Laadpalennet groeit sneller dan elektrisch wagenpark
Zullen we voldoende laadpalen hebben om elektrisch te rijden? De Europese automobielfederatie Acea vreest alvast van niet. In Vlaanderen stevenen we niettemin af op een heel ander scenario. Het laadpalennet is zeer snel aan het uitbreiden. Terwijl de vloot elektrische wagens maar mondjesmaat groeit.
BRUSSEL I Erik Jonnaert, topman van de Europese automobielfederatie Acea, vindt dat het Europees Parlement het paard achter de kar heeft gespannen met de beslissing om de uitstootnormen voor auto’s fors te verstrengen tegen 2030 (DS 4 oktober). Dat vergt een snelle overgang naar elektrisch rijden. Probleem volgens Jonnaert: de oplaadinfrastuctuur in Europa gaat daar niet klaar voor zijn.
Hij krijgt de bal echter meteen teruggekaatst. Niet de laadpalen zijn de hinderpaal voor de doorbraak van de elektrische auto in Europa, maar de automerken zelf, stelt William Todts van de mobiliteitsorganisatie Transport & Environement.
Thuis of op het werk
Het echte probleem volgens Todts: de Europese automobielconstructeurs brengen te weinig modellen op de markt. En houden bovendien de volumes van de beschikbare modellen voor verkoop in Europa beperkt. ‘Bestel in België maar eens een elektrische wagen. Je moet rekenen met wachttijden tot een jaar.’
Todts vindt het schrikbeeld van een tekort aan laadinfrastructuur totaal verkeerd. ‘Uit recent studiewerk van Transport & Environment over elektrisch rijden blijkt dat 95 procent van de oplaadbeurten thuis of op het werk plaatsvindt.’ Met als zeer treffend voorbeeld: Noorwegen. Dat is het land in Europa waar elektrisch rijden de voorbije jaren echt is doorgebroken.
De Noren blijken almaar minder interesse te hebben in de klassieke publieke oplaadpunten. Het dagelijks gebruik van deze ‘trage’ oplaadpalen is tussen 2014 en 2017 gedaald van 10 naar amper 2 procent. Alleen laadpalen die toelaten om heel snel elektriciteit bij te tanken worden meer gebruikt.
In ons land, waar elektrisch rijden maar mondjesmaat groeit, zit de kans er dik in dat er te veel laadinfrastructuur zal zijn vergeleken met het aantal elektrische voertuigen dat in België rondrijdt. Zeker in Vlaanderen. Eind 2017 stond de teller van het aantal elektrische voertuigen op circa 6.000. Het elektrische wagenpark groeit momenteel maar mondjesmaat.
Pijnpunt Wallonië
De uitbouw van het laadpalennet gaat momenteel veel sneller. Distributienetbeheerder Fluvius – de versmelting van Eandis met Infrax – is op vraag van de Vlaamse regering bezig met de uitrol van een openbaar netwerk van laadpalen. Tegen het ein bij de laadpaal. de van dit jaar zullen er 1.100 her en der staan op dorps en marktpleinen, en in de buurt van gemeentelijke infrastructuur, zoals sportterreinen. Tegen 2020 zal dat aantal stijgen tot 2.500 laadpunten. Goed voor 5.000 voertuigen om tegelijk te laden.
Tegelijk wordt er door enkele oliemaatschappijen momenteel werk gemaakt van de installatie van snelladers in pompstations langs de Belgische snelwegen. Total zegt zo goed als klaar te zijn met de uitrusting van zijn snelwegstations. Q8 heeft EDF
‘Autobouwers houden de beschikbare modellen van elektrische wagens voor verkoop in Europa beperkt’
WILLIAM TODTS
Transport & Environment
Luminus in de arm genomen voor de plaatsing van snelladers in zijn snelwegstations. En Engie kondigde begin dit jaar aan dat zijn Nederlandse laadpalenfiliaal EVbox in België een netwerk van 2.000 laadpunten bij bedrijven gaat uitbouwen.
Er blijft wel een pijnpunt: de uitbouw van publieke laadpunten in Wallonië. Voor wie naar Frankrijk of Luxemburg rijdt, wordt het de komende jaren goed opletten om de wagen tijdig op te laden, is te horen bij het laadpalenbedrijf Allego.