Residentie Elsdonck {Wilrijk}
Tegen de jaren 30 had Stynen zich goed omringd met ontwerpers. Contacten met opdrachtgevers nam hij zelf waar en de zaterdagvergaderingen van het team bleef hij aansturen. Door die verhoogde slagkracht kon het bureau niet alleen zijn tempo opdrijven, maar ook grotere projecten aanpakken.
Tegen de Wereldexpo 1930 in Antwerpen – hij was dan nog altijd maar 31 – was de naam van het bureau al voldoende gevestigd. Diverse bedrijven kwamen bij hem aankloppen om een paviljoen te ontwerpen. In de Tentoonstellingswijk bouwde hij na afloop zijn privéwoning, in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid.
Residentie Elsdonck vloeide andermaal voort uit de uitstekende verstandhouding met de familie Nellens (zie 2), samen met de NV Elsdonck. Op een perceel in Wilrijk realiseerden ze een van de eerste vrijstaande appartementsblokken van die tijd.
Aan sociale woningbouw was Stynen nog niet toe – dat kwam pas in de jaren 50. Hier bediende hij nog volop de betere klasse. De appartementen waren luxueus en beschikten over alle comfort. Er waren voor die tijd vooruitstrevende snufjes, zoals een goederenlift, een binnentelefoon en een Cubexkeuken.
Met een lengte van vijftig meter smeekte de gevel om een ontwerp dat accent aanbracht. Zo kreeg de gevel twee glazen trapkokers en zijn er halfronde balkons om ritme aan te brengen.