Meer operaties dan wedstrijdkilometers
Profwielrenner Bart De Clercq krijgt volgende week bij zijn derde operatie dit jaar een kunstheup.
BRUSSEL I Heel veel merk je er niet aan. Gisterochtend reed Bart De Clercq nog een fraaie 100 kilometer met de fiets. ‘Met een gemiddelde van 30 per uur’, zegt hij droogjes. Toch is er sinds 1 januari van dit jaar geen grotere pechvogel te vinden dan De Clercq. 2018 was een jaar van meer operaties – twee – dan wedstrijdkilometers – nul. Volgende week volgt een derde operatie: een kunstheup. ‘Zelfs mijn sokken aandoen doet vreselijk veel pijn.’
‘Een kunstheup, jawel. Ook ik dacht altijd dat het iets voor ouwe mensen was. Maar het kan niet anders. Ik heb het heel lang proberen te vermijden. Maar de pijn is te groot. Fietsen lukt nog net. Toch als het vlak is en ik niet te veel kracht moet zetten. Dan is de pijn draaglijk. Maar gewoon stappen, of zelfs maar mijn kleren aandoen, is al veel moeilijker. Dan steekt de pijn direct de kop op.’
Zijn woorden balanceren ergens tussen nuchterheid en gelatenheid. Na tien maanden leed heeft Bart De Clercq zich erbij neergelegd: 2018 is een sportief rampjaar geworden. ‘Eentje dat ik liefst uit mijn carrière zou wegknippen en waaraan ik nooit meer wil terugdenken.’ De ellende begon exact op 1 januari van dit jaar. Bart De Clerq had net LottoSoudal ingeruild voor Wanty Groupe Gobert. Een overstap met ambitie: hij zou er veel vaker voor eigen rekening mogen rijden. Maar al op dag 1 voor zijn nieuwe werkgever liep het faliekant mis. Bij een val op training liep De Clercq een breuk aan zijn heup op. Nog diezelfde dag volgde operatie 1. ‘Er werden vier schroeven geplaatst’, vertelt De Clercq. ‘Die moesten alles stabiliseren. Maar het was een delicate breuk, zeiden ze er meteen bij. En het was een ingreep met vraagtekens. 100 procent garantie dat het zou lukken konden ze me niet geven.’
Wat bleek. Lange tijd leek de revalidatie van De Clercq voorspoedig te verlopen. ‘Ik ging zelfs op stage naar Mallorca, de rest van het seizoen voorbereiden. Ik mikte op de Dauphiné begin juni. Nadien zou dan, hopelijk, de Tour volgen. Dat vooruitzicht maakte de lange revalidatie draaglijk. Ik trok me daaraan op.’ Helaas. ‘Zo goed het er eerst uitzag, zo veel last kreeg ik later. De pijn keerde terug. Bleek het om een kraakbeenletsel in de heup te gaan. Er moest opnieuw iets gebeuren.’ 2018 was dan al bijna halfweg. Daar was operatie 2. ‘Kraakbeen groeit niet terug. Dus hebben ze stamcellen geïmplanteerd in mijn heup. Een nieuwe techniek. Met alle gevolgen van dien. Het resultaat was opnieuw niet gegarandeerd. Maar ik wilde het toch proberen. Het alternatief was toen al een kunstheup. Maar ik ben pas 32. Dan wil je dat zo lang mogelijk vermijden.’ Helaas, bis.
Hoe zwaar het is geweest? Fysiek viel het vaak nog wel mee, zegt De Clercq. ‘De laatste maanden heb ik zelfs redelijk veel kunnen fietsen. Vanochtend nog. Voor mijn heup kan het toch geen kwaad meer. Straks gaat het hele boeltje er toch uit.’ Maar mentaal heeft hij wel taaie maanden achter de rug. ‘Er waren momenten van wanhoop bij. Dat het door je hoofd flitst: wat voor zin heeft het allemaal? Zou ik niet beter stoppen? Zeker als je je collega’s ziet koersen op tv. Daar had ik tussen moeten rijden, die gedachte. Los van mijn persoonlijke miserie zat ik ook met een slecht gevoel tegenover de ploeg. Die had moeite gedaan om mij aan te trekken en plots zaten ze met een renner die een heel jaar lang geen koers heeft kunnen rijden. Vervelend. Gelukkig is het bij momenten gebleven. Uiteindelijk draai je toch die knop om. Je wil niet dat zo’n onnozele val het einde van je carrière betekent. Ik toch niet.’
Alleen, heeft hij de garantie dat hij zijn niveau van weleer ooit nog zal kunnen halen? Volgende week volgt operatie nummer 3. Toch die kunstheup. De Clercq is eerlijk: ook hij weet het niet. ‘De dokters zeggen allemaal van wel’, klinkt het. ‘Mocht ik een voetballer of afstandsloper zijn, het zou heel anders zijn. Maar een wielrenner kan ook met een kunstheup nog op topniveau presteren. Zeggen ze.’ Twijfelt hij er dan zelf aan? ‘Enerzijds ben ik positief’, zegt hij. ‘Er zijn voorgaanden. Floyd Landis heeft ook gekoerst met een heupprothese. Plus: de nasleep van een kunstheup is beperkt. Een week na de operatie zou ik alweer op de hometrainer mogen zitten. Half december kan ik dan normaal weer op de weg trainen. Reken uit. Als alles goed gaat, zou ik eind februari weer wedstrijden moeten kunnen rijden.’ Maar? ‘Na al die maanden ben ik vooral voorzichtig geworden’, besluit hij. ‘Wil ik ooit weer op niveau koersen? Absoluut. Maar ik zet er liever geen timing meer op. Dat heeft mij dit jaar te veel teleurstellingen opgeleverd.’
‘Ooit wil ik weer op niveau koersen, maar ik zet er liever geen timing meer op. Dat heeft mij dit jaar te veel teleurstellingen opgeleverd’