Nostalgie naar de toekomst
Als de nieuwe Netflixreeks ‘Maniac’ zich in de toekomst afspeelt, waarom zitten de personages dan achter computers uit de jaren 80? Retrofuturisme gooit de tijdlijnen bewust door elkaar.
Scifi hoort zich in de toekomst af te spelen, toch? Maniac draait om technologie die nog niet bestaat, maar de setting verwijst eerder naar een wat onbestemd verleden. De kleren doen denken aan de jaren 70, de computers met enorme, monochrome beeldbuizen komen eerder uit de eighties. Op de stoep rijden verweerde minirobots die hondenpoep opruimen. Die robots lijken bijna het enige te zijn dat de technologische vooruitgang, sinds de personal computer, heeft opgeleverd, in deze bepaald dystopische versie van New York. Poeprobots, VRseks in primaire 8bit kleuren, en, vooral: een experimentele pil die je trauma’s kan uitwissen.
De bejubelde Netflixserie Maniac speelt zich af in een soort jaar 2000, zoals we ons dat hadden kunnen inbeelden in 1975. Dat went snel, want de jongste jaren zagen we toekomst en verleden wel vaker door elkaar lopen in films en series. Stranger things bevat elementen van horror en scifi, maar speelt in een nauwgezette reconstructie van de eighties. De recente Spielbergfilm Ready player one roept dan weer een nabije toekomst op waarin haast alles is geïnspireerd op de jaren 80.
Echt vooruitkijken doet sciencefiction eigenlijk nog zelden. Of het moet zijn naar de zombieapocalyps, die de mensheid terugkatapulteert naar een soort jagerverzamelaarbestaan.
Hoe komt dat? ‘Ik denk dat we ons vertrouwen hebben verloren in ideeën als vooruitgang’, zegt Elizabeth Guffey, coauteur van het boek Retrofuturism and steampunk (2014), via email. ‘In plaats daarvan zijn we nostalgisch naar een soort “antieke toekomst”. Het valt ons makkelijker om terug te keren naar oudere visies op de toekomst, dan om er nieuwe te verzinnen.’ Het resultaat wordt weleens retrofuturisme genoemd.
Steampunk
Retrofuturisme – scifi die zich eigenlijk in het verleden afspeelt – is niet nieuw. Heel wat scifi die is geschreven in de twintigste eeuw speelt zich af op een tijdstip dat intussen in het verleden ligt – zoals 2001: A space odyssey. Dat levert een bevreemdend effect op. De makers van Maniac, Cary Joji Fukunaga (regisseur van de eerste reeks van True detective) en Pa trick Sommerville, gaan dat effect heel bewust opzoeken.
Dat doen ze niet als eerste. Er bestaat een heus genre, steampunk, met boeken en films die zich afspelen in een gedroomde hightechversie van de negentiende eeuw. Computers, robots en gigantische oorlogsmachines worden daar aangedreven door stoom. Het genre bouwt deels verder op de romans van Jules Verne, maar ook op een stukje echte geschiedenis: de analytical engine, een mechanische computer die de Britse wiskundige Charles Babbage ontwierp in de jaren 1830, maar die nooit werd gebouwd.
Steampunk heeft het nooit echt tot bij het grote publiek gebracht – een aantal bigbudgetfilms als Wild Wild West (1999) en The league of extraordinary gentlemen werden flops. Een ander, duisterder retrofuturistisch genre gaat uit van een wereld waarin Duitsland de Tweede Wereldoorlog won, met onder meer de tvreeks The man in the high castle en de Wolfensteingames.
Berekening
‘Het valt ons makkelijker om terug te keren naar oudere visies op de toekomst dan om er nieuwe te verzinnen’
ELIZABETH GUFFEY
Professor kunstgeschiedenis, State University of New York
En nu hebben we scifi die zich afspeelt in de jaren 80, of een alternatieve versie ervan. Wat in theorie twee verschillende kijkersgroepen kan aantrekken: scififans en mensen met nostalgie naar de eighties. En de flinke groep kalende nerds die in beide categorieën valt, gaat gegarandeerd uit zijn dak. Het zou niet de eerste keer zijn dat Netflix zijn
creatieve beslissingen laat inspireren door dergelijke cijfermatige overwegingen.
Auteur Joost Vandecasteele ziet in Maniac heel wat berekening. ‘Hoe bereik je een publiek dat het niet gewoon is om naar scifi te kijken? Door de wereld meer herkenbaar te maken’, zegt hij. Vandaar die mix van verleden en toekomst. Tegelijk blijft het wel scifi, en dat geeft de auteur volgens Vandecasteele een ‘vrijbrief’ om met ideeën te spelen. ‘Het is een wereld waar andere wetten gelden.’
Maar toch zegt de onwil van scifi om nog (ver) vooruit te kijken, iets over onze cynische tijden, meent Pïeter Vermeulen, professor Amerikaanse literatuur aan de KU Leuven. ‘Scifi durft ons geen dingen meer voor te spiegelen. Van de grootse scenario’s die de sciencefiction ons ooit beloofde, is niet veel meer terechtgekomen dan gepersonaliseerde reclame en een smartphone die je leven twee procent beter maakt. Sinds de jaren 80 is de durf en de bra voure van de scifi vervangen door een pessimistische blik.’
Optimistische scifi is er vandaag ook nog. Maar de Star warsfranchise draait vandaag zelf eigenlijk vrijwel uitsluitend op nostalgie: oudere kijkers die hun ervaringen bij het bekijken van de eerste films willen herbeleven. Vandaar de talloze knipogen naar die oudere Star warsfilms – die trouwens zelf teruggrepen naar de zorgeloze Flash Gordonfilms uit de jaren 30. Ook het recente
Blade runner 2049 blikt vooral terug op de originele Blade runner, met zijn combinatie van neon en ‘noir’. Die klassieker uit 1982 speelde zich, ironisch genoeg, af in het jaar 2019.