De naakte waarheid
‘Genoeg loze beloftes van al die politici!’ schreeuwt de nieuwste verkiezingsflyer die ik in de bus kreeg. Naast de blokletters prijkt een brievenbus die uitpuilt van het verkiezingsdrukwerk. De boodschap is duidelijk: deze flyer verkondigt géén loze beloften. Er wordt op het eerste gezicht geen partij vermeld, al is het niet moeilijk te raden uit welke hoek dit soort leuzen komt. ‘Tijd voor de naakte waarheid. Zet ze in hun blootje’, staat er te lezen op de achterkant, die eruitziet als een krasbiljet. De naakte partijvoorzitters Wouter Beke, Bart De Wever en Gwendolyn Rutten gaan half schuil achter een blokje weg te krabben grijs. Wie de moeite neemt om te krabben, krijgt onpopulaire maatregelen te zien waaraan hun partijen volgend de flyer liever niet worden herinnerd. De uitzondering is nummer vier in het rijtje: Tom Van Grieken van Vlaams Belang.
De boodschap is duidelijk: politici – behalve die van Vlaams Belang – zijn hypocrieten. De Nederlandse journalist Rik Peters is het daarmee eens. Politici zijn misschien wel de grootste hypocrieten van allemaal, schrijft hij in Hypocrisie. Waarom je af en toe moet doen alsof
Ons moderne systeem werkt alleen als iedereen wat hypocriet is, en dat noemen we vooruitgang
(Houtekiet, 144 blz., 19,99 €, eboek 12,99 €). Alleen is daar volgens hem niets verfoeilijks aan, integendeel: ‘Dat is precies wat onze democratie zo mooi maakt’ – wellicht niet meteen de conclusie die de campagnevoerders van Vlaams Belang op het oog hadden met hun flyer.
Hypocrisie zit ingebakken in ons systeem, stelt Peters. Politici moeten zich voordoen als doorsneeburgers, anders halen ze geen stemmen. Terwijl ze tegelijk boven andere burgers staan, omdat ze de lijnen uittekenen waaraan iedereen zich moet houden. Dat vergt op zich een gezonde portie acteertalent. Bovendien: wat schieten we op met een politicus die zich altijd netjes aan zijn idealen houdt? Zo iemand krijgt niets voor elkaar. Wie meer wil doen dan wat roepen aan de zijlijn moet overleggen, geven en nemen, compromissen sluiten. Negatiever gezegd: konkelfoezen. Een politicus beschuldigen van hypocrisie heeft in dat licht niet zoveel zin.
Trouwens: ons hele systeem is gebaseerd op sprookjes, dingen die we onszelf wijsmaken om het in stand te houden. Zoals: het volk heeft altijd gelijk – aan het succes van Vijftig tinten grijs en Crocs kun je wel zien dat veel mensen vaak slechte keuzes maken, stelt Peters. Of deze: politici spreken namens de bevolking. Terwijl ze veeleer de spreekbuis zijn van een partij of een lobbygroep.
Democratie is dus altijd wat smoezelig. Is dat een ramp? Om op die vraag te antwoorden overloopt Peters tweeduizend jaar politieke filosofie. Van de koningfilosoof van Aristoteles tot de heerser van Machiavelli, die hypocriet mocht zijn als dat zijn macht versterkte, en de burger van Hobbes, die mocht sjoemelen als dat de staat beschermde. Ons moderne systeem, zegt Peters, werkt alleen als iedereen wat hypocriet is, en dat noemen we vooruitgang.
Iedereen hypocriet! Het is weer eens wat anders, als slogan.