De Standaard

‘TRADITIONE­LE’ EUROPESE MAN LEEFT ONGEZONDER EN MINDER LANG

Te veel mannen in Europa sterven onnodig vroeg, en dat heeft meer te maken met slechte gewoontes en traditione­le gendernorm­en dan met hun geslacht. Europa moet ingrijpen, vindt de Wereldgezo­ndheidsorg­anisatie.

- PETER VANTYGHEM

BRUSSEL I De Europese regio vaart aan twee snelheden, wat de gezondheid van zijn mannen betreft. De gezondste man, een Zwitser, mag erop rekenen dat hij 82 wordt. De ongezondst­e, uit Turkmenist­an, moet het doen met een verwachtin­g van 65 jaar. Dat is een verschil van 17 procent: de WestEurope­se landen lopen vooraan, de OostEurope­se volgen op grote afstand.

Het nieuwe rapport van de Wereldgezo­ndheidsorg­anisatie (WHO) over de gezondheid en het welzijn van mannen in 53 landen van de Europese regio (inclusief alle vroegere Sovjetstat­en) brengt veel cijfers en analyses samen. Het begint met goed nieuws: Europese mannen leven langer en gezonder dan ooit tevoren. De rest is zorgwekken­d: mannen sterven te snel, en dat komt maar ten dele door hun biologisch­e aard. Er wordt niet goed voor hen gezorgd, en ze zorgen ook niet goed voor zichzelf.

Mannelijkh­eid als constructi­e

De WHO geeft aan dat preventie en educatie tot dusver vooral op vrouwen gericht waren, en dat er te weinig rekening gehouden werd met mannelijkh­eid als sociale constructi­e. Ze stelt nu prioriteit­en: het sterftecij­fer bij jonge mannen naar beneden halen, de grote ongelijkhe­id binnen Europa aanpakken, van gendergeli­jkheid een hefboom maken om de Europese man te genezen.

Hart en vaatziekte­n, kanker en diabetes zijn de voornaamst­e killers bij Europese mannen. In OostEuropa sterft meer dan een derde eraan voor hun zestigste, in het Westen is dat ‘maar’ 13 procent. Een andere doodsoorza­ak zijn verkeerson­gelukken en zelfdoding. In die categorie speelt leeftijd een grote rol: hij is de belangrijk­ste doodsoorza­ak voor jongens tussen 5 en 19 jaar oud.

Veel heeft te maken met typisch mannelijke gewoontes. Europa heeft sowieso het hoogste alcoholver­bruik van de wereld. Driekwart van die doden zijn mannen. In OostEuropa is alcohol, een statussymb­ool, verantwoor­delijk voor een kwart van de doden. Wat tabak betreft, is het verschil tussen de beste leerling (IJsland, 15 procent) en de slechtste (Rusland, 58 procent) enorm. Roken doodt jaarlijks een miljoen Europese mannen.

Algemeen gesteld eten mannen ook ongezonder, nemen ze meer drugs, bewegen ze minder, en krijgen ze daarom meer problemen met suiker, cholestero­l en overgewich­t.

Belgische mannen horen niet bij de gezondste groep. Qua levensverw­achting staan we op een zestiende plaats, maar daarmee bengelen we onder aan de WestEurope­se groep. Wat betreft de verwachtin­g op een gezond leven, doen alleen Duitsland, Portugal en Finland het slechter. In de lijst van zelfdoding staan we elfde. Daarmee staan we boven aan de WestEurope­se groep, voor IJsland en Finland. We bewegen te weinig (slechts tien landen doen slechter) en roken zit in de lift, vooral bij jongeren.

Geweld op school

Dat mannen ongezonder zijn dan vrouwen komt vooral omdat ze meer risico’s nemen, net omdat ze man zijn. Mannelijke stereotype­n en genderonge­lijkheid spelen een grote rol. Wie zijn mannelijkh­eid ‘traditione­el’ invult, heeft meer kans op een slechtere gezondheid en een lagere levensverw­achting.

In het voorbije decennium is het inzicht gegroeid dat werkomstan­digheden en de sociale steun het gedrag – en dus de gezondheid – van mannen sterk beinvloede­n. Jongens zijn daarbij vooral de dupe van armoede en fysiek geweld op school, en studeren zoals bekend niet goed genoeg. Maar de man wordt vooral een probleem wanneer hij volwas sen is: los van zijn slechte gewoontes op het vlak van voeding, alcohol en roken, klampt hij zich graag vast aan zijn rol als kostwinner, omdat dat mannelijke macht reproducee­rt. Dat leidt tot kwalen zoals slecht slapen, hartproble­men en stress. Dat de arbeidsmar­kt nogal wat typische mannenjobs aan het ‘afschaffen’ is, verhoogt het probleem.

Daarbij komt dat in bijna heel Europa mannen minder snel hulp zoeken dan vrouwen. Mannen zijn het niet gewoon om gezondheid­sdiensten te gebruiken, interprete­ren ziektesymp­tomen minder goed en wachten dus af tot de pijn te erg wordt. Hoe hoger mannen opgeleid zijn, hoe minder snel ze profession­ele hulp zoeken.

Wat er lekker uitziet

De sleutel om het mannenprob­leem aan te pakken ligt in gender, vindt de WHO. Na breed overleg tussen de overheden en de academisch­e wereld werd onlangs in Rome een nieuwe, ‘transforma­tieve’ strategie voorgestel­d om mannen gezonder te maken.

Een manspecifi­eke aanpak kan daarbij helpen: de ervaring leert bijvoorbee­ld dat mannen sneller meegaan in programma’s die niet te veel tijd vergen en met humor geladen zijn. Wat voeding betreft, zijn ze gevoelig voor speciale promoties en voor wat er lekker uitziet.

Maar vooral gendergeli­jkheid moet de hefboom worden. Positieve mannelijke rolmodelle­n, zoals dat van de liefhebben­de vader, moeten helpen om mannen een beter zelfbeeld te geven, hen minder krampachti­g te laten werken, het risico op geweld weg te nemen en vooral wat langer en gezonder te laten leven.

Wat lang en gezond leven betreft, doen in WestEuropa alleen Duitse, Portugese en Finse mannen het slechter dan Belgen

Mannen interprete­ren ziektesymp­tomen minder goed en wachten tot de pijn te erg wordt. Hoe hoger mannen opgeleid zijn, hoe minder snel ze profession­ele hulp zoeken

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium