Zes acteurs op zoek naar een verhaal
Wie onder het mes moet, durft zijn chirurg niets te weigeren. Welke politicus zou dan zijn kat durven te sturen naar het openingscollege politicologie van professor Carl Devos? Op televisie legt hij iedere avond hun toekomst over de knie. Alle partijvoorzitters waren er gisteren bij. We zagen een lang uitgesponnen avantpremière van de komende voorzittersdebatten. Groot oratorisch talent is geen kenmerk van deze generatie voorzitters. Daar staat tegenover dat minstens vier van hen de gave van het geschreven woord beheersen. Maar dat is blijkbaar geen garantie voor een goede toespraak. Integendeel, ondanks de belerende toon van een van de voorzitters – u mag zelf raden wie – ging veel over de hoofden van student en toeschouwer heen. De kracht om intelligente en gedegen concepten op een eenvoudige manier te verwoorden, is een sterk onderschatte politieke kwaliteit. Het openingscollege leerde vooral op welke lijnen de partijen nu inzetten. John Crombez (SP.A) kiest voor centensocialisme en een hernieuwde klassenstrijd, om extreemlinks op afstand te houden. Meyrem Almaci (Groen) heeft met milieu en leefbaarheid een snaar gevonden die resoneert. Bart De Wever (NVA) trekt het eerder opgebouwde discours rond migratie en identiteit door – wellicht tot aan de volgende verkiezingen – en Tom Van Grieken (VB) schopt naar alles en iedereen.
Wouter Beke (CD&V) en Gwendolyn Rutten (Open VLD) kozen voor een optimistisch verhaal, de ene met verbondenheid, de ander met rolmodellen, maar ze waren duidelijk nog zoekende. Het idee van Beke om als laatste spreker een eeuwigdurende reeks van ‘dertien redenen’ op te sommen, was even sterk als het idee om Kris Peeters naar Antwerpen te verkassen.