Kampioen van 5 procent
Is het ondemocratisch om na de verkiezingen de grootste partij aan de kant te laten? En komt het burgemeesterschap toe aan de grootste partij? In Kortrijk waren de christendemocraten sinds mensenheugenis de grootste partij. Maar een absolute meerderheid was er niet meer bij. Alhoewel hij minder stemmen had dan aftredend burgemeester Stefaan De Clerck, bokste Open VLD’er Vincent Van Quickenborne er leep en gezwind een meerderheid zonder CD&V in mekaar en kroonde hij zichzelf prompt tot burgemeester. Geen oefening in schoonheid, maar om de Franse voetballer Mbappé na de wereldbekermatch tegen België te parafraseren: ‘Sorry, maar ik zit nu wél in het bestuur!’
Niet mooi, maar wel helemaal volgens de spelregels. Onze kieswet zegt niet dat de grootste partij deel moet uitmaken van het bestuur. Wat moét is een coalitie van minstens de helft van de zetels plus één. Net zo voor het burgemeesterschap: de meerderheid binnen de meerderheid beslist wie burgemeester wordt. Kris Peeters bekende in Gert late night dat hij zelfs met 5 procent het burgemeesterschap zou opeisen, als zijn partij noodzakelijk zou zijn voor een meerderheid. Wallonië is democratischer: binnen de meerderheid wordt de persoon met de meeste stemmen burgemeester.
Of de grootste partij automatisch de leiding moet krijgen? Dat is zelfs in het voetbal niet het geval. Wie kampioen wordt, wordt beslist door een opeenvolging van matchen. Een ploeg die enkel rotmatchen speelt en tegen de meest interessante tegenstanders de duimen legt, kan nog altijd kampioen worden als ze tegen de juiste tegenstanders wint. En de ploeg die gedurende het seizoen de meeste doelpunten maakt, koopt daar helemaal niets voor. Vraag dat maar aan Stefaan De Clerck.