Makelaars de macht grepen
beweren wedstrijden te kunnen beïnvloeden. Het eigenbelang en de centen primeren. Hier kan ik niet zijn wie ik echt ben en ik heb dan ook beslist ontslag te nemen als voorzitter van OHL.’ Aan het woord is Jimmy Houtput, die twee jaar geleden met bovenstaande woorden ontslag nam als voorzitter van de Leuvense club. Hij moest toen opstappen in de marge van een grootschalig corruptieschandaal dat het Engelse voetbal dat jaar in de ban hield.
Speelbal van financiers
Met een royale vergoeding als lokaas legde toenmalig (en kort daarop ontslagen) Engels bondscoach Sam Allardyce voor de camera’s van de undercoverjournalisten van The Daily Telegraph uit hoe het verbod op ‘Third Party Ownership’ met de hulp van juridische schermconstructies te omzeilen valt. Hij noemde toen, jawel, België als een van de beste landen voor zulke constructies.
TPO is een systeem dat oorspronkelijk komt overgewaaid uit ZuidAmerika. Daar konden zakenlui, bedrijven en soms zelfs criminele organisatie op grote schaal ‘economische rechten’ kopen in profvoetballers, vergelijkbaar met aandelen. Als de waarde van de speler steeg, konden ze zo financieel meeprofiteren als die doorverkocht of verhuurd werd. Het omstreden systeem maakte de macht van de makelaars de voorbije jaren alleen maar groter. Bij TPOconstructies heeft de voetbalclub immers niet meer de vrije hand in de verkoop van een speler. Een derde partij – vaak een investeringsfonds dat wordt vertegenwoordigd door de makelaar – beslist altijd mee. En dat met maar één agenda: zo veel mogelijk rendement uit hun investering halen.
Daardoor worden club én speler vaak een speelbal van de externe financiers. Die ‘medeeigenaars’ hebben er immers alle belang bij dat hun voetballer op geregelde tijdstippen verhuist – lees verkocht wordt – ook als die speler daar zelf geen zin in heeft. En minstens even belangrijk: spelers in wie geld werd geïnvesteerd moeten zoveel mogelijk spelen bij hun club. Want een speler die niet in de etalage staat, dreigt zijn verkoopwaarde te verliezen.
Hoe meer spelers één en dezelfde makelaar en/of investeringsfonds in dezelfde club kan stallen, hoe groter hun macht. Een bekend internationaal voorbeeld van zo’n ongezond machtige huis makelaar is Vlado Lemic, die bij PSV tussen 2000 en 2008 bijna dagelijks aanwezig was op de trainingen en de club bijna volledig in zijn macht had. Als hij zijn zin niet kreeg, bijvoorbeeld wanneer hij de club een nieuwe transfer voorstelde, dreigde hij er soms mee zijn spelers (tot een derde van de totale selectie) weg te halen of tijdelijk niet te laten spelen.
Buitenlandse schermvennootschappen
TPO was nog niet zo lang geleden wijdverspreid in het voetbal, maar werd na herhaaldelijke beschuldigingen van mensenhandel – onder meer door toenmalig Fifaondervoorzitter Michel Platini – onhoudbaar. Ook om fiscale redenen. Volgens de Fransman behoorden via allerlei ondoorzichtige TPOsystemen ‘steeds meer spelers toe aan organisaties in fiscale paradijzen, die geleid worden door onbekende managers of investeringsfondsen’.
Sinds mei 2015 is TPO door de Fifa verboden en worden makelaars als het gaat om eigendom van spelers als een ongeoorloofde derde partij beschouwd. Maar om te vermijden dat ze geld mislopen, proberen sommige makelaars dat verbod op allerlei manieren te omzeilen. Bijvoorbeeld door onder het mom van allerlei buitenlandse schermvennootschappen – vaak in Malta, Monaco en/of Luxemburg – kleine clubs in nood op te kopen en daartussen met hun spelers te schuiven. Daardoor hebben ze de voorbije jaren in de praktijk nauwelijks aan macht moeten inboeten. Een mooi voorbeeld daarvan is mogelijk Moeskroen, dat er al jaren van verdacht wordt onrechtstreeks gecontroleerd te worden door twee internationale topmakelaars met nauwe banden met topclub Chelsea (de Israëliër Pini Zahavi en de Albanees Fali Ramadani, red.).
Anderen proberen financieel noodlijdende clubs ervan te overtuigen fictieve bedrijven in belastingparadijzen op te richten waarin ze spelers onderbrengen. Als ze verkocht worden, belandt het geld via dat bedrijfje toch bij de makelaar. In ruil krijgen de clubs een procent op de verkoop en mogen ze een tijdje gebruikmaken van spelers die ze normaal zelf niet kunnen kopen.
Onder leiding van Doyen Sports, een Portugees investeringsfonds dat nauwe banden heeft met de Portugese supermakelaar Jorge Mendes, wordt ondertussen geprobeerd om via de kleine Belgische derdeklasser Seraing het verbod op TPOconstructies juridisch aan te vallen voor de rechtbank van Brussel. In de hoop om met een nieuw soort Bosmanarrest straks de handen weer helemaal vrij te hebben. Een rechtszaak die de hele voetbalwereld met argusogen volgt.
500 euro betalen en een lijst met vragen invullen, dat volstaat om je als makelaar te laten registreren