GROTE BEDRIJVEN KNABBELEN AAN LOON WERKNEMERS
Belangrijke sectoren worden steeds vaker gedomineerd door grote bedrijven. Goed nieuws voor de aandeelhouders, minder voor de werknemers.
Werknemers keren met een steeds kleiner deel van de toegevoegde waarde huiswaarts. De aandeelhouders van bedrijven, daarentegen, trekken een steeds groter deel van de taart naar zich toe. Dat schrijven Yannick Bormans en Filip Abraham, onderzoekers van de KU Leuven, in een Vives Briefing.
Van alle toegevoegde waarde die in België in een jaar gecreëerd wordt – ook wel bekend als het bruto binnenlands product – ging in 1985 nog 66 procent naar lonen. In 2014 was dat nog maar 60 procent. Met andere woorden: werknemers mogen dan wel steeds productiever worden, de lonen volgen die productiviteitsstijgingen niet.
De dalende trend is geen toeval. ‘Eeuwenlang was het aandeel van arbeid constant. Nu zien we overal ter wereld een daling’, zegt Bormans. In de VS, bijvoorbeeld, daalde het aandeel van 65 naar 59 procent. Ook in andere Europese landen tekent zich die trend af.
De afgelopen jaren steeg het aandeel van arbeid wel licht. Dat komt door de financiële crisis, zegt Bormans. ‘De loonmassa nam toen niet snel af, terwijl de winsten dat wel deden.’ Toch is de trend onmiskenbaar dalend, aldus de onderzoekers.
Volgens Bormans en Abraham is de trend toe te schrijven aan een handvol bedrijven die steeds dominanter worden in hun sector. In de grootste Belgische sectoren – industrie, winkels en vervoer – nam de concentratie de voorbije jaren toe. Dat geeft die bedrijven een grotere macht tegenover de consument en de werknemers. Die sectoren zijn goed voor twee derde van de toegevoegde waarde.
In andere sectoren neemt de concentratie niet toe. In de ITsector, de bouw en de administratieve diensten is de concentratie de voorbije decennia gedaald.
4.000 euro minder
Het effect laat zich voelen in de portefeuille van de werknemer. Die krijgt elk jaar 140 euro minder. Door de aanhoudende daling is het verlies opgelopen tot 4.000 euro, berekenden de onderzoekers. Met andere woorden: als het aandeel van arbeid in het bbp zich nog steeds op het niveau van 1985 zou bevinden, zou u een slordige 300 euro per maand meer verdienen.
Voor wie aandelen bezit, is het wel goed nieuws. Zij gaan er sterker op vooruit. Doordat de beter gegoeden veel vaker aandelen be zitten, doet die evolutie de ongelijkheid toenemen.
Ondanks het dalende aandeel van arbeid is de koopkracht sinds 1985 wel toegenomen, met ongeveer 25 procent, berekenen de onderzoekers. Dat is niet het geval in de VS, waar de koopkracht van het gemiddelde loon in diezelfde periode ongewijzigd bleef. ‘Hoewel werknemers ieder jaar een kleiner deel van de taart krijgen, is hun stuk taart toch groter dan vroeger’, stellen de onderzoekers. ‘Maar de vraag is of werknemers tevreden mogen zijn met dat groter stuk taart, terwijl eigenaars van bedrijven een nog omvangrijker stuk taart met slagroom en kersen opgediend krijgen.’
De onderzoekers antwoorden niet op de vraag waarom de concentratie van bedrijven toeneemt. De Amerikaanse professor economie David Autor en zijn collega’s doen dat wel. Ook zij stelden hetzelfde verband vast tussen een toegenomen concentratie en een dalend aandeel van arbeid. Door globalisering en technologische vooruitgang slagen de meest productieve bedrijven erin om dominant te worden – denk maar aan Amazon, Facebook en Google. Maar het is niet alleen in die sectoren dat de concentratie toeneemt, stellen de Belgische onderzoekers Jan De Loecker en Jan Eeckhout, die eerder al onderzoek deden naar het fenomeen. Zij stippen aan dat ook laksere regelgeving, controle op fusies en schaalvergroting een rol kunnen spelen.
Door globalisering en technologische vooruitgang slagen meest productieve bedrijven erin dominant te worden