Geweld hindert bestrijding ebola in Congo
NoordoostCongo wordt geteisterd door het ebolavirus. De bestrijding van de ziekte wordt bemoeilijkt door politieke onrust en wantrouwen in het gebied.
AMSTERDAM I De Democratische Republiek Congo heeft ebola onder controle. Dat was de teneur deze zomer, toen het land erin slaagde binnen enkele weken een uitbraak van de dodelijke virusziekte te beperken. In het westen van het land overleden zo’n dertig mensen aan de ziekte; enkele anderen overleefden. Dat was het resultaat van het adequate optreden van de overheid, van hulpverleners en van een vaccinatieprogramma, aldus de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in een verklaring.
Maar in de afgelopen twee maanden zijn ruim honderd mensen overleden aan ebola, in het noordoosten van het land. De eerste gevallen werden bevestigd in de provincie NoordKivu, een gebied dat bekend staat om de gewapende groepen die daar actief zijn.
Dinsdag liet de WHO dan ook een heel ander geluid horen: ebola verspreidt zich snel, als gevolg van geweld en een gebrekkige infrastructuur in het gebied. Al sinds de eerste zieken daar bezwe ken aan acute koorts, waarschuwt de WHO voor ‘hét rampscenario’. Daaronder verstaat de organisatie een combinatie van gewapende groepen, sociale onrust en politieke belangen die een obstakel kunnen zijn voor het werk van hulpverleners en het vaccinatieprogramma.
Epicentrum
Die angst werd afgelopen weekend bewaarheid in Beni, een van de belangrijkste steden in NoordKivu en een epicentrum van de uitbraak.
Gewapende mannen vielen vrijdag die stad binnen en doodden tussen de 18 en 21 inwoners. In de stad werd een vijfdaagse periode van rouw afgekondigd. Op sociale media tonen jongeren hoe
‘Het is gebruikelijk de kist van de overledene aan te raken, maar dat is met het virus te gevaarlijk’
HENK HOFF het Nederlandse Rode Kruis
onbekende daders gruwelijke aanvallen uitvoerden. Het geweld wordt toegeschreven aan de Forces Démocratiques Alliées (ADF), een islamitische rebellengroepering die al sinds de jaren 90 actief is rondom Beni en over de grens met Oeganda. Hun aanvallen lijken de afgelopen maanden veelvuldiger en heviger te worden.
De verzamelde hulporganisaties, die in Beni veldkantoren hebben, waren niet het doelwit van de aanval. Toch schortten zij hun werkzaamheden op omdat zij het onderzoek naar ebola in de regio te gevaarlijk vonden.
Argwaan
‘De situatie maakt het voor ons moeilijk om goede zorg te bieden’, beaamt Henk Hoff, die voor het Nederlandse Rode Kruis Beni bezocht vlak voordat de aanval daar plaatsvond. ‘Inderdaad geldt dat de regio in noordoost Congo een conflictgebied is. Er zijn daar meerdere gewapende partijen actief, die vaak met elkaar overhoop liggen. Dat maakt de situatie zeer onberekenbaar, je kunt jezelf zo maar in een schermutseling bevinden.’
Volgens Hoff zijn niet alleen de strijdende partijen, maar ook de lokale bevolking – en eventuele patiënten – onberekenbaar. ‘Zij staan vaak wantrouwend tegenover de antiebolacampagne. Juist door de onrustige en onzekere situatie in de regio zien ze in ebola één groot complot.’
Zo wordt gefluisterd dat de behandelcentra eigenlijk bedoeld zijn voor de handel in organen. Dat patiënten er helemaal niet ge