interconnectie, red.), bleef ons land erg afhankelijk van Electrabels lokale stroomproductie. Elia, de beheerder van de hoogspanningsnetten en de maatschappij die instaat voor de interconnectie met het buitenland, moest volgens energieexpert Eric De Keuleneer een zeer hoge prijs betalen voor de exit van Electrabel uit de hoogspanning. ‘Daardoor had Elia een hoge schuld en miste het financiële slagkracht om de interconnectie op te drijven.’ Intussen heeft Elia op dat vlak een inhaalbeweging gemaakt. ‘Maar we blijven vrij afhankelijk van Frankrijk’, merkt Guido Camps op, de vroegere baas van de energiewaakhond Creg. Volgens voormalig minister van Economie Johan Vande Lanotte (SP.A) werd in 2015 een kans gemist om de connectie met Nederland op te drijven als alternatief voor Doel I en II.
Dat brengt ons bij een ander verhaal: de sluiting van de kerncentrales. De paarse regeringVerhofstadt beloofde die in 2003, de regeringDi Rupo boog zich erover en de regeringMichel ook. Volgens Vande Lanotte joeg Electrabel systematisch de mensen schrik aan. ‘Ze profiteerden van een gebrek aan durf bij de politiek, een gebrek aan kennis van de complexe energiemarkt én het “stop and gobeleid” inzake de nucleaire uitstap.’
Gratis stroom
Camps zag destijds in dat zolang Electrabel energie kon produceren vanuit afgeschreven kerncentrales – zeg maar bijna gratis stroom kon produceren – de liberalisering van de markt dode letter zou blijven. Met de zoge naamde nucleaire rente probeerde hij het voordeel van Electrabel af te romen. Het werd een politiek verhit debat, dat Camps uiteindelijk de kop kostte. De regeringDi Rupo verving hem aan de top van de Creg door MariePierre Fauconnier, de vroegere kabinetschef van Laurette Onkelinx (PS). Onder Fauconnier trok de Creg naar het Grondwettelijk Hof tegen de nucleaire rente. Die stierf uiteindelijk een stille dood. Meer dan enkele tientallen miljoenen dotatie aan het energietransitiefonds zit er niet meer in.
Vande Lanotte zegt dat hij de enige minister is die tegen Electrabel durfde in te gaan. Hij schudde aan de boom door consumenten aan te zetten van energieleverancier te veranderen en het makkelijker te maken onder de oude, dure contracten uit te komen. In de commercialisatie van gas en stroom dook wel een groot aantal leveranciers op, maar in de productie bleef Electrabel dominant.
Intussen is het hoofdprobleem van België meer dan ooit de energiebevoorrading. Daniël Termont (SP.A), afscheidnemend burgemeester in Gent, vloekte onlangs nog dat er met bekwame spoed in gascentrales moet worden geïn vesteerd. Het Energiepact voorziet in die investeringen, maar Camps vindt dat geen goed idee. ‘Wat voor zin heeft het om jaarlijks 350 tot 500 miljoen euro aan subsidies voor gascentrales te betalen?’
Volgens hem is het verstandiger om voor een gefaseerde uitstap uit de kernenergie te gaan. ‘Sluit centrale per centrale volgens een afbouwplan. En bij elke sluiting van een centrale moet je massaal in alternatieve groene stroom investeren. Zo krijg je een haalbare transitie zonder dat je jarenlang nodeloos subsidies geeft aan gascentrales die na vijftien jaar geen nut meer hebben.’
‘Bij iedere coalitiewissel veranderde het energiebeleid. In een markt met investeringen die impact hebben op lange termijn, is dat dodelijk’ JOHAN VANDE LANOTTE (SP.A) Exminister van Economie
Gemeenschap betaalt
De belangrijkste krachtmeting met Electrabel en moederbedrijf Engie is nog niet beslecht. Wie zal betalen voor de kostprijs van het nucleaire passief (alle radioactieve stoffen, inclusief afvalstoffen, historische besmettingen en geactiveerde materialen, red.)? Het geld dat in het Synatomfonds zit, is niet alleen ontoereikend, het werd ook nog eens uitgeleend aan de groep Electrabel/Engie. Energieexpert Eric De Keuleneer waarschuwde vorig jaar al voor de risico’s die dat inhoudt. En daar stopt het niet. Als het in België tot een ongeval komt met ernstige gevolgen in de kerncentrales van Electrabel, is het de Belgische belastingbetaler die ervoor opdraait. ‘De gemeenschap treedt op als verzekeraar, maar wordt daar niet voor betaald. Electrabel moet een gepaste verzekeringspremie betalen’, waarschuwde De Keuleneer. Ook de volgende regering zal nog heikele discussies met Electrabel moeten voeren. Dat voorspelt weinig goeds. ‘Bij iedere coalitiewissel veranderde het energiebeleid’, zegt Vande Lanotte. In een markt met investeringen die impact hebben op lange termijn, is dat dodelijk.