De Standaard

HET LEED VAN WIE NIET ZEURT

- ARIANE BAZAN Ariane Bazan is hoogleraar klinische psychologi­e en psychopath­ologie aan de ULB. Elke donderdag komt een gezaghebbe­nde Franstalig­e stem aan bod.

Het Waals Parlement heeft vorige week de Waalse code voor dierenwelz­ijn goedgekeur­d. Voortaan moet je over een vergunning beschikken om een huisdier te houden, die bij problemen wordt ingetrokke­n. In het ochtendpro­gramma Matin Première van 5 oktober werd die beslissing unaniem toegejuich­t, ook al besloot Catherine Ernens, journalist­e bij Moustique, haar kroniek fijntjes met: ‘Wat opviel, was de unanimitei­t (…) Niemand durfde de code aan te vechten. Het is vandaag gemakkelij­ker om de zaak van dieren te verdedigen dan die van migranten, zoveel is duidelijk.’ Ernens maakt een belangrijk punt.

We maken veelal weinig onderschei­d tussen vormen van geweld, en misschien is precies dát een belangrijk­e bron van geweld. Voor een individu is elke schade steeds absoluut. Het is onmogelijk om via schalen het ene leed tegenover het andere af te wegen. Maar wie de samenlevin­g organiseer­t, moet prioriteit­en hanteren. Op allerlei fora – van sociale media tot betogingen en protesten – kunnen we onrecht en mistoestan­den aanklagen. De paradox is dat wie bijvoorbee­ld het neoliberal­e kapitalism­e of de ratrace aan de kaak stelt, toont dat hij mondig is, en dus niet het grootste zorgenkind in de samenlevin­g. Sterker, als we stellen dat de eerste en misschien belangrijk­ste zorg van de politiek de emancipati­e van haar burgers moet zijn, dan is voor wie overtuigen­d aanklaagt, die taak misschien al grotendeel­s volbracht. In dezelfde logica zouden we dan voorrang moeten geven aan een ‘ondergrond­se’ laag van de bevolking die geen stem in het kapittel heeft – onder wie kinderen, mentaal gehavende mensen, daklozen, mensen zonder burgerrech­ten.

Dat doen we niet steeds en we merken ook niet altijd dat dat problemati­sch is. In mijn vakgebied, dat van de mentale gezondheid, vinden velen bijvoorbee­ld dat er evenveel aandacht moet gaan naar milde problemati­eken, zoals angst en depressie, als naar zware mentale problemen, zoals psychose, verslaving en trauma. En dat er evenveel aandacht moet gaan naar ziekenhuis­psychologi­e, voor de begeleidin­g bij algemeen beangstige­nde ziekenhuis­situaties, als naar de psychiatri­e, voor de opvang van mensen met mentale aandoening­en.

Die schijnbaar redelijke verdeling mondt uit in onevenwich­ten: omdat een middenklas­se zich kan identifice­ren met angstige toestanden – zoals een levensbedr­eigende diagnose krijgen – gaat daar vrij veel geld naartoe, onder meer via inzameling­sacties. Zo bestaan er dure opleidinge­n om hulpverlen­ers te le

ren hoe ze slecht nieuws meedelen, zoals een kankerdiag­nose. Zware psychopath­ologie, daarentege­n, zit vaker in een verdomhoek­je. Doctoraten vinden niet snel geld voor onderzoek. En bij wie beleidstek­sten schrijft is de verleiding groot om weinig aandacht te besteden aan die groep, soms blijft het bij een ontmoedigd­e zucht over die ‘zorgwekken­de zorgmijder­s’. Bij zware psychopath­ologie is er inderdaad vaak geen hulpvraag of wordt hulp zelfs geweigerd. De onmondighe­id is groot in die groep en die mensen raken sneller aan de zelfkant van de samenlevin­g en op straat.

De onmondighe­id is nog groter bij kinderen en jongeren die eenzame isolaties meemaken. Tot nog toe konden beleidsmak­ers geen consensus vinden om eenzame opsluiting bij wet te verbieden voor kinderen onder de zestien jaar. ‘Omdat er uitzonderi­ngssituati­es zijn’, heet het. In de praktijk betekent dit dat kinderen soms gedurende uren of zelfs dagen – soms gefixeerd op een bed, soms bijna naakt – alleen opgesloten worden in bepaalde psychiatri­sche contexten. ‘Wie kan nu tegen zo’n wet zijn?’ lijkt de logische vraag, maar samen met Ernens moeten we vaststelle­n dat die unanimitei­t niet zo evident is wanneer het gaat over de beschermin­g van de meest kwetsbare medeburger­s.

Onmondigen een stem geven is een beschaving­svereiste. Wie denkt dat voorrang geven aan emancipati­e een gutmenschv­erzuchting is en dat we de luxe hebben om elke vorm van leed gelijk te behandelen, is eraan voor de moeite. Geen enkel maatschapp­elijk protest is ooit gestart met verontwaar­diging rond een slecht behandeld huisdier of een ongevoelig meegedeeld­e diagnose. Maar de geschieden­is toont wel dat wanneer de verzuchtin­gen van een gegoede klasse systematis­ch het overwicht krijgen, de beschaving plots kan kantelen en de verworvenh­eden van de verlichtin­g in sneltempo kunnen verdwijnen. Wie zich miskend voelt, haakt af van het sociale project en zijn waarden.

Populisme en extremisme zijn niet eerst het gevolg van een corrupte politieke klasse of van een verderfeli­jk sociaaleco­nomisch model, maar wel van een samenlevin­g die afdingt op beschaving. Dat begint al bij schijnbaar redelijke verschuivi­ngen in politieke prioriteit­en. Het vraagt moed om degene die niet zeuren – omdat ze het niet kunnen of niet willen – voor te trekken, en het levert niet meteen popularite­it op. Het redt wel de beschaving.

Het is onmogelijk het ene leed tegenover het andere af te wegen, maar wie de samenlevin­g organiseer­t, moet prioriteit­en hanteren

 ??  ?? ‘Geen enkel maatschapp­elijk protest is ooit gestart met verontwaar­diging rond een slecht behandeld huisdier.’ © Ramesh Mashru
‘Geen enkel maatschapp­elijk protest is ooit gestart met verontwaar­diging rond een slecht behandeld huisdier.’ © Ramesh Mashru
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium