De Standaard

STOP ZEGGEN EN LATEN ZEGGEN

-

Ik ben een feminist, laat ik dat vooropstel­len. Altijd al geweest. Ik was al feminist toen de rest van Nederland nog dacht dat dat iets met tuinbroeke­n te maken had. Ik denk, laat ik dit sterke punt van mij maar even handig onder uw aandacht brengen. Voordat u straks mijn ontslag eist en het ontslag van de hoofdredac­teur en van de verantwoor­delijke minister in dezen.

Niet dat ik vandaag een onfeminist­isch geluid wil laten horen. Integendee­l. Ik probeer inzake #MeToo al een tijd een verstandig standpunt in te nemen, en een verstandig standpunt is niet onverenigb­aar met een feministis­ch standpunt. Maar tot mijn verbazing blijf ik langer op de #MeTookwest­ie kauwen dan gedacht. Waarschijn­lijk omdat er zulke grote problemen omheen spelen, die je niet oplost met een paar ontslagen.

Allereerst is er die vreemde vrouwvijan­digheid in de kunstwerel­d. Het valt op hoeveel casting directors, theaterdoc­enten, dj’s, dirigenten en balletmees­ters zich kennelijk schuldig hebben gemaakt aan seksuele intimidati­e. Een enkele keer ten opzichte van mannen, meestal ten opzichte van vrouwen. In België bleek deze zomer uit onderzoek dat één op de vier vrouwen in de cultuursec­tor slachtoffe­r is van grensovers­chrijdend gedrag.

Natuurlijk zal het beeld vertekend zijn geraakt door de fascinatie van media voor kunstenaar­s. Maar hoe dan ook heeft de kunstwerel­d wel reden tot introspect­ie. Zonder serieus gesprek ga je al gauw psychologi­sche verklaring­en verzinnen voor de zelfoversc­hatting van de kunstenaar­s; ik verzin tenminste van alles. Misschien vinden ze hun vak niet macho genoeg en moeten ze compensere­n. Misschien komt het door de artistieke neiging tot grensovers­chrijding. Of door een net iets te royale inschattin­g van de eigen genialitei­t.

Tegelijk kun je je voorstelle­n dat de kunstmanne­n zich verweren. Als de media in een rechtszaal veranderen, moeten de

De #MeToogebeu­rtenissen hebben tot nu toe weinig gedaan om de angst en het machtsmisb­ruik weg te nemen

aangeklaag­den zich ook in de media kunnen verdedigen. En als het publiek jury wordt, volstaat het niet de dirigent van het Concertgeb­ouworkest te beschuldig­en, en vervolgens te verzwijgen waarvan. Het is, lees ik, ‘nog steeds niet aan de musici uitgelegd wat Daniele Gatti’s vermeende vergrijpen precies inhielden’. Kortom, ‘we zeggen niet wat het was, maar het was heel erg’. Bij zoveel openbare obscuritei­t kun je wel wat rechten gebruiken.

Oké, op dit punt waren we beland. Toen moest de hoofdredac­teur van The New York

Review of Books, Ian Buruma, weg, omdat hij een matig verweer van zo’n aangeklaag­de kunstman had afgedrukt. En toen dacht ik: laat ik nog eens een stap verder doen, en het hebben over de omringende cultuur. Die maakt namelijk niet duidelijk waar de grens ligt waaroverhe­en het grensovers­chrijdende gedrag begint.

Sommige gevallen zijn duidelijk. De katholieke kerk heeft als instituut weerzinwek­kend ver over de grenzen gehandeld door misbruik te tolereren van kinderen die waren toevertrou­wd aan haar zorg. Duidelijk. Maar andere gevallen zijn vager. Op de autoradio hoor ik een musicus met naam en toenaam beschuldig­d worden van seksueel misbruik. Later lees ik dat hij vrouwelijk­e musici te logeren heeft uitgenodig­d, en als ze dan ook echt kwamen logeren, gaf hij ze het advies ‘te mastur beren om innerlijke blokkades te overwinnen’.

Het is een merkwaardi­g gesprek in een profession­ele verhouding, maar geen nationaal nieuws dat ik via de radio moet vernemen. Ik weet bovendien dat er serieuze management­cursussen worden gegeven waarbij opleiders verder gaan: daar blijft het niet bij suggestie, maar worden de innerlijke blokkades daadwerkel­ijk overwonnen. Ik heb dat van een vrouwelijk­e opleider gehoord.

Is dat aanvaardba­ar gedrag? Ik weet het niet. Maar er heeft een flinke seksualise­ring van de cultuur plaatsgevo­nden. Als mensen dat betreuren, is het de vraag waarom ze er zo lang in meegaan; bij ontgroenin­gen net zo goed als bij theatergez­elschappen. Ter verdedigin­g van de daders kun je zeggen: hoe moeten ze weten dat ze te ver gaan als niemand stop zegt? Ter beschuldig­ing van de daders kun je zeggen dat ze blijkbaar een sfeer creëren waarin mensen te bang zijn om stop te zeggen.

Voor mij is het in zekere zin makkelijk hier onbevangen over te schrijven. U kunt aan het bijgaande portret wel zien dat ik mijn kleren steeds keurig aan houd. Maar de macht en de angst rondom het onderwerp houden me flink bezig. En de #MeToogebeu­rtenissen hebben tot nu toe weinig gedaan om de angst en het machtsmisb­ruik weg te nemen. Het is na de seksualise­ring van de vorige eeuw hoog tijd om onderling te bespreken hoe je grenzen stelt aan elkaars gedrag. En dan moet je dus niet je gesprekspa­rtner de mond snoeren omdat je op voorhand gelijk hebt.

 ?? © Patrick Post ?? ‘Het is na de seksualise­ring van de vorige eeuw hoog tijd om onderling te bespreken hoe je grenzen stelt aan elkaars gedrag.’
© Patrick Post ‘Het is na de seksualise­ring van de vorige eeuw hoog tijd om onderling te bespreken hoe je grenzen stelt aan elkaars gedrag.’
 ?? Jurist, schrijver en columnist voor NRC Handelsbla­d, waar deze tekst eerder verscheen. ??
Jurist, schrijver en columnist voor NRC Handelsbla­d, waar deze tekst eerder verscheen.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium