‘Het blijft toch wij versus zij’
Met ‘4045’ creëerde Studio 100 volgens deze krant ‘een schot in de roos’. Maar hoe staat het met de rest van het commerciële theater in Vlaanderen? Reikt het verder dan spektakelmusicals en dijenkletsers? En is het vrije circuit er wel echt voor iederéén?
Het regent superlatieven over 4045. Onze recensent sprak over ‘intimiteit op grote schaal’. Gert Verhulst vindt het ‘een hoogtepunt uit de geschiedenis van Studio 100’. Regisseur Frank Van Laecke – al twintig jaar in het vak – noemt het ‘next level’ voor Vlaanderen. Het grote publiek volgt: er zijn al meer dan 250.000 tickets verkocht, waardoor gegarandeerd het commerciële succes zal evenaren van 1418, dat door 1 op de 20 Vlamingen werd gezien.
Is dit prestigeproject representatief voor de rest van het commerciële theatercircuit, dat in deze krant doorgaans minder aandacht krijgt dan de gesubsidieerde collega’s? Ja en nee. Door de uitbreiding van de taxshelter naar podiumkunsten nemen de mogelijkheden voor producenten spectaculair toe. Vroeger was er omzeggens alleen Music Hall, nu verschijnt de ene nieuwe speler na de andere. Daardoor dreigt er wel een overaanbod, zeker qua musicals en komedies. Tegelijk kan het vrije circuit nog een inhaalbeweging maken, onder meer op het vlak van artistieke risico’s, theaterinfrastructuur en diversiteit van artiesten en publiek.
De nieuwkomers
Maar de ondernemingszin, die zit snor. De meest ambitieuze nieuwlichter is Deep Bridge, opgericht in 2017. Hun horizon stopt niet aan taal en disciplinegrenzen. Deep Bridge wil eigen titels ontwikkelen en die internationaal exploiteren, maar hun musicals ook – lekker crossmediaal – laten voortleven als film, concert of televisiereeks.
Huisregisseur Stany Crets voelt zich er als een vis in het water. ‘Ik maak graag producties die niet binnen de lijntjes kleuren en wat meer risico’s nemen, zoals Rocky horror show of volgend jaar een nieuwe versie van Spamalot. Dat kan bij hen.’
Deep Bridge wist in korte tijd grote namen te strikken: Raymond van het Groenewouds muziek staat centraal in Meiskes & jongens (die nu loopt), in 2019 volgt nog Houdini door Kobe Van Herwegen en een musical rond Urbanus.
Een heel ander segment van de markt bespeelt de kersverse Sven De Ridder Company, waarvoor Sven zich na 36 jaar afscheurde van het Echt Antwaarps Teater van vader Ruud. Het nieuwe gezelschap wil brede kwalitatieve komedies brengen voor 8 tot 88 jaar, vertelt De Ridder. ‘Al onze stukken schrijven we zelf. Daarmee blijven we bewust uit het vaarwater van De Komedie Compagnie, die enkel bestaande stukken speelt(denk Taxi taxi, Ladies night en Boeing Boeing, red.).’
Wie je niet moet leren hoe televisie werkt, is James Cooke. Met zijn bedrijf Uitgezonderd heeft hij nu ook een gat in de theatermarkt gevonden: persiflages van bekende tvformats. Na Boer zocht vrouw, Komen (vr)eten en Soundmixshow loopt momenteel Wie wordt de man van Wendy?, waarin Van Wanten op het podium haar eigen datingprogramma parodieert. Beleving is alles: naast hun stukken biedt Uitgezonderd verwenpakketten voor vrouwelijke bezoekers, zoals bij Vapeurs.
Geen Broadway
Bovenstaande opsomming bewijst het: lachen loont. ‘Mensen zetten graag hun verstand even op nul’, meent Sam Verhoeven, directeur van het Fakkeltheater in Antwerpen en bezieler van Judas Theaterproducties, dat kleinschalige musicals maakt. ‘Er is een héél groot aanbod komedies. Drama’s en stukken die minder op de lach mikken, vinden in het vrije circuit moeilijker hun publiek – spijtig genoeg. Dat is anders bij de cultuurcentra, waar toeschouwers gerichter op zoek gaan naar serieuzere stukken.’
Repertoiretheater en het commerciële circuit: het is geen gelukkig huwelijk. Steven De Lelie probeerde het van 2008 tot 2016 met Theater aan de Stroom op de Antwerpse Linkeroever, tot subsidieverlies en financiële problemen hen de das omdeden. ‘Er is echt een lacune nu’, denkt De Lelie. ‘Als je een stuk van Arthur Miller, Tennessee Williams of Hugo Claus wil zien, moet je al naar een amateurgezelschap gaan. Toch vreemd?’
De Spelerij van regisseur Paula Bangels, met Matthias Sercu en Maaike Cafmeyer onder de acteurs, probeert het wel: zonder subsidies klassieke titels brengen zoals Oom Wanja en Kat op een heet zinken dak. Maar volgens Stany Crets mag er best meer repertoire zijn. ‘Ik zou niet liever willen dan bij De Komedie Compagnie De meeuw van Tsjechov regisseren, maar zij vrezen dat hun publiek dan zal afhaken. Jammer.’
Vlaanderen blijft een kleine markt, waardoor producenten graag op safe spelen. Shows die afgeleid zijn van bekende boeken (Ben X, Kuifje, Daens) of films (Pauline & Paulette, of begin 2019 Iedereen beroemd) trekken makkelijker publiek. Musicals, zoals alle voorgaande titels, marcheren in Vlaanderen beduidend beter dan toneelstukken. Wat ook altijd aanslaat, zijn oorlogsverhalen. Je merkt het aan het succes van en bij ons, maar evengoed in Nederland: daar liep een voorstelling over Anne Frank anderhalf jaar, terwijl Soldaat van Oranje sinds 2010 al 2,7 miljoen (!) bezoekers lokte.
Zulke jarenlange runs, zoals gangbaar op het Londense West End en Broadway in New York, zijn in Vlaanderen ondenkbaar. Studio 100 en regisseur Frank Van Laecke komen het dichtst in de buurt, met Daens, 1418 en (telkens zo’n halfjaar te zien). Daarvoor moesten ze trouwens steeds een popuptheater optrekken wegens gebrek aan andere infrastructuur.
Exit Stadsschouwburg?
De commerciële sector zit inderdaad krap bemeten. Neem dat gerust letterlijk: alle theaters en