Een beklemmend idee
Chinese fabrikanten verstoppen op grote schaal spionagechips in onze computerservers! Of toch niet? Een week na het sensationele verhaal van Bloomberg weten we eigenlijk maar één ding zeker: hoe het ook zit, erg veel kunnen we er niet aan doen. We zijn overgeleverd aan de goede wil of de willekeur van de mensen, ver weg, die onze goedkope wonderspullen in elkaar schroeven. Dat gevoel blijft nog wel even hangen.
Terwijl iedereen tevergeefs zat te wachten op tastbaar bewijs – waar was die chip dan? – werden de voorbije dagen geleidelijk gaatjes geboord in het verhaal van de twee Bloomberg journalisten. Al meteen was er die hef tige ontkenning door Apple en Amazon, en alle andere genoemde organisaties. Geen beleefde, formele ‘ontken ning’ die je op vijf manieren kunt
lezen. Nee, Apple wilde er geen enkele twijfel over laten bestaan: niets, maar dan ook niets van dit alles is gebeurd. Maar hoe kan dat dan, als Bloomberg zegt te beschikken over zeventien bronnen – weliswaar anonieme?
De journalisten hebben zeker professionele fouten gemaakt. Minstens een van de geraadpleegde experts zegt dat zijn citaten uit de context zijn getrokken en dat zijn interviewers de materie technisch duidelijk niet goed beheersten. En als ze de chip niet in handen hebben, wat staat er dan op de ‘foto’ bij hun verhaal?
Dus … zitten Apple en Amazon mee in het ‘complot’ om ons in het duister te houden over de Chinese chips? Of werd Bloomberg zelf het slachtoffer van een ander complot – voerden hun zeventien ‘bronnen’ een toneeltje op, bedoeld om, in volle handelsoorlog, de
economische belangen van China te schaden? Wie niet graag zijn toevlucht zoekt tot ingewikkelde samenzweringen, begint inmiddels te vermoeden dat de waarheid ergens in het modde rige midden ligt. Misschien meenden de journalisten ten onrechte een groot verband te zien tussen een aantal ech te, maar niet rechtstreeks aan elkaar gelinkte incidenten. Apple suggereerde dat eigenlijk al in zijn eerste reactie: het bedrijf zegt dat het in 2016 ooit één server van het bewuste merk (Supermicro) ontdekte met daarop kwaadaardige software (geen chip!). Er zijn zeker ook andere gevallen geweest waar malware – afkomstig van China en elders – op servers is terechtgekomen. En wellicht is er ooit ergens een verdachte chip gevonden – bedoeld voor industriële spionage, of iets anders.
Maar het blijft een beklemmend idee. De afgelopen twee jaar zijn we ons steeds meer zorgen beginnen te maken over de grote Amerikaanse internetbedrijven en wat die allemaal over ons weten. Misschien beseften veel mensen pas deze week wie er minstens evenveel macht over ons heeft, toch minstens potentieel: de naamloze fabrikanten van zoveel spullen om ons heen. Ook spullen waar een Europees of Amerikaans merk op kleeft. Al zegt de stem van de rede ons tegelijk ook dat die Chinese (en andere) fabrikanten er vooral belang bij hebben dat hun klanten in Europa en de VS tevreden zijn.
Facebook koos er net deze week uit om het er dan toch maar op te wagen: het lanceerde de Facebook Portal, zijn variant van een slimme luidspreker. Een toestel dat is uitgerust met een microfoon en een camera, en waar de merknaam ‘Facebook’ op staat. Gaat u zoiets in uw woonkamer zetten? Ik dacht het niet – en alleen al om die reden wordt dit product kansloos geacht. Ook al heeft Facebook eraan gedacht om een klepje te voorzien om die camera af te sluiten. Opvallend: de dag nadien kondigde Google een gelijkaardig toestel aan, de Google Home Hub. Enige echte verschil: de Google Home Hub heeft geen camera. En dat zou voor de commerciële kansen van dat apparaat een groot verschil kunnen maken. Dat is toch wel een interessante vaststelling in 2018: dat een toestel géén camera heeft, kan een verkoopargument zijn. Terwijl het nog steeds een toestel is met een microfoon en een open internetverbinding, natuurlijk. En dat is je smartphone tenslotte ook. Of hij nu uit China komt of niet.
Nu is het al een verkoopargument dat een toestel géén camera heeft