Robin Robertson
‘Je bent de enige van ons die vertrekt in honderdzeventig jaar’, zegt de vader van Walker wanneer zijn zoon Canada verlaat om te vechten in de Tweede Wereldoorlog. Robin Robertsons The long take is doorspekt met herinneringen aan Walkers jonge jaren in Inverness County. Aan de stilte, aan de langzame uren. Toch is dit geen stil boek. Het zit vol stadsgeluiden: taxi’s, gehamer en geboor, getoeter en geschreeuw. Het gaat over de jaren 1946 tot 1953, wanneer exsoldaat Walker rondzwerft in New York, Los Angeles en San Francisco.
The long take verscheen bij Picador Poetry en houdt het midden tussen proza en poëzie. Robertson, dichter en redacteur, laat een Amerika in een stroomversnelling zien. Los Angeles verandert in geen tijd in een doolhof van asfalt. De auto wordt koning en diezelfde auto zorgt er ook voor dat je je van de ene enclave naar de andere kan verplaatsen zonder dat je met andere gemeenschappen in contact komt. Stadsplanning als een middel tot segregatie, noemt Robertson het.
Walker lijdt aan een posttraumatische stressstoornis en in de stad ziet hij een hoop menselijk lijden dat hem herinnert aan het slagveld. Hij gaat werken bij een krant. Meestal verslaat hij misdaad, soms is er tijd voor een filmrecensie. Robertson trekt op overtuigende wijze een parallel tussen de wereld die verbeeld wordt in films noirs als Kiss me deadly of The big combo en die van het Amerika na de oorlog. In beide is er sprake van angst voor de vreemdeling, van paranoia.
Dit is geen makkelijk toegankelijk werk voor Europese lezers die niets afweten van LA of van film noir. Nochtans is de taal helder, vooral de dialogen klinken ontzettend overtuigend. Walkers herinneringen voeren de lezer dan weer mee richting de oorlogsgruwelen.
Robertson is niet echt een grote kanshebber. Toch herinnert zijn werk ook aan de situatie in het huidige Amerika en mocht de jury daar gevoelig voor zijn, dan wint hij de prijs misschien alsnog. (Kathy Mathys)