Hoop op overlevenden opgegeven
Twee weken na de dodelijke aardbeving en tsunami op het eiland Sulawesi heeft Indonesië beslist de hulp te concentreren op de levenden in plaats van de doden.
BRUSSEL I Officieel zijn er zeker 2.045 doden gevallen bij de ramp op 28 september en vermoed wordt dat er nog ongeveer vijfduizend mensen vermist zijn. Maar de kans dat er nu nog mensen levend teruggevonden worden, is heel klein, zegt de Indonesische overheid. En als er nog lichamen gevonden worden, kunnen die waarschijnlijk niet meer geïdentificeerd worden.
Daarom werd gisteren de zoektocht naar slachtoffers stopgezet. Alle aandacht en hulp moeten nu gaan naar de ongeveer 80.000 mensen die hun huis kwijt zijn, en de minstens 10.000 gewonden.
Kritiek op de regering
Het ergst getroffen is de stad Palu. Daar worden twee van de zwaarst getroffen wijken afgesloten om er massagraven te vestigen. Als alle puin geruimd is, moet daar mogelijk een park en een monument komen. Er zouden nog ongeveer 5000 mensen vermist zijn.
De Indonesische regering heeft veel kritiek gekregen in verband met de ramp. Ten eerste omdat het tsunamiwaarschuwingssysteem niet naar behoren bleek te werken en de bevolking niet voldoende wist wat ze moest doen bij een tsunami. Bovendien kwam de hulpverlening maar traag op gang. Indonesië vroeg uitzonderlijk internationale hulp, maar heeft intussen de activiteiten van buitenlandse reddingswerkers alweer aan banden gelegd. (kdr)
Indonesië heeft intussen de activiteiten van buitenlandse reddingswerkers alweer aan banden gelegd