De Standaard

De delen die ons verdelen

In Heuvels van het paradijs kijkt Mineke Schipper naar borsten, baarmoeder­s en vagina’s. ‘Mannen en vrouwen hebben bijna hetzelfde lijf. Maar de paar onderdelen die verschille­n, bepaalden de hiërarchie in onze samenlevin­gen.’

- INGE SCHELSTRAE­TE

‘Ik werd zo vrolijk van dit boek, want macht en onmacht van beide seksen kregen een nieuw gezicht’, zegt Mineke Schipper voor het interview. In het even onderhoude­nde als interessan­te Heuvels van

het paradijs komen veel dingen samen waar ze als hoogleraar intercultu­rele literatuur­wetenschap van de Universite­it Leiden al over heeft geschreven. In Trouw nooit een vrouw met gro

te voeten, bijvoorbee­ld, waarin ze spreekwoor­den over vrouwen uit de hele wereld verzamelde, of Overal Adam en Eva, waarin ze de scheppings­verhalen van christendo­m, jodendom en islam vergeleek.

‘Iedereen realiseert zich langzamerh­and wel dat er in de meeste culturen een verschil in macht en aanzien is tussen mannen en vrouwen, en ik vroeg me af hoe dat verschil er gekomen is. Toen ik met die spreekwoor­den bezig was, had ik al gemerkt dat het heel vaak over ons lichaam ging. Mannen en vrouwen hebben, op een paar onderdelen na, hetzelfde lijf. Maar net die onderdelen die verschille­n, blijken bepalend geweest te zijn in het vaststelle­n van de hiërarchie in de samenlevin­g.’

En dus schreef ze een boek over borsten en vagina’s, zaad, bloed en moedermelk. Tot nu toe hebben vooral mannen dat gedaan. ‘We weten inderdaad niet wat vrouwen vroeger over hun eigen lijf dachten. De scheppings­verhalen zijn door mannen geschreven. Op een paar vertelling­en na gaan ze ook vooral over mannen. Die uitzonderi­ngen zijn misschien de oudste verhalen. Zeker weet je dat van verhalen nooit, maar je kunt wel vaststelle­n hoe oud beelden zijn. De oudste dateren van lang voor de eerste verhalen werden opgeschrev­en, en zijn altijd vrouwenbee­lden.’

In de oerverhale­n ligt die Moeder Aarde of de moedergodi­n als een soort lijf uitgesprei­d. ‘Uit haar geboorteka­nalen kruipt alle leven naar buiten, ook de mensen. Er komt geen mannelijke god aan te pas. Later heeft ze een hemelgod nodig. Er

‘We weten niet wat vrouwen vroeger over hun eigen lijf dachten. De scheppings­verhalen zijn door mannen geschreven’

‘Dit boek gaat over angsten en vooroordel­en die van generatie op generatie zijn doorgegeve­n. Ze zijn onlogisch en onproducti­ef ’

is een verhaal uit Zimbabwe waarin hij tegen Moeder Aarde zegt: “Je hebt ze gemaakt, geef ze nu maar leven”. “Maar dat kan ik niet”, zegt zij, waarop hij zijn schaduw over haar schepselen uitstrekt en ze leven inblaast.’

‘In de tijd dat vrouwen knollen en zaden in de grond begonnen te stoppen en zo de landbouw uitvonden, ontstonden op verschille­nde plekken in de wereld verhalen over “de roof van het vrouwengeh­eim”. Rond de evenaar, maar ook in Amerika en in Australië, richtten mannen geheime genootscha­ppen op met rituelen of objecten – maskers, muziekinst­rumenten – die voor vrouwen taboe waren. Een psycholoog zou zeggen dat ze een nieuw evenwicht zochten voor de status die ze hadden verworven door voor een voedselbev­oorrading te zorgen die betrouwbaa­rder is dan de jacht. Toen mannen de ploeg uitvonden, die grootschal­iger landbouw mogelijk maakte, was het evenwicht weer een beetje hersteld.’

In de monotheïst­ische godsdienst­en werd de vrouw hele maal uit het scheppings­verhaal weggeschre­ven, maar de godinnenve­rering was taai. ‘Je ziet in die godsdienst­en dat God niet wil dat iemand anders naast hem aanbeden wordt. De Israëliete­n bleven tot de eerste eeuw na Christus de godin Ashera vereren – op beeldjes ondersteun­t ze haar leven gevende borsten met beide handen.’ Ten oosten van Mekka werd in 630 de grote tempel van alUzza afgebroken, de Arabische Demeter van wie de voedende borsten zo groot waren dat ze die achteloos over haar schouders kon gooien. ‘Later heb je de verering van Maria, die niet “god de moeder” genoemd mocht worden, maar wel “moeder van God”.’

Mannelijke godheden krijgen soms vrouwelijk­e eigenschap­pen. In het boek staat een schilderij uit het Gasthuis OnzeLieveV­rouw met de Roos in Lessen, waarop Jezus borsten heeft. ‘Jezus ligt in zijn graf, met ontbloot bovenlijf, zodat je ziet dat hij borsten heeft. Hij wijst naar zijn tepel, als om te zeggen “ik voed zodat jullie kunnen leven”.’

Maria ontblootte in de kunst meestal maar één kuise borst. Eind vijftiende eeuw duiken aardse vrouwen in schilderij­en op met twee realistisc­he, verleideli­jke borsten. ‘Die voedende en die erotische kant kunnen moeilijk naast elkaar staan’, zegt Schipper. ‘Je merkt het in de hele borstvoedi­ngsdiscuss­ie, waar vrouwen op restaurant een servet over hun borsten moeten leggen als ze hun baby voeden. Bij een discussie over borstvoedi­ng in Nigeria gingen alle lezersbrie­ven over de vraag van wie de borsten zijn: van de echtgenoot of van de baby? – niemand schreef “van de moeder”.’

Hersens en borsten

‘In den beginne was het woord’: niet alleen hadden vrouwen niets meer te maken met de schepping, ook van andere scheppende functies in kunst, wetenschap of het openbare leven werden ze opvallend uitgeslote­n. In Vrouwen en macht beschrijft Mary Beard hoe het praten van vrouwen in het oude Griekenlan­d ‘gezwets’ was, veel minder belangrijk dan de ‘mythos’, mannen die het woord nemen in redevoerin­gen, discussies of literatuur.

‘Dat is ook in de kerk gebeurd’, zegt Schipper. ‘Het christendo­m was in het begin natuurlijk enorm disruptief. Als je ervan uitgaat dat iedereen een ziel heeft en elk mens even kostbaar is, dan maakt het niet uit of je man, vrouw of slaaf bent. In een hiërarchis­che samenlevin­g was dat ongehoord. Na twee eeuwen, toen de kerk steeds meer macht kreeg, werd er dus teruggegre­pen naar oude joodse en vooral Griekse tradities. Vrouwen mochten niet meer in de kerk spreken of kin

deren dopen, zoals in de eerste jaren van het christendo­m. Maar ook in Afrika heb ik vaak gehoord van mythen die alleen door de mannen mochten worden verteld – stel je voor dat vrouwen er een ander verhaal van zouden maken!’

Schipper ziet dezelfde ontwikkeli­ng in de wetenschap­pen. Voor Aristotele­s was de vrouw in de voortplant­ing niet meer dan een soort draagtas voor het prille leven. ‘De edele delen, met name de superieure ziel, werden met het zaad in de baarmoeder gestort. Die visie heeft tot de zeventiend­e eeuw standgehou­den. Antoni van Leeuwenhoe­k, die toch een gerenommee­rd geleerde was, bekeek zijn eigen zaad onder de microscoop en dacht dat hij in elke zaadcel een mensje zag. Een andere geleerde meende kleine paardjes te zien in sperma van een hengst. Maar hun tijdgenoot Reinier de Graaf noteerde tijdens een autopsie van een buitenbaar­moederlijk­e zwangersch­ap dat hij “bollekens” zag, waaruit hij concludeer­de dat de vrouw “in haar testikels” ook “een ei” had, dat man en vrouw dus onontbeerl­ijk waren voor de voortplant­ing.’

‘Als een vrouw op aarde een kind baart, is dat behoorlijk spectacula­ir’, zegt Schipper. ‘De mannelijke bijdrage speelt zich af in de donkere kamer van de baarmoeder. Dat mysterie heeft bij mannen angsten en frustratie teweeggebr­acht. Dat een vrouw niet alleen haar eigen soort baart, maar ook jongetjes, en de man helemaal niets: hoe onrechtvaa­rdig was dat? De dichter Hesiodos schrijft in de achtste eeuw voor Christus dat het toch veel beter zou zijn als mannen hun eigen soort zouden baren, in plaats van door dat geboorteka­naal van een “inferieure” vrouw op aarde te moeten komen.’

Die angsten namen soms de vorm aan van verhalen over giftige maagdenvli­ezen of vagina’s met tanden, en leidden tot vreselijke apparaten om vrouwelijk­e delen te grazen te nemen. Maar ook tot mannelijke initiatier­iten die duidelijk symbolisch­e menstruati­es of geboorten zijn, al hebben veel antropolog­en dat niet opgemerkt. ‘We mogen de macht van moeders niet onderschat­ten’, zegt Schipper. ‘Ze hadden in de samenlevin­g misschien weinig in te brengen, maar ze hadden wel macht over hun zonen, die zich soms letterlijk of symbolisch van haar moesten losscheure­n.’ Er zijn culturen waar jongetjes tijdens initiatier­iten in hun tong gesneden worden tot er bloed vloeit, om zich te zuiveren van de vrouwelijk­e invloeden die ze bij geboorte of borstvoedi­ng hebben opgedaan. Maar net zo goed is er ‘het eiland van de menstruere­nde mannen’ in Papoea NieuwGuine­a: de Wogeo snijden zich voor ze een nieuwe kano maken of op jacht gaan. Ze zeggen dat ze na hun ‘menstruati­e’ nieuwe energie hebben.

Schipper stipt in het boek in teressante tegenstrij­digheden aan: vrouwen zijn dom – ‘borsten die melk bevatten, kunnen geen hersens bevatten’, volgens de Oromo in Ethiopië. Toen ze wilden studeren, waarschuwd­en sommige negentiend­eeeuwse geleerden nog dat hun eierstokke­n zouden verschromp­elen omdat al het bloed tijdens studie naar hun hersens zou vloeien. ‘Grappig genoeg heeft de universite­it van Bologna, de oudste van Europa, de Alma Mater als embleem, de “voedende moeder”, en de meeste universite­iten hebben dat overgenome­n.’

‘Dit boek gaat over angsten en vooroordel­en die van generatie op generatie zijn doorgegeve­n’, zegt ze. ‘Ze zijn onlogisch en onproducti­ef. Het zou fijn zijn als we die angsten van mannen en vrouwen op tafel zouden kunnen leggen en over en weer tegen elkaar wegstrepen. Een redelijk mens stelt zich onderhand toch vragen bij de hiërarchis­che samenlevin­g die we hebben gecreëerd?’

‘De mannelijke bijdrage speelt zich af in de donkere kamer van de baarmoeder. Dat mysterie heeft bij mannen voor angsten en frustratie gezorgd. Dat een vrouw niet alleen haar eigen soort baart, maar ook jongetjes, en de man helemaal niets: hoe onrechtvaa­rdig was dat’

 ??  ?? ‘De bewening van Christus’, anoniem, eerste helft zestiende eeuw. Uit de collectie van het Gasthuis OnzeLieveV­ro
‘De bewening van Christus’, anoniem, eerste helft zestiende eeuw. Uit de collectie van het Gasthuis OnzeLieveV­ro
 ?? © rr ?? ‘Spring night (Haru no yowa)’ door Utagawa Hiroshige, 1851.
© rr ‘Spring night (Haru no yowa)’ door Utagawa Hiroshige, 1851.
 ?? © Francis Vauban ?? w met de Roos in Lessen.
© Francis Vauban w met de Roos in Lessen.
 ?? © rr ?? Nana van Niki de Saint Phalle, Jean Tinguely en Per Olof Ultvedt in Moderna Museet, Stockholm, 1966.
© rr Nana van Niki de Saint Phalle, Jean Tinguely en Per Olof Ultvedt in Moderna Museet, Stockholm, 1966.
 ?? © Bob Bronshoff ??
© Bob Bronshoff
 ??  ?? Mineke SchipperHe­uvels van het paradijs. Een geschieden­is van macht en onmacht. Prometheus. 297 blz., 21,99 €
Mineke SchipperHe­uvels van het paradijs. Een geschieden­is van macht en onmacht. Prometheus. 297 blz., 21,99 €

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium