Anna Burns
Milkman van Anna Burns gaat over taal, over hoe die kan onthullen en verhullen, bevrijden en klem zetten. Het is het minst toegankelijke boek op de shortlist, en dat heeft te maken met de manier waarop de hoofdpersoon vertelt. Ze is een zenuwachtig type dat ontzettend uitweidt en er niet voor terugschrikt om gebeurtenissen meer dan één keer te brengen. Het anonieme hoofdpersonage blikt terug op haar leven als achttienjarige in een zwaar belegerd deel van Belfast. Burns schreef eerder al over de Troubles in NoordIerland tijdens de jaren 70.
Het meisje vindt het leven in de twintigste eeuw zo deprimerend dat ze vlucht in romans van de negentiende eeuw of zelfs vroegere tijden. Ze doet dit niet enkel thuis, maar ook op straat, terwijl ze wandelt. Dit ongewone gedrag stoort de goegemeente en zonder dat het meisje het beseft, stopt de gemeenschap haar in de categorie van de halvegaren. Vervolgens beginnen er ook roddels te circuleren over ene Milkman, een paramilitair van hoog aanzien. De twee zouden een affaire hebben. Wat het meisje ook ter verdediging opvoert, ze wordt niet geloofd, zelfs niet door haar moeder.
Milkman is een absurdistische roman over een heel specifieke plek, die als standin kan dienen voor een hoop andere plaatsen ter wereld. Plaatsen waar je je hoofd beter niet boven het maaiveld uitsteekt, waar het gevaarlijk is om je mond te openen, vooral als vrouw. Tegenover de lezer is het meisje net zo babbelziek als Tristram Shandy, de held uit een van haar favoriete romans. Tegenover de buren zwijgt ze liever, want wie praat en uitleg geeft, vermindert zijn macht, gelooft ze.
Sommige delen van dit boek zijn waarlijk grappig of juist huiveringwekkend, andere zijn langdradig en stellen het geduld van de lezer te zeer op de proef. Sowieso zullen weinig lezers bestand zijn tegen het getater van deze verteller. (Kathy Mathys)