De Standaard

Lëtzebuerg­esch moet ‘eigen volk’ redden

Het Grootherto­gdom dankt zijn bloei aan buitenland­se arbeidskra­chten. Maar voor veel Luxemburge­rs zijn de grenzen van de groei bereikt. Hun taal en identiteit komen in de verdrukkin­g. ‘We verzuipen.’

- VAN ONZE REDACTRICE IN LUXEMBURG EVITA NEEFS

MINSBECH I ‘Wat moeten we in hemelsnaam met een Google datacenter?’, zucht Lucien Welter (63). ‘Waar gaan ze het personeel halen? We kunnen toch niet nog meer buitenland­ers invoeren?’ Nu het fiscale paradijs gesloten is, hoopt de regering Luxemburg uit te bouwen tot digital hub en centrum voor space mining, de ontginning van andere planeten. De komst van de Amerikaans­e techreus zou die ambitie een flinke por in de rug geven.

Maar volgens Welter heeft het kleine Grootherto­gdom de grenzen van zijn groei bereikt. ‘Luxemburg verzuipt’, zegt de gepensione­erde arbeider. Zijn bekommerni­s is niet zozeer de draagkrach­t van het milieu dan wel de teloorgang van de Luxemburgs­e taal en identiteit. Welter is sinds kort voorzitter van de regionale afdeling van de Alternativ Demokrates­ch Reformpart­ei (ADR), een identitair­e en rechtscons­ervatieve partij. Zondag hoopt hij het tot parlements­lid te schoppen.

Welter geeft zichzelf een redelijke kans. Hij is immers een bekende figuur in Luxemburg, sinds hij begin vorig jaar een petitie lanceerde voor de opwaarderi­ng van het Luxem burgs tot belangrijk­ste officiële landstaal en daarbij een recordaant­al handtekeni­ngen verzamelde (DS 3 februari 2017).

Het Lëtzebuerg­esch, oorspronke­lijk een Duits dialect, kreeg in 1984 weliswaar het statuut van ‘nationale’ taal, maar dat bleek niet meer dan een eretitel. Frans en Duits bleven het meest gebruikt in onderwijs en administra­tie. Bovendien zijn alle wetten en gerechteli­jke procedures in het Frans – met dank aan de Code Napoléon.

De toekomst van de Lëtzebuerg­er Sprooch is een centraal thema in de parlements­verkiezing­en van zondag – elke partij wijdt er op zijn minst een hoofdstuk aan in haar programmab­rochure. Voor de liberale DP van premier Xavier Bettel is het zelfs een van de vijf pijlers van haar visietekst.

De wereld op haar kop

‘Taal is een alternatie­ve manier om over identiteit te praten’, zegt sociolingu­ïst Christoph Purschke van de universite­it van Luxemburg. ‘De taal zegt wat het betekent om een Luxemburge­r te zijn. In een land dat draaiende wordt gehouden door buitenland­ers, kun je nu eenmaal niet openlijk tegen immigratie zijn.’

Als slogan koos Bettel voor ‘Zukunft op Lëtzebuerg­esch’, wat een

dubbele betekenis heeft: ‘Toekomst in het Luxemburgs’, maar ook ‘Luxemburgs­e versie van de toekomst’. ‘Het gaat over taal, maar via de taal worden maatschapp­elijke thema’s aangesnede­n’, zegt Purschke. Coalitiepa­rtner Déi Gréng, de groenen, doet hetzelfde met ‘Zukunft, Zesummenha­lt, gutt Liewen’ (toekomst, sociale cohesie, goed leven) in combinatie met ‘Well mer eist Land gär hunn’ (omdat we van ons land houden).

Tegelijker­tijd onderstrep­en de traditione­le partijen de waarde van Luxemburgs meertaligh­eid. Er zijn immers ook veel Luxemburge­rs die de talenkenni­s als dé kracht van hun geglobalis­eerde land zien. Welter ziet in die tweespalt een strijd tussen ‘de elite en de gewone mensen’.

De DP balanceert in haar verkiezing­sretoriek volgens Purschke op de rand van het populisme, allicht in de hoop kiezers weg te houden van de rechtse ADR. Die laatsten werpen zich op als de ‘stem van Luxemburg’, de enigen die willen vechten voor de Luxemburgs­e taal en identiteit.

Toch wil ook de ADR het Frans en het Duits niet volledig weren. ‘Maar het Lëtzebuerg­esch moet de taal van de integratie zijn’, stelt Welter. ‘Nu worden wij, de oorspronke­lijke Luxemburge­rs, verplicht een andere

‘Het is toch hemelterge­nd dat wij in het ziekenhuis niet precies kunnen uitleggen wat ons scheelt, omdat de artsen en verplegers onze taal niet spreken’

LUCIEN WELTER

Regionale voorzitter Alternativ Demokrates­ch Reformpart­ei

‘In een land dat draaiende wordt gehouden door buitenland­ers, kun je nu eenmaal niet openlijk tegen immigratie zijn’

CHRISTOPH PURSCHKE Sociolingu­ïst

taal te spreken. Dat is toch de wereld op haar kop. Het is toch hemelterge­nd dat wij in het ziekenhuis niet precies kunnen uitleggen wat ons scheelt, omdat de artsen en verplegers uit het buitenland komen en onze taal niet spreken.’

Kleine Luxemburge­rs

Met nog meer economisch­e groei en dus nog meer buitenland­se werkkracht­en dreigen de Luxemburge­rs helemaal in de verdrukkin­g te raken. Van de 602.005 inwoners van het Grootherto­gdom heeft slechts 52 procent de Luxemburgs­e nationalit­eit (genaturali­seerden inbegrepen), gedaald van 87 procent zestig jaar geleden. Als het zo doorgaat, vreest Welter, zijn de Luxemburge­rs over enkele decennia een kleine minderheid in eigen land.

We zitten op een terrasje – als je de drie tafeltjes op het parkeerple­in van de bakker in het centrum van Minsbech althans zo mag noemen. Gezellig is het niet, maar de koffie is heerlijk en de flan verrukkeli­jk. Welter wijst naar de verlaten hoofdstraa­t die door zijn dorp van amper 700 zielen loopt: ‘Nu is het hier rustig, maar tijdens het spitsuur is dit een sluiproute voor mensen die in de hoofdstad werken. Dan staan ze hier bumper tegen bumper aan te schuiven.’

De ADR grijpt de verkeersel­lende in het land aan om haar pleidooi tegen verdere economisch­e groei kracht bij te zetten. En dat is volgens sociolingu­ïst Purschke, zelf een Duitser, dan weer een omfloerste manier om te zeggen: wij willen ons land voor ons houden. ‘De ADR spiegelt de kiezers een verleden voor waarin iedereen Luxemburgs sprak – wat in realiteit nooit het geval is geweest.’

Een ander argument is de woningnood. ‘Om al die nieuwkomer­s te huisvesten zouden we elk jaar 11.000 appartemen­ten bijbouwen. En dat is niet wenselijk’, oordeelt Welter. ‘Het land is vol.’ Bovendien rijzen de vastgoedpr­ijzen de pan uit. Om zich een woning te kunnen veroorlove­n, moet een modaal gezin twee inkomens hebben. Dat betekent dat de kinderen naar de opvang moeten. ‘En wat gebeurt er daar met de kinderen? Luxemburgs­e crèches lijken wel de Toren van Babel waar de kleintjes woorden uit zowat alle talen oppikken, maar geen fatsoenlij­k Luxemburgs leren’, weet Welter uit ervaring met zijn kleinzoon.

De ADR stelt daarom een ‘opvoedings­loon’ voor zodat een van de ouders – al gebruikt Welter steevast het woord moeder – thuis kan blijven. De partij hoopt dat het loon – 2.000 euro voor het eerste kind en snel stijgend voor de volgende – tot meer kleine Luxemburge­rs zal leiden.

Vol bouwkranen

Maar het kleine Grootherto­gdom lijkt nog niet van plan te stoppen met groeien. Dat wordt duidelijk tijdens de korte busrit van het centrum van de hoofdstad naar Minsbech. Vroeger sprak heel het dorp Luxemburgs, maar dat was voor de komst van de expats.

De reis begint aan het Hamiliuspl­ein, waar de notabelen van stad en land vorige week een gloednieuw­e ondergrond­se parking met 628 plaatsen inhuldigde­n. Bovengrond­s is een 36.000 m2 groot woon, winkel en kantoorcom­plex in aanbouw – met als kers op de taart de komst van de Galeries Lafayette, door de promotoren aangepreze­n als L’art de vivre à la française à Luxembourg.

Eenmaal buiten het centrum buigt de bus af naar de Kirchberg, de langgerekt­e hoogvlakte waar de Luxemburgs­e regering zestig jaar geleden de boeren verdreef om de Europese Gemeenscha­p te lokken, in de hoop dat die het arme land met zijn tanende staalindus­trie uit het slop zou trekken. Daarna volgden de banken en de internatio­nale advocatenk­antoren. En nog steeds staat de Kirchberg vol bouwkranen.

Een eind verderop, in het zuiden, rijst een heel nieuw stadsdeel uit de grond, de Cloche d’Or, waar over enkele jaren zesduizend mensen zullen wonen. Stad Lëtzebuerg en belendende gemeenten zijn één grote bouwwerf. ‘Waarom zouden België en Frankrijk hun best doen om bedrijven aan te trekken naar hun grensstree­k? Luxemburg doet het voor hen’, sneert Welter. ‘Zelfs als Belgen en Fransen hier voor het minimumloo­n komen werken, verdienen ze nog meer dan in eigen streek.’

Heimwee

Elke dag steken ruim 192.121 werknemers – van wie de helft Fransen, een kwart Belgen en evenveel Duitsers – de grens over om in Luxemburg in restaurant­s en winkels te komen werken. Volgens Statec, het Luxemburgs­e bureau voor statistiek, groeide de werkgelege­nheid in het Grootherto­gdom vorig jaar met 3,9 procent.

In de Belgische grensstree­k deed zich het tegenoverg­estelde voor: een aangroei van de (actieve) bevolking ging gepaard met een daling van het aantal jobs. De gemeenten met de meeste frontalier­s – Aubange spant de kroon met 66,4 procent van zijn inwoners – zijn economisch de minst ontwikkeld­e van de provincie. Wel ligt het gemiddelde inkomen er aanzienlij­k hoger en is de bouwgrond in Aarlen tot zes keer duurder dan elders in de provincie, volgens de cijfers van Real, het provincial­e studiebure­au. De voertaal van deze grensarbei­ders is het Frans. ‘Een Luxemburge­r die in eigen taal bediend wil worden, blijft op zijn honger’, klaagt Welter.

Luxemburg wordt almaar meertalige­r. Recent zijn verscheide­ne kranten, die traditione­el in het Frans en Duits publiceerd­en, gestart met een nieuwssite in het Engels – de lingua franca in de EU en het internatio­nale bedrijfsle­ven. Toch is er van overheidsw­ege nooit meer aan de bevorderin­g van het Luxemburgs gewerkt dan in de afgelopen jaren, al is het voor Welter nog lang niet genoeg.

Luxemburg zit in de knoop met zijn identiteit. Ook de volgende regering zal moeten laveren tussen heimwee naar een mythisch verleden en de drang naar de maan, tussen nationalis­me en globalisme.

 ?? © getty images/istockphot­o ?? In het zuiden rijst een heel nieuw stadsdeel uit de grond, de Cloche d’Or, waar over enkele jaren zesduizend mensen zullen wonen. Stad Lëtzebuerg en zijn gemeenten zijn één grote bouwwerf.
© getty images/istockphot­o In het zuiden rijst een heel nieuw stadsdeel uit de grond, de Cloche d’Or, waar over enkele jaren zesduizend mensen zullen wonen. Stad Lëtzebuerg en zijn gemeenten zijn één grote bouwwerf.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium