De Standaard

Alleen Elvis blijft bestaan

Elvis Costello heeft met ‘Look now’ een popplaat gemaakt die in breedte, diepte en menselijkh­eid een dikke middenving­er heft naar de kanker die hem deze zomer velde.

- INGE SCHELSTRAE­TE

Een plaat van Elvis Costello en zijn maatjes van The Imposters, de eerste sinds Momofuku uit 2008, en dat amper een paar maanden nadat een agressieve maar vroeg ontdekte kanker hem verplichtt­e om zijn tournee af te breken: dat is goed nieuws om het weekend mee te starten.

Nog beter nieuws is dat Look now een dijk van een plaat is. Het lijkt wel alsof El en zijn Bedriegers – Steve Nieve op keyboards, Davey Faragher op bas en Pete Thomas op drums – alles wilden laten horen dat ze in huis hadden.

Dat is benijdensw­aardig veel. De opener ‘Under lime’ alleen combineert de pompende ritmes van This year’s model uit 1978 met een blazerssec­tie die uit Sgt Pepper’s van The Beatles had kunnen komen, of uit ‘Land van Maas & Waal’ van Boudewijn de Groot. Een koortje ‘papapa’t’ erop los. En Costello zingt een paar regels zoals Alex Turner tegenwoord­ig zingt, als een verlopen crooner in een hoekje van het casino. Geloof ons of niet, maar samen klinkt dat geweldig.

‘Don’t look back’ is een piano ballad die van Carole King had kunnen zijn, maar van Burt Bacharach is. ‘Burnt sugar is so bitter’ is wél van King, maar klinkt als Steely Dan, toch de stukjes waarin de achtergron­dzangeress­en sarcastisc­h gaan koeren. Zij zijn het beste aan het nummer dat niet goed weet waarheen; misschien liet Costello het daarom twintig jaar in de kast liggen.

Burt Bacharach

In de hoesnotiti­es zegt Costello dat hij de emotie van Painted from memory op het album wilde, de plaat die hij in 1998 met Bacharach maakte, en de veelzijdig­heid van zijn meesterwer­k Imperial bedroom uit 1982.

De toetsen van Bacharach en Steve Nieve domineren op de plaat, al laat Costello in ‘I let the sun go down’ toch één keer een wonderlijk­e fuzzgitaar horen – zo’n gitaar die trompetter­t als een verkouden olifant. Die solo zit tussen de meest luxueuze strijkers die we in tijden hebben gehoord en samen vormen ze een wat katerige harmonie die alweer op Sgt Peppers had kunnen staan.

Het nummer zit in het gouden middendeel van de plaat, tussen de verende soul van ‘Unwanted number’ en Mr & Ms Hush’, dat met zijn blazers en de ‘oehoehs’ van Costello en Faragher een soort Motowngevo­el heeft. Daarna mag Bacharach aan de piano gaan zitten voor het ingetogen ‘Photograph­s can lie’. En dáárna komt ‘Dishonor the stars’, een onweerstaa­nbaar popliedje. Dat is een reeks van vijf topnummers die mindere goden over twee albums zouden uitsmeren.

We vergeven Costello daarom dat hij tussen die musicalach­tige overdaad ‘Suspect my tears’ heeft laten staan, een nummer dat voor ons geestesoog elke keer het beeld oproept van mensen die in glimmend pak een showbizztr­ap afdalen. Al te musical moet het nu ook niet worden. In de teksten treuren personages over gemiste kansen zoals alleen Costello ze kan laten treuren. En in de laatste nummers is de rek er wat uit. Maar Costello maakt hier muziek met de energie van de late jaren 70 en de instrument­ale ambitie van de sixties, zonder ooit in de retroval te trappen. Die kanker heeft hem verdorie nog scherper gemaakt.

Halverwege de plaat staan achteloos vijf topnummers op een rij

 ?? © rr ?? Elvis Costello, genezen en vitaler dan ooit.
© rr Elvis Costello, genezen en vitaler dan ooit.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium