Scholen en luchtkwaliteit
Veel Vlaamse kinderen gaan naar een school waar de luchtkwaliteit niet goed is (DS 2 oktober). Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat de sensibi lisering van ouders zich alleen richt op het afzetten en oppikken van het kroost, ’s ochtends en ’s avonds. Maar laten we stoppen met de hypocrisie: de meeste scholen hebben momenteel een dubbele functie. Een belangrijk luik, de naschoolse activiteiten, blijft onder de radar. Klasraden, zangclub jes, muziekscholen, toneelgroepen… allemaal zielen die iets extra willen uitdragen, maar moe van het werk en opziend tegen de lange fietstocht of de busrit nogal snel voor de auto kiezen.
Ikzelf woon pal in het centrum van het groene Gent (wijk Heirnis) naast een school die door zijn specifieke aard (Steinerbeweging) tot de nodige hinder leidt/leidde. Er is een span ningsveld dat ontstaat tussen ener zijds omwonenden die willen genieten van hun rust na het werk en anderzijds de negatieve uitlopers van de vele na schoolse activiteiten: geluidsoverlast, lichthinder en … al het extra verkeer dat aangetrokken wordt.
Als ruimdenkende burgers deden we een poging om via een buurtbemid deling tot compromissen te komen. Het was een moeilijk parcours – het traject loopt ondertussen meer dan een jaar en werd eenzijdig al eens stopgezet door de schooldirectie. Nu zitten we in de laatste rechte lijn naar een afsprakennota waarin, toegege ven, een oplossing gevonden is voor het gros van de verschillende lasten. Dit sterkt ons dan ook in de overtuiging dat oplossingen altijd mogelijk zijn, zodra we elkaar begrijpen en respecteren.
Maar u raadt het al, de auto is de gordiaanse knoop in het verhaal. Aan weerszijde van de school kleuren CurieuzeNeuzenbolletjes donkeroranje. In de onmiddellijke omgeving, vanwege de ‘kleine ring’, zijn er zelfs enkele donkerpaarse alarmsignalen, zeer matige tot slechte luchtkwaliteit voor de leerlingen en de omwonenden. Desondanks hebben we via de stedelijke bemiddelaar signalen gekregen dat de directie zal vasthouden aan de in onze ogen ruime ‘autooprijmogelijkheden’ op een speelplaats zonder parking om toch maar hun ‘brede’ naschoolse functie te kunnen uitoefenen. Het lijkt ons wenselijk dat de stad een standpunt durft in te nemen en uit te dragen door gesubsidieerde instanties zoals scholen op hun voorbeeldfunctie te wijzen, ook na de schooluren.
Niet elke schoolomgeving leent zich voor de extra belasting op vele vlakken die een brede school meebrengt. Voorafgaand overleg met de omwonenden is dus van primair belang, maar op dat vlak staat het participatietraject nog maar in zijn kinderschoenen. Onze grote vrees is dus dat ons bemiddelingstraject hier sneuvelt in het gevecht tegen Koning Auto.