Onderdak met kakkerlak
Het voetbalschandaal is ook een zware klap voor de democratie. De verkiezingscampagne, zo lang voorbereid, zo intens gevoerd, blijkt opeens bijzaak. Verspilde energie. Wie kan het nog wat schelen dat Kris Peeters maandag weer naar Puurs verhuist? Dat John Crombez dan uiteinde lijk toch niet opstapt als SP.Avoorzitter? Dat Anneleen Van Bossuyt wéér tussen de Gentse tramsporen is gesukkeld? Een fietspad of een bermplantsoentje, een extra gehandicaptenparking of toch een hondentoilet, wat maakt het allemaal nog uit?
Wie zal zich morgen in het kieshokje niet afvragen: wat sta ik hier eigenlijk te doen? Terwijl ze op hetzelfde moment misschien de voltallige top van de Pro League, tweehonderd voetbalmakelaars, alle managers en voorzit ters, genoeg spelers en sportjournalisten én – waarom niet? – een aantal Ro de Duivels in de bak aan het draaien zijn?
Die verkiezingen, dat wordt een sof. Jammer voor al die politiekers die daar toch uiteindelijk veel tijd in hebben ge stoken. Sneu ook voor de pers die daar maandenlang veel papier en zendtijd mee zoek kon maken en gehoopt had dat nog een tijdje te kunnen volhouden. Gelukkig hebben Walter Zinzen en Rik Van Cauwelaert er nog wat aan ge had: zo kregen ze van mevrouw de directrice van het Oude Journalistengesticht de toestemming om tot middernacht op te blijven. Ze bleven nog wakker genoeg om duidelijk te maken dat wie geen van de vele voorafgaande politieke debatprogramma’s had gezien, absoluut niets had gemist. Maar zelfs Zinzen & Van Cauwelaert wisten van toeten noch blazen toen het over het voetbalschandaal ging, en dát was toch wat ons écht interesseerde.
Niettemin heeft de verkiezingscampagne wel degelijk iets blijvends opgeleverd. Met name in Iedereen Kiest (met Phara de Aguirre) bleek Stef Meerbergen een revelatie. Zijn reporta ge vorige week over de beschimmelde sociale woningen in de SintBernadettewijk in Gent bleek een voltreffer, in die mate dat Stef deze week uitpakte met een bisnummer. Na ‘Het is allemaal de Schuld van de Socialisten: Gent’, nu de sequel ‘Het is allemaal de Schuld van de Socialisten: Leuven.’ In de stad met de duurste huizen van Vlaanderen bleken er vluchtelingen te wonen in ellendige hokken waar zelfs studenten de neus voor ophalen. Dat was de schuld van huisjesmelkers en – wat bewezen diende te worden – van het stadsbestuur.
Een kerel in een rood Tshirt leidde Stef rond in een eerste krot. Hij begon te mopperen over de slaapkamer die volgens hem te klein was voor drie vol wassen mannen, maar dat was niet wat de reporter wilde horen. ‘Kom eens mee naar de keuken’, gebood hij het rode Tshirt. ‘Wat is dit hier?’
Ja, wat was dat? Een smeerboel, dat kon een kind zien: een fornuis dat in geen jaren was schoongemaakt, uitpuilende vuilniszakken, aangekoekte potten en pannen, lege blikken, etensresten die een eigen bloedsomloop aan het ontwikkelen waren. Dat kwam omdat er een probleem was met de elektriciteit en omdat het binnenregende, legde het Tshirt uit. Yeah, right.
‘Hola, wat zit er hier?’ Stef had zijn hoofd in de koelkast gestoken. ‘Kakkerlakken, hé vriend! Die zitten hier gewoon allemaal overal tussen. Waw, kijk eens wat een grote. En daar: twee of drie héél dikke.’
De bewoner, die er bij stond te kijken als een forel met een hernia, hield wijselijk zijn mond. Stef niet: ‘Dat is hier eigenlijk walgelijk, hé. Het is hier eigenlijk heel vuil. Eigenlijk is dit een keuken waar je niet wil in koken. Eigenlijk.’
Het Tshirt knikte schuldig.
Niet dat het ertoe deed, maar in het volgende beeld bevonden we ons alweer in een ander krot, zelfde soort stortplaats. Er stond een Afghaanse duts op te kijken. Stef zette zijn monocle op.
‘Ik zie hier muizenkeutels liggen. Al eens aan gedacht om dat op te kuisen? Om eerlijk te zijn, het is ook uw schuld dat het hier niet in orde is, hé?’
‘Ja, is waar’, pruttelde de andere verschut. ‘Hier het is niet echt proper.’
Stef rolde met zijn ogen: ‘Niet echt proper? Smerig, vies, vuil, stuitend, walgelijk, degoutant is het hier. Jamaar, gij ook hé, vriend! Heeft uw moeder u zo grootgebracht, om hier te leven als een varken? Doet ge dat thuis ook? Een dweil, een vuilblik, ooit van gehoord? Dreft, een schuursponsje, bleekwater, kennen ze dat in uw land?’
Quod erat demonstrandum: A) de huisjesmelkers die 500 euro huur durfden te vragen voor deze krotten, waren criminelen, en dat het stadsbestuur ze liet begaan, was een schande. En B) die Afghanen, of waar die Moldaviërs ook vandaan mochten komen, waren smeerkezen, vuilpeuken, viezeriken.
In de kelder was Stef nog niet geweest. Daar stond de verwarmingsketel. Die was al een halfjaar defect.
‘Het staat hier soms een halve meter onder water’, deelde de huurder droog mee.
Meerbergen liet de Sherlock Holmes in zich ontwaken. ‘Dáárdoor werkt de ketel niet meer!’ Niet geheel tot zijn ongenoegen, want zijn requisitoir dienend, merkte Stef tevens op dat het in de kelder ook krioelde van de wormen.
‘Wormen, muizen, kakkerlakken, geen verwarming of elektriciteit, ik zou hier geen 500 euro voor betalen’, luidde het verdict. Logisch enigszins, Stef woonde daar niet.
De reporter stelde nog enkele prangende vragen: ‘Doet de stad hier niets tegen? Hoe komt het dat het steeds de zelfde eigenaars zijn die vernoemd worden? Hoe groot is het probleem?’
Om antwoorden te formuleren, ontbrak helaas de zendtijd. Om het toilet (ook kapot) nog aan een inspectie te onderwerpen, gelukkig ook.
Een van de vele verdiensten van Stef Meerbergen is dat hij een nieuw tvformat lijkt te hebben ontwikkeld. Een mix van De Nieuwe Orde van Maurice De Wilde (‘waar waart gij toen hier voor de laatste keer gedweild werd?’) en het oude Kanaal 2kuisprogramma Schoon en Meedogenloos, met Sien en Maria.
Parbleu, ze gaan hem nog kunnen gebruiken met dat voetbalschandaal. Stef zal eens met vuile voeten door heel die Schone Handen gaan. Volgende week op bezoek bij de KBVB en de Fifa? ‘Het stinkt hier ook, hé? Een vuile boel, eigenlijk.’
‘Wormen, muizen, geen verwarming of elektriciteit, ik zou hier geen 500 euro voor betalen.’ Logisch enigszins, Stef woonde daar niet