Met een beperking zie je soms meer
‘Ik ben geen volger’, zegt Jimmy Van Dessel, een man van 40 uit Hemiksem. Hij praat vaak met zijn ouders over politiek, maar zal zelf kiezen voor wie hij stemt. Hij houdt van groen in de buurt en van verkeersveiligheid. Een thema dat hem na aan het hart ligt, is de aandacht voor mensen met een beperking. Hij weet wat het is om een beperking te hebben, want hij heeft er zelf een. ‘We hebben in de gemeente almaar meer parkeerplaatsen voor mensen met een beperking. Dat is goed, maar het kan altijd beter. Mensen met een beperking help je het best door hun omgeving zo aan te passen dat ze geen extra hulp nodig hebben. Hier in de buurt is een bakker die naar buiten komt om een klant in een rolstoel te helpen. Dat is heel vriendelijk, maar voor die klant zou het nog fijner zijn om gewoon in de winkel te kunnen bestellen. Een beperking zal altijd een praktische belemmering zijn, maar je wilt niet anders behandeld worden. Mensen groeien als je ze kansen geeft om dingen zelf te doen.’
Betaalbaar wonen vindt Van Dessel ook een belangrijk thema. Toen hij zo’n twintig jaar geleden alleen ging wonen, was het zeven jaar wachten op een sociale woning.
Hij hoopt dat dat intussen verbeterd is. Hij vindt dat hij door zijn beperking een interessante blik heeft op wat er kan verbeteren in de gemeente. ‘Veel van wat ik doe, heeft met mijn beperking te maken. Ze maakt mij bijvoorbeeld onzeker wanneer ik ’s avonds in het donker van bij mijn ouders, hier om de hoek, naar huis kom. De kortste weg is via een weggetje dat alleen aan het einde verlicht is. Als er dan iemand van de andere kant komt en jij loopt tussen de bomen en de struiken, zie je alleen een silhouet. Je weet niet wie
‘Een beperking zal altijd een praktische belemmering zijn, maar je wilt niet anders behandeld worden’
daar aankomt. Als ze dan een hond hebben, blijf ik stilstaan tot ze voorbij zijn. Ik denk niet dat ik de enige ben die dat beangstigend vindt.’
‘Wat een probleem is voor iemand met een beperking, is vaak ook een probleem voor andere mensen. Ik lees graag. Toen ik klein was, las ik voor in de kerk. Maar ik werk bij een organisatie die onderwijs biedt aan laaggeletterden en daar hoor ik vaak dat officiële papieren erg moeilijk geformuleerd zijn. Dat is toch voor iedereen vervelend?’
Het valt hem op dat er in het verkiezingsdrukwerk veel oudklasgenoten op lijsten beginnen te staan. Hij zou graag met de verkiezingskandidaten praten, maar er is nog niemand langs geweest. Misschien hebben ze aangebeld wanneer hij op het werk was. ‘Weet u wat ik ook jammer vind? Dat je op kieslijsten zo weinig mensen met een beperking ziet. Misschien zijn ze er wel, maar ze brengen het niet naar buiten. Het is nochtans belangrijk dat andere mensen hun verhalen horen.’