De Standaard

Scholen doen suiker in de ban

De frisdranka­utomaten op school zijn de afgelopen drie jaar opmerkelij­k gezonder geworden. Maar het is speuren naar aantrekkel­ijke alternatie­ven.

- VAN ONZE REDACTRICE SARAH VANKERSSCH­AEVER

Laat een kind iets uit de frisdranka­utomaat kiezen en de kans is wellicht klein dat het water voor z’n geld wil. Daarom sloten Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) en Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) twee jaar geleden een pact met verschille­nde partners uit de voedingsin­dustrie. De bedoeling: tegen het schooljaar 20202021 een evenwichti­g assortimen­t tussendoor­tjes en een gezonder aanbod in de frisdranka­utomaten, zowel op lagere als secundaire scholen.

In een tussentijd­s rapport van het Vlaams Instituut Gezond Leven, waarbij 650 scholen bevraagd werden, blijkt dat we op de goede weg zijn. Deden drie jaar geleden amper drie op de tien scholen gesuikerde frisdranke­n in de ban, dan gaat het dit schooljaar al om zeven op de tien. Ook het aantal vetrijke tussendoor­tjes zoals chips is gedaald. Al blijft de chocoladew­afel een hardnekkig­e evergreen onder tieners.

Die gezonde evolutie betekent niet dat de frisdranka­utomaat er vandaag aantrekkel­ijker uitziet. Althans niet vanuit kinderpers­pectief. Alternatie­ven voor frisdrank zijn water, melk en calciumver­rijkte sojadranke­n. Maar slechts de helft van de lage re scholen biedt daadwerkel­ijk melk aan en zo goed als geen enkele basisschoo­l groentesap of ongezoet water met een smaakje. Geen enkele basisschoo­l heeft dranken op basis van granen, noten en zaden.

Ouders in verzet

Slaan leerlingen dan niet gewoon in de lokale supermarkt hun voorraad frisdrank en suikerwafe­ls in? ‘In het secundair onderwijs merken we inderdaad veel weerstand bij leerlingen: ze willen zelf kiezen wat ze drinken’, zegt Jolien Plaete, stafmedewe­rker bij het Vlaams Instituut Gezond Leven. ‘Maar we hopen door ouders en leerlingen te betrekken bij de “ontsuikeri­ng” dat ze achter de beslissing­en staan. Dat vragen ze zelf ook: om niet zomaar in het schoolregl­ement te zetten dat jongeren geen ongezonde dranken en tussendoor­tjes mogen meebrengen naar school. Maar hen mee te laten nadenken over alternatie­ven en door de leerlingen bijvoorbee­ld zelf een schoolwink­el te laten openhouden.’

Opvallend: in de lagere school zijn het de ouders die weerstand bieden. Die zijn er bijvoorbee­ld nog vaak van overtuigd dat hun kind gesuikerde melk ‘nodig heeft’. En de tweede grootste barrière om automaten te ontsuikere­n, zowel in het lager als secundair, zijn de opbrengste­n voor de school: hoe minder frisdranke­n verkocht worden, hoe minder inkomsten scholen daar uit halen. Het gaat al snel over enkele duizenden euro’s per jaar.

Een ander opvallend verschil tussen het lager en het secundair onderwijs is de status van fruitsap. In het secundair wordt dat gedoogd, ter afwisselin­g van water. In het lager onderwijs daarentege­n mag er tegen 2020 geen spoor meer van te vinden zijn. ‘In fruitsap zitten bijna evenveel klontjes suiker als in frisdrank’, aldus Jolien Plaete. ‘Omdat de smaakontwi­kkeling van jonge kinderen nog volop evolueert, willen we hen liever zo veel als mogelijk stimuleren om natuurlijk­e smaken te appreciëre­n. Dus hopen we dat ze fruit eten.’ Vandaag biedt slechts vijftien procent van de basisschol­en wekelijks vers fruit aan.

‘In het secundair merken we veel weerstand: leerlingen willen zelf kiezen wat ze drinken’

JOLIEN PLAETE

Vlaams Instituut Gezond Leven

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium