Richard Powers
Zes romans zijn genomineerd voor de Man Booker Prize van 2018. DSL wikt en weegt de kanshebbers. Op 16 oktober kennen we de winnaar.
Hoeveel bomen kunnen we kappen voor we onze eigen wortels vernietigen? Het dramatische lot van bomen brengt de personages in Richard Powers’ roman The overstory (vertaald als Tot in de hemel) rechtstreeks of onrechtstreeks bij elkaar. In de jaren 90 ontbrandde een verbeten strijd tussen de eco–activisten die de oerbossen wilden be
schermen en de houtvesters die hun broodwinning wilden vrijwaren. Powers verweeft fascinerende thema’s in zijn verhaal: hoe ver mag je gaan om levende wezens die stem noch rechten hebben te verdedigen? Hoe gedragen groepen gelijkgezinden zich en hoe stevig zijn hun overtuigingen te staven?
Die brandende vraagstukken worden aangewakkerd door wetenschappelijke inzichten die ondertussen vanuit het lab in het publieke bewustzijn sijpelden. Planten zijn intelli
genter dan we altijd gedacht hebben: ze hebben een geheugen en minstens vijftien manieren om hun omgeving waar te nemen, ze bewegen, lossen problemen op en communiceren. Hun wortelstelsel is een brein. Bovendien hebben boom en
mens eenzelfde voorouder, we delen een kwart van onze genen en zijn op elkaar aangewezen.
Hier excelleert Powers: als geen ander kan hij wetenschap transformeren tot literatuur. In Tot in de hemel vormen ecologie, plantkunde en sociale psychologie het onderliggende weefsel van het verhaal. De beschrijving van hoe de sappen vanuit de wortels naar de bladeren worden gezogen is niets minder dan poëzie. En wat meer is: hoe poëtisch Powers ook wordt, hij blijft trouw aan de feiten.
Zolang er bomen groeien is er hoop, lijkt hij de lezer toe te fluisteren. (Geerdt Magiels)
(Volledige recensie in DSL, 7 september)