Closeup van de vergankelijkheid Dead poetry
Expo Gaasbeek hult zich in herfsttinten met de fotorealistische schilderijen van Cindy Wright. Een déjà vu dringt zich op.
Het begin van de herfst, dat terugwijkende seizoen: waar kan je het beter opsnuiven dan in de dreven van het kasteel van Gaasbeek? De wind fluit er zacht door de kruinen, beukennoten knisperen onder je voeten en wat verderop, in de museumtuin, zijn de gezwollen peren meer dan plukrijp.
Ook het kasteel zet als erfgoedcentrum sterk in op beleving. Hedendaagse kunst dient er als vliegwiel voor de ervaring van een sprookjesslot als teletijdmachine. Dat leverde al mooie tentoonstellingen op. Maar kijk, er is ook sprake van déjà vu. Het parcours lijkt eeuwig hetzelf de, met het kasteelinterieur in de rol van decor. Keer op keer worden de kamers fors verduisterd. Een lugubere soundtrack hengelt naar effect. Ook de tentoonstellingen vertonen een zekere inwisselbaarheid, nog aangewakkerd door weerkerende thema’s als vanitas en verval.
Dit najaar zijn de fotorealistische schilderijen van Cindy Wright de centrale gasten. De Antwerpse kunstenares, met een Britse grootvader, maakte naam met haarscherp schildersmetier en pijnlijk precieze portretten, vaak op monumentale formaten. In Gaasbeek overstelpt ze ons met bespiegelingen over verval, dood en de levenscyclus. Haar onderwerpen verwijzen vaak naar de klassieke beeld taal waarin de kunstgeschiedenis ons confronteert met de voorbijgaande aard van ons bestaan.
Tussen de wandtapijten, antieke meubels en pronkhemelbedden kijken we naar knekels in somber houtskool, naar het korte maar felle bestaan van kleurrijke vlinders, naar een stilleven van een vaas met plastic bloemen, een enkele keer ook naar verrotting en schimmel. Tussen de krakende spanten van de zolderzaal, bij een buitenmaats schilderij van een schedel, wordt ons ten overvloede voorgehouden dat we de dood in de ogen kijken.
Het zijn directe, kreukvrije beelden die maar zelden storen of aanzetten tot intens kijken. Een dode eekhoorn of goudvis vertonen in hun verstarring een hoge aaibaarheidsfactor. Enkel bij het gevilde konijn op zijn eigen vacht gaat er een lichte huiver door je heen.
Bij een aantal werken zindert op de achtergrond ook een ecologische bezorgdheid mee die oprecht overkomt. Maar in de eerste plaats vat Dead poetry het barokke
nature morte toch samen in een barokke opeenvolging van schilderkunstige virtuositeiten.