De crash van 2008 ettert voort
Waarom is de woede over de financiële crisis niet weg? En hebben de grijpgrage bankiers Trump en de Europese populisten een duw in de rug gegeven? Historicus Adam Tooze graaft diep in tien jaar financieel wanbeleid.
‘Het bonusseizoen van 2009 was beter dan ooit: bij de grootste investeringsbanken, vermogensbeheerders en hedgefondsen werd 145 miljard dollar aan topmanagers uitgekeerd, vergeleken met 117 miljard in 2008. Goldman Sachs maakte 13,4 miljard winst voor zijn aandeelhouders en keerde 16,2 miljard uit aan zijn personeel. Zelfs de Citigroup, die het jaar alleen dankzij overheidsingrijpen had overleefd, gaf 5 miljard aan bonussen uit.’
Soms is het nuttig gewoon enkele cijfers op een rijtje te zetten om beter te begrijpen waarom de woede over de financiële crisis tien jaar later niet weggeëbd is. Midden in zijn vuistdikke analyse Gecrasht. Hoe tien jaar financiële crisis de wereld veranderde legt historicus Adam Tooze de vinger op de nog altijd etterende wonde. Nauwelijks een jaar nadat Lehman Brothers overkop was gegaan en de Amerikaanse overheid haar grootste financiële reddingsoperatie ooit in de steigers had moeten zetten, was het alweer feest op Wall Street.
Dat miljoenen mensen hun huis waren kwijtgeraakt door het onverantwoorde gedrag van de grijpgrage topmanagers was
een fait divers geworden. Schaamte, introspectie en schuldgevoel zijn geen eigenschappen waarmee je carrière maakt in de wereld van de haute finance.
Erger nog: de meesten kwamen ermee weg. Behalve een eenzame bankier van de Anglo Irish Bank of Barclays is ook nooit een topman in de gevangenis gevlogen. Maurice Lippens is weliswaar verworden tot een sociale paria, comfortabel is zijn leven aan de Knokse kust nog altijd. Pierre Richard, de Fransman met grootheidswaan die Dexia deed ontsporen, geniet ongestoord van zijn jaarlijks pensioen van 300.000 euro.
Slaapwandelend de crisis in
Dat die stuitende onrechtvaardigheid – de gewone man betaalt nog altijd de rekening – belangrijke gevolgen zou hebben voor Amerikaanse en Europese politiek stond in de sterren geschreven. Tooze legt haarfijn uit hoe we slaapwandelend de crisis zijn ingelopen en probeert antwoorden te geven op de belangrijkste vragen die tien jaar later nog altijd spoken. Heeft de financiële crisis Donald Trump in het zadel geholpen? Is Viktor Orban – en in zijn spoor een rist Europese populisten – er populair door geworden? En heeft de Brexit zijn wortels in de crisis? Het zijn bijzonder complexe vragen en Tooze moet toegeven dat zijn focus op de financiële crisis te beperkt is om het hele plaatje duiden. De migratiecrisis die in 2015 ontplofte, speelde zeker ook een rol. Maar de grote verdienste van de historicus is dat hij de complexiteit van de bankencrisis zo helder mogelijk – soms doen de swaplines, CDO’s en CDS’en duizelen – in kaart brengt en er belangrijke geopolitieke gevolgen aan verbindt.
Omdat de crisis en de oplossingen die ervoor uitgedokterd werden, ideologisch gekleurd waren – was de Griekse crisis, bijvoorbeeld, in de eerste plaats de schuld van de corrupte Griekse politici of van de onverantwoordelijke Duitse banken? – maakt Tooze meteen duidelijk in welk ‘kamp’ hij zit. ‘Ik ben een linksprogressieve historicus wiens persoonlijke loyaliteiten meervoudig zijn: Engeland, Duitsland, het eiland Manhattan en de EU’, zegt hij. Daarom plaatsen economen aan de rechterzijde van het politieke spectrum iets meer kanttekeningen bij zijn analyses.
Getreuzel in Brussel
Tooze is duidelijk. De crisis werd redelijk adequaat aangepakt door de Amerikaanse overheid. Toen Lehman viel, liep het presidentschap van George Bush jr. ten einde. Een deel van de Republikeinse Partij – de Tea Party was toen al invloedrijk – keerde zich snel tegen de financiële elite. Daarom is het vooral de verdienste van president Barack Obama en van Ben Bernanke, de toenmalige voorzitter van de Federal Reserve (Fed), dat het hele systeem niet instortte. Bernanke aarzelde niet duizenden miljarden dollars in de economie te pompen en Obama was bereid het begrotingstekort te laten oplopen.
Veel minder begrip heeft Tooze voor het getreuzel in Europa. Aanvankelijk deden de Europeanen nog neerbuigend over de Amerikaanse crisis. Ze oogsten wat ze gezaaid hebben met hun nauwelijks gecontroleerd durfkapitalisme, was de kritiek aan deze kant van de oceaan. Maar al snel bleek dat de Europese banken – Deutsche Bank op kop – tot over hun oren in de verrotte Amerikaanse hypotheekmarkt zaten. Meer dan de helft van het geld dat de Fed in het systeem pompte, vloeide uiteindelijk naar de Europese banken. Tooze noemt dat een van de belangrijkste ontdekkingen van zijn onderzoek.
Terwijl verschillende Europese landen op omvallen stonden, bleven de Europeanen vooral bekvechten over de schuldenboetevraag. Tooze heeft weinig begrip voor de hardvochtigheid van vooral de Duitse regering, onder leiding van Angela Merkel en Wolfgang Schäuble. ‘De eurozone duwde via bewuste beleidskeuzen tientallen miljoenen burgers in de richting van een diepe depressie met jarendertigkenmerken. Het betrof een van de ergste, zelf veroorzaakte economische rampen sinds mensenheugenis. Dat het nietige Griekenland tot spil in deze catastrofe werd gemaakt, verlaagt de Europese geschiedenis tot een pijnlijke karikatuur.’
Kordate Orban
Dan heeft hij veel meer respect voor de manier waarop de Hongaarse premier, Viktor Orban, de crisis met een kordaat, nationalistisch beleid in zijn voordeel omboog. De Hongaarse economie moest dringend aan het internationale infuus – vooral de socialistische regering had er een potje van gemaakt – maar Orban won in 2010 de verkiezingen met de belofte niet te zullen buigen voor het IMF en de buitenlandse banken. ‘Wij zijn niet aan hen onderworpen.’
Orban was wel bereid te onderhandelen, ‘dictaten’ zou hij nooit accepteren. Tooze: ‘Op hun eigen manier werkten Orbans agressieve inkomstenverhogende maatregelen en nationalistische zuinigheid wel. De inflatie zakte onder 2 procent. In december 2011 werd met de buitenlandse banken een overeenkomst gesloten om de kosten te delen van een herstructurering van de schuldenlast.’
Tooze legt ook haarfijn uit Europese krenterigheid Oekraïne in een crisis stortte. De EU had president Viktor Janoekovitsj aanvankelijk veel geld beloofd om hem te overhalen een Associatieverdrag met de EU te ondertekenen. Janoekovitsj had daar wel oren naar, maar toen hij uiteindelijk zwart op wit te zien kreeg hoeveel die steun zou bedragen – nauwelijks 600 miljoen euro – keerde hij zijn kar en beloofde hij trouw aan Moskou dat veel meer geld bood. Het gevolg was dat de proEuropese Oekraïners de Maidanrevolutie begonnen, Janoekovitsj moest vluchten en Rusland met geweld de Krim annexeerde.
Macht heroveren op globaliseringselite
En dan is er natuurlijk nog Trump. De Amerikaanse president was in 2008 ook maar een gewone vastgoedmagnaat die slachtoffer werd van de instortende huizenmarkt. Er was niet alleen zijn casinobedrijf dat in zwaar weer kwam, er was ook een gigantisch appartementenproject in Chicago dat volledig toe stilstand kwam. Omdat zijn relaties met de Amerikaanse banken niet te best waren, had hij veel geleend bij Deutsche Bank. Geld dat Trump niet meer kon terugbetalen. Het kwam tot een juridisch gevecht dat Trump helemaal had kunnen ruïneren.
Daarom was hij aanvankelijk heel tevreden over de aanpak van Obama. Maar volgens Tooze deed het hem ook beseffen dat de beste manier om zich in te dekken tegen financieel onheil het presidentschap was. En hij besefte heel goed dat er stemmen te winnen waren bij de vele Amerikanen die echt geruïneerd waren. In Steve Bannon vond hij een gelijkgestemde ziel. Ook Bannon beschouwde 2008 als een kantelpunt. ‘In Bannons duistere visie op de Amerikaanse geschiedenis was het een ommekeer die een nieuw tijdperk inluidde, het beginstadium van een apocalyptische strijd. In de ogen van Bannon had het presidentschap van Trump slechts één missie: de macht terugveroveren op de globaliseringselite.’
Die werd geïncarneerd in de persoon van Hillary Clinton. Toen bekend raakte dat zij 600.000 dollar zakgeld had gekregen van Goldman Sachs om lezingen te gaan geven, wisten Trump en Bannon dat het presidentschap hen niet meer kon ontglippen.
De crisis werd redelijk adequaat aangepakt door de Amerikaanse overheid, maar voor het Europese getreuzel heeft Tooze minder begrip