‘Elke nieuwbouw betekent voor ons verlies’
Nog nooit stelde de Vlaamse regering zo veel geld ter beschikking voor sociale woningbouw. Toch zitten sommige maatschappijen in geldnood.
Schimmels, rottende steunbalken en zieke kinderen: een VRTreportage toonde maandag de schrijnende omstandigheden waarin sommige sociale huurders in de Gentse SintBernadettewijk moeten wonen. Het parket is een onderzoek begonnen. De Gentse NVAlijsttrekker Anneleen Van Bossuyt wil een klacht indienen.
De voorzitter van de sociale huisvestingsmaatschappij WoninGent, Guy Reynebeau (SP.A), benadrukte gisteren zich bewust te zijn van de situatie. ‘We hebben daar ook al woningen gesloten omdat ze in een te slechte staat waren. Bij drie van de zeven dossiers die de VRT aanhaalde, was de procedure om een andere woning aan te bieden al opgestart.’ Maar hoe kon het zover komen?
Financiële kater
Als belangrijkste reden wijst Reynebeau, net als SP.Alijsttrekker Rudy Coddens, op geldtekort. Nochtans benadrukt Vlaams minister van Wonen Liesbeth Homans (NVA) dat ze deze bestuursperiode al 3,86 miljard euro vrijmaakte voor sociale huisvesting.
‘Mensen denken dat huisvestingsmaatschappijen een envelop geld krijgen van Vlaanderen, maar dat is niet zo’, zegt Reynebeau. ‘Die Vlaamse bedragen zijn renteloze leningen die we moeten terugbetalen met de huurinkomsten. Voor sommige gemeenten is dat geen probleem, maar voor grote steden als Antwerpen en Gent waar er een concentratie is van mensen met een heel laag inkomen, moeten we een lager huurbedrag vragen. Dat moeten we bijpassen, waardoor we bij elke nieuwbouw verlieslatend zijn.’
Reynebeau waarschuwt de Vlaamse regering dat er een financiële kater dreigt. Een nota van de Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen kaartte eind vorig jaar nog de spreidstand aan tussen de uitgaven en de inkomsten van de maatschappijen. ‘Het klopt dat Vlaanderen budgettair veel middelen heeft vrijgemaakt’, zegt Björn Mallants, directeur van de Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen. ‘Het klopt ook dat een aantal maatschappijen te weinig middelen heeft om alles terug te betalen. Het is belangrijk die twee discussies uit elkaar te houden’, zegt hij.
‘Hoe meer de maatschappijen investeren, hoe groter hun jaarlijkse afbetaling. En WoninGent is een van de maatschappijen met een huurpopulatie die veel min der huur betaalt. Dat betekent dat die investeringen voor de maatschappij harder aankomen dan in een landelijk gebied waar de huur hoger ligt.’
De voorbije jaren zette WoninGent zwaar in op de vernieuwing van de Rabotwijk en de woonwijk Nieuw Gent. ‘Ze kreeg daar goede commentaren voor, maar de ontwikkeling van zo’n plan heeft tijd nodig’, zegt Mallants. ‘Voor het Rabot en Nieuw Gent moesten telkens een paar honderd gezinnen een nieuwe huisvesting krijgen. Ook de Bernadettewijk staat nu deels leeg, maar voor grote werken moet iedereen eerst een andere woning krijgen. Dat is niet altijd makkelijk.’
Toezichthouder
De achterblijvende bewoners van de oude woonwijk zijn wel de dupe. Minister Homans stuurt nu een toezichthouder naar de volgende vergadering van WoninGent om na te gaan of de maatschappij voldoende inspanning levert om de woningkwaliteit te verbeteren. Homans merkt ook op dat de visitatieraad eerder opmerkingen had over de woningkwaliteit en het financieel beheer bij WoninGent. De maatschappij is ook de slechtste leerling van de klas wat de inning van huurachterstallen aangaat.
De minister geeft nog aan dat de lage huurinkomsten de financiële gezondheid van de maatschappijen kan aantasten en belooft een extra subsidie voor ‘maatschappijen die zeer actief zijn in de bouw en renovatie van het sociaal woonpatrimonium’.
‘Die Vlaamse bedragen zijn renteloze leningen die we moeten terugbetalen met de huurinkomsten. Maar in grote steden zijn die vaak te laag en moeten we bijpassen’
BJÖRN MALLANTS Vereniging Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen