Tachtiger blijft thuis
Dat de wachtlijsten in woonzorgcentra weg zijn, is onder meer te danken aan de 9.800 extra plaatsen. ‘Geen tekort is goed. Maar we willen ook geen leegstand.’
Voor veel mensen klonk het verrassend: er zijn geen structurele wachtlijsten meer in de woonzorgcentra. Drie jaar gele den wel nog, nu niet meer. Hoe kan dat? Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) heeft de voorbije drie jaar 9.800 plaatsen bij gecreëerd. Op een totaal van 80.417 plaatsen in Vlaanderen, verspreid over 807 woonzorgcentra, is dat niet niets.
Maar er zijn toch ook veel meer ouderen in Vlaanderen? Ja en neen. In het eerste decennium van deze eeuw is het aantal 80plus sers fors gestegen, maar die toena me is afgevlakt. Nu groeit vooral de groep jongere senioren en die kunnen nog mantelzorg opnemen voor thuiswonende hoogbejaar den.
Hulpbehoevende senioren die thuis wonen, kunnen ook een beroep doen op thuis en gezinszorg. Deze diensten werken met een vast urencontingent: dat is met 400.000 uren uitgebreid (57 miljoen euro extra). Alles bijeen worden 17,7 miljoen uren per jaar in gezins en aanvullende thuiszorg gepresteerd.
Ondertussen zijn de assistentiewoningen – vroeger serviceflats – als paddenstoelen uit de grond geschoten. In zo’n woning is er dag en nacht toezicht, maar niet dag en nacht verzorging. Op 1 januari waren er 24.154 dergelij ke woningen door de Vlaamse overheid erkend, een stijging met 50 procent in vijf jaar.
Liever busstop dan luxueuze badkamer
Vastgoedmakelaars zijn mee op de kar gesprongen, waardoor de markt volgens sommigen over verhit zou zijn. Maar dat is erg regiogebonden. Bovendien zijn er ook veel woonzorgcentra die dergelijke woningen aanbieden. Ge zien de zorgconinuïteit die deze bieden, raken hun assistentie woningen snel gevuld.
Informatie over hoe je een assistentiewoning kunt kiezen, is te vinden op de overheidswebsite checkassistentiewoning.be: zijn er faciliteiten in de buurt? Kun je te voet naar een busstop of bank automaat? Voor wie lang zelfstan dig wil blijven, is dat belangrijker dan een luxueuze badkamer.
Er zijn nog andere opties: veel ouderen gaan eerst naar een dag centrum. Of ze verblijven af en toe kort in een woonzorgcentrum, bijvoorbeeld als de kinderen op reis zijn. Ook die twee ondersteuningsvormen zijn uitgebreid. In 2013 waren er 95 erkende dagcen tra voor ouderen, nu al 285.
Dit alles maakt dat een opname in een wzc de laatste keuze is ge worden, als het echt niet anders meer kan. Een gezonde tachtiger blijft thuis wonen.
Ignace Leus, gewezen directeur van CM Zorgkas, berekende dat in 2005 nog een op de vier 80 tot 85jarigen residentiële zorg op nam: in 2016 was dit gezakt naar een op de vijf. Alleen het aandeel 95plussers steeg, van 62 naar 78 procent. De Vlaamse overheid speelt op die trend in en breidde het aantal rvtbedden, die hogere subsidies krijgen en dus ook meer personeel, uit.
Ook biedt ze woonzorgcentra de kans om vergunningen voor bijkomende plaatsen – nog 8.000 tegen 2025 – om te zetten in ande re werkvormen: ze mogen een dienstencentrum bouwen, investeren in een dagcentrum of in kortverblijf. Ze mogen zelfs investeren in thuis en gezinszorg. ‘Zo kunnen ze inspelen op lokale behoeften. Niet evident, maar de vraag komt van de woonzorgcentra zelf ’, zegt kabinetsmedewerker Bernadette Van den Heuvel.
Verzilvering
Minister Jo Vandeurzen heeft de KU Leuven de opdracht gegeven om de zorgnood voor de toekomst fijnmaziger in kaart te brengen: ‘De verzilvering komt er over een paar jaar toch aan. Maar leeftijd is niet meer het enige criterium: ouderen gaan niet meer naar een woonzorgcentrum omdat ze oud zijn geworden. Daar moeten we bij de toekomstige programmatie rekening mee houden, want we willen geen tekort, maar ook geen leegstand.’
Uit een studie van Probis blijkt dat een op de vier woonzorgcentra een leeggekomen plaats niet direct kan vullen. Dat is een cijfer voor België, dat regionaal erg kan verschillen. Vooral in Brussel blijkt de overcapaciteit groot. Een op de twee woonzorgcentra kampt daar met leegstand.
In Franstalig België moet de uitbouw van dagcentra en assistentiewoningen nog beginnen.
‘Leeftijd is niet meer het enige criterium: ouderen gaan niet meer naar een woonzorgcentrum omdat ze oud zijn geworden’
JO VANDEURZEN (CD&V) Vlaams minister van Welzijn