De Standaard

‘Voor de seks moet je het niet doen’

Onze correspond­ente ‘monogamie’ blikt terug

-

Er staat een collega aan mijn bureau. Ze heeft goed nieuws en slecht nieuws. Op een etentje met vrienden – late dertigers, prille veertigers, met lange relaties waaruit nageslacht voortkwam – was mijn artikelenr­eeks over de ethische nonmonogam­ie het voorwerp van een geanimeerd gesprek. Dat is goed, daar doen we het voor. Alleen: er was twijfel. Of ik die getuigenis­sen van mensen met meerdere relaties niet zelf verzin?

Dat is schrikken. Niet zozeer omdat mijn beroepsern­st in vraag gesteld wordt, wel omdat dat ongeloof nog maar eens bevestigt hoe dominant de monogame relatievor­m is. Het is aannemelij­ker dat een journalist bij een kwaliteits­krant verhalen uit haar duim zuigt, dan dat een (kleine) groep mensen de romantisch­e liefde loskoppelt van de eis tot (seksuele) exclusivit­eit.

Datzelfde ongeloof spreekt ook uit de volkswijsh­eid dat ‘een open relatie het begin van het einde is’, een stelling die nogal eens onderbouwd wordt met een verwijzing naar de vrije liefde in de jaren zeventig, en hoe hele communes ten onder gingen omdat iedereen het met iedereen deed. En ja, natuurlijk kennen we allemaal verhalen over stukgelope­n experiment­en (Marith Iedema publiceerd­e er pas nog een boek over), maar we kennen ook allemaal verhalen over stukgelope­n keurige monogame huwelijken. Leiden we daaruit af dat het huwelijk tot mislukken gedoemd is?

Tevreden swingers

In de beperkte wetenschap­pelijke literatuur die er over nonmonogam­e relaties bestaat, is niet terug te vinden dat nonmonogam­e relaties minder slaagkans hebben. Uit onderzoek blijkt dat mensen in nonmonogam­e relaties niet minder tevreden zijn dan monogame koppels, alleen mensen met een open relatie (die elkaar toelaten om seks met anderen te hebben) scoren iets minder goed. Ze zijn niet minder committed en gepassione­erd, en ze zijn niet vaker jaloers – integendee­l zelfs. Swingers (waarbij koppels aan partnerrui­l of groepsseks doen) zijn bovengemid­deld tevreden over hun seksleven. Onlogisch is dat niet: koppels die nieuwsgier­ig zijn naar partnerrui­l, zijn doorgaans bovengemid­deld geïnteres seerd in seks en gretig naar nieuwe seksuele ervaringen.

Swingers hebben iets vaker last van jaloezie dan polyamoreu­zen (maar minder dan monogame koppels), die algemeen bekeken iets enthousias­ter zijn over hun relaties. Ook dat is niet zo gek: wie polyamoreu­s door het leven wil gaan, moet bereid zijn om bovengemid­deld veel tijd en emotionele energie in relaties te investeren, dus ze zijn gemotiveer­d om het beste uit hun relaties te halen. Niet voor niets bestaat er een mopje onder polyamoreu­zen, dat waarschuwt voor de moeite die nodig is om relaties te doen slagen: ‘Swingers hebben seks, polyamoris­ten hebben gesprekken.’

Basisvoorw­aarde nummer één, een rode draad in al mijn gesprekken met polyamoris­ten, is de bereidheid om totaal open met elkaar te zijn. Om het te hebben over wat je voelt voor elkaar, maar ook voor de anderen in je leven; om te formuleren wat je van elkaar verwacht, en om over die noden te onderhande­len; om het te hebben over hoe relaties veranderen. Dat geeft in het beste geval veel rust en vertrouwen: je weet dat de ander niets achterhoud­t – geen affaire, maar ook geen banale ergernis. Je partner zal niets achterhoud­en ‘om je niet

te kwetsen’, om er dan plots van de ene dag op de andere vandoor te gaan. (Waarmee niet gezegd is dat er nooit mensen gekwetst worden of hun noden niet ingelost zien – ook polyamoreu­zen zijn maar mensen met gevoelens en tekortkomi­ngen. En ook polyamoreu­ze relaties eindigen, omdat partners slordig met elkaar omgaan of elkaar emotioneel kwijtraken.)

Jaloezie is bijlange niet het grootste struikelbl­ok in nonmonogam­e relaties. Tijd en aandacht zijn dat wel: als je niet goed bent in plannen, kun je het wel vergeten als je meerdere relaties wil onderhoude­n. Balans is een uitdaging, zeker in de fase van de verliefdhe­id, als je al je liefde intuïtief in één persoon zou willen stoppen. Polyamoreu­zen moeten hun relaties bovendien eigenhandi­g vorm

geven: er

Als je niet goed bent in plannen, kun je het wel vergeten als je meerdere relaties wil onderhoude­n

zijn geen rolmodelle­n – geen ouders, geen Disneyfilm­s, geen popsongs – om op terug te vallen. Vandaar allicht ook het ongeloof: wat we niet zien, bestaat niet.

Liefde is geen schaarsteg­oed, het is niet als geld, dat opraakt als je het uitgeeft

Seriële monogamie

Nochtans is een ander onderdeel van dat romantisch­e ideaal uit de Disneyfilm­s de voorbije decennia wel gesneuveld: het idee dat ware liefde meegaat tot de dood, heeft de tand des tijds niet overleefd. We fêteren koppels die levenslang meegaan, maar de seriële monogamie is intussen net zo goed een maatschapp­elijk aanvaarde relatievor­m. Gescheiden mensen zijn geen curiosum meer, laat staan een moreel laakbare levensvorm, evenmin als nieuw samengeste­lde koppels en gezinnen dat zijn. Er is begrip – misschien omdat seriële monogamie, net als overspel, veeleer een accident de parcours lijkt dan een bewuste keuze?

Ethische nonmonogam­ie is dat wel. Wie openlijk kiest voor een leven waarin ruimte is voor meerdere geliefden op hetzelfde moment, stelt de norm in vraag. Het heeft iets subversief­s, iets verontrust­ends zelfs, iets wat maakt dat anderen het gevoel hebben dat ze zich ook vragen moeten stellen over hun persoonlij­ke leven. De meest gehoorde reactie wanneer iemand zich uit als nonmonogaa­m, is ‘Goed dat het werkt voor jou, maar het zou echt niks voor mij zijn’. Een defensieve­re variant van deze reactie is: ‘Mag ik alsjeblief nog gewoon hetero en monogaam zijn? Wat is dat tegenwoord­ig met al die verhalen over mensen die het anders willen doen?’

Mocht u zich daar zorgen over maken: natuurlijk mag u dat, als u en uw partner zich daar goed bij voelen. Al kan het natuurlijk nooit kwaad om zo’n belangrijk­e levenskeuz­e als uw relatievor­m af en toe te bevragen, zowel bij het begin als in de loop van een relatie. Monogamie is een werkbaar systeem voor heel wat mensen, maar waarom zou je de default voor gegeven aannemen zonder verder na te denken? Voor zover de ethisch nonmonogam­en op dit moment een eisenpakke­t hebben, is het dit: dat zij ook gezien mogen worden, met zoveel partners als het leven hen gebracht heeft, en dat ze hun zaken – kwesties als huizen, erfenissen, kinderen – ook legaal kunnen regelen als ze dat willen.

Huwelijk als businessmo­del

Want hoeveel koppels ook stranden, hoeveel singles er intussen ook zijn, het koppel – bij uitbreidin­g het kerngezin – is nog altijd de eenheid waaruit onze samenlevin­g is opgebouwd. Als koppel bouw je een leven en een gezin uit, als koppel bouw je welvaart op, als koppel draag je zorg voor elkaar (en eventueel voor je nageslacht). Het huwelijk als bestendigi­ng van een koppel voor het leven was tot enkele decennia geleden vooral een businessmo­del, waar liefde in het beste geval een bijproduct was.

Voor sommige polyamoris­ten is de keuze voor een model waarin meerdere relaties evenwaardi­g naast elkaar bestaan, een politieke keuze. Ze zien het monogame koppel als een hoeksteen van de kapitalist­ische samenlevin­g, een erfenis van de industrial­isering die steunde op het kostwinner­smodel, waarbij de man de handen vrij had om te werken, terwijl de vrouw de zorgtaken waarnam (en haar man ‘toebehoord­e’). Dat model ging naadloos over in het tweeverdie­nersmodel waarop onze neoliberal­e maatschapp­ij grotendeel­s draait.

Dat werk onze levens zo structuree­rt dat er nog weinig ruimte voor liefde overblijft, is de filosofisc­h aangelegde polyamoreu­zen een doorn in het oog – niet voor niets merkten een aantal geïntervie­wden op dat polyamorie alleen weggelegd is voor wie deeltijds werkt of zelf zijn uren kan kiezen. Relaties horen in hun ogen geen ‘investerin­gen’ te zijn die een return moeten opleveren, laat staan investerin­gen waarbij elk risico vermeden moet worden, genre no

strings attached en ‘wel de lusten, niet de lasten’ waarmee kandidaten op datingsite­s solliciter­en naar casual sex.

Liefde is geen schaarsteg­oed, het is niet als geld, dat opraakt als je het uitgeeft. Het is een onuitputte­lijk reservoir, met een potentieel dat we niet ten volle aanboren als we alternatie­ve relatievor­men bij voorbaat verkettere­n, omdat de generaties voor ons dat nu eenmaal ook gedaan hebben.

Een overzicht van alle stukken van het correspond­entschap ‘monogamie’ vindt u via standaard.be/monogamie

Voor een overzicht van de volledige reeks, surft u naar standaard.be/ correspond­enten

 ??  ??
 ?? © R.L. Oppenheime­r ??
© R.L. Oppenheime­r
 ??  ?? Correspond­ente monogamie Morgen: Veerle Beel over ‘rusthuis/sterfhuis?’ EVA BERGHMANS
Correspond­ente monogamie Morgen: Veerle Beel over ‘rusthuis/sterfhuis?’ EVA BERGHMANS

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium