‘Definitieve doodsteek’ Uplace na vernietiging vergunning
De Vlaamse Raad voor Vergunningsbetwistingen heeft de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw van het shoppingcomplex Uplace in Machelen vernietigd. Dat melden de organisaties Greenpeace, Bond Beter Leefmilieu en Bral woensdag. Zij spreken van de ‘definitieve doodsteek’ voor het project.
Eind vorig jaar vernietigde de Raad van State al het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (Grup) voor Uplace. In april kwam daar nog eens bovenop dat het Grondwettelijk Hof oordeelde dat een verlopen handelsvestigingsvergunning van Uplace onrechtmatig is gereactiveerd door een decreet van de Vlaamse regering.
De organisaties moesten het nieuws via de rechter vernemen. ‘Dat zegt helaas veel over het gebrek aan visie bij de Vlaamse regering’, luidt het. (belga)
GENT I Iemand is tegen een pas geverfde paal aangelopen, maar verder is de opbouw vlekkeloos verlopen. Ledeberg heeft sinds gisteren een publieke ‘gevoelsplek’: een plek gebouwd door en voor kinderen en jongeren waar ze naartoe kunnen als de emoties hoog oplopen. Het is een houten frame geworden met een zitbank, vogelhuisjes als postbussen en wapperende boodschappen aan linten. Precies zoals de jongeren het in gedachten hadden.
Waarom heeft een gevoel een plek nodig? Lut Celie:
‘Het is niet omdat je iets voelt, dat je woede of verdriet ook ruimte krijgt. Veel volwassenen zijn opgegroeid met de boodschap dat je de woede van jongeren moet temperen en hun verdriet moet sussen. Maar daarmee erken je iemands worsteling nog niet. Daarom bouwen we verschillende gevoelsplekken: een ‘bozenplek’ voor woede, een troostplek of een bange plek. Daar kunnen kinderen en jongeren naartoe om hun emoties in constructief gedrag om te zetten. Ze kunnen er schrijven, knutselen, op een boksbal meppen of op een bord krassen met krijt. Emotioneel remediëren noemen we dat.’
Zo’n plek krijgt pas waarde door de manier waarop ze benut wordt. Lukt het om iedereen te overtuigen van de aanpak?
‘Er is weerstand, daar moeten we niet flauw over doen. Soms denkt een school: “Laten we hier eens snel een gevoelsplekje bouwen.” Maar zo werkt het niet. Het is een jaartraject waarbij we soms tot twintig keer langskomen om plannen te maken, naar iedereen te luisteren, de plek te bouwen en alle betrokkenen te begeleiden. Want eenmaal de plek er is, moeten alle neuzen in dezelfde richting staan: hoe herken je een jongere die “overloopt”? En mag die dan tijdens de lesuren alleen naar de gevoelsplek? Liefst wel, maar daar is niet iedereen meteen van overtuigd.’
‘Als je goed luistert, zul je merken dat wie zich als
een kleine etter gedraagt, eigenlijk gewoon bedoelt: “zie mij graag”’ LUT CELIE Psychotherapeute, vzw De Bleekweide
En de jongeren? Zitten zij te wachten op zo’n plek?
‘Sommigen zeggen het ons vlakaf: “Dit doet zo’n deugd.” Een meisje vertelde dat ze voor de les even naar de troostplek gaat om haar overleden zusje te groeten, waarna ze zich beter kan concentreren. Dat is ook bewezen: wie zich goed in zijn vel voelt, kan beter studeren. Maar de voorbije drie jaar hebben we ook indirect een oorverdovend signaal gekregen: woede en agressie bij kinderen en jongeren zijn een groot probleem, hoorden we in zowat elke school en zorginstelling. Veel jongeren groeien op in emotioneel belastende situaties: gebro rond kwaadheid. ken gezinnen, vechtscheidingen, pestgedrag op school en online, confrontaties met zelfdoding … We leven in een verliesmaatschappij, maar we leren kinderen en jongeren niet hoe ze met verlies kunnen omgaan. Daardoor stellen ze vaker probleemgedrag, want veel verdriet zet zich makkelijk om in kwaadheid. Volwassenen zien dan wel het probleemgedrag, maar gaan voorbij aan de angst of het verdriet erachter.’
Wat kunnen volwassenen zelf doen?
‘De tijd is tegen ons, maar net daarom: bied kinderen en jongeren meer liefdevolle aandacht. Aanvaard dat je niet alles kunt oplossen en zeg dat ook, maar weet dat je een gevoel kunt erkennen door te luisteren en het te benoemen. En als je goed luistert, zul je merken dat wie zich als een kleine etter gedraagt, eigenlijk gewoon bedoelt: “zie mij graag”.’
Kunnen gevoelsplekken iets veranderen?
‘Ik ben ervan overtuigd dat ze kinderen leren omgaan met hun gevoelens, waardoor ze minder opkroppen en minder gedrag stellen dat we al te snel als een “stoornis” labelen. De eerste evaluaties van deelnemende instellingen wijzen ook in die richting: directies en leerkrachten zeggen dat de agressie op de speelplaats daalt. Er is eindelijk een plek waar woede gewoon mag bestaan, in plaats van op grenzen te botsen.’