Tijd brengt raad en rust
De Britse premier Theresa May en haar 27 EUcollega’s hervatten komende week hun dovemansgesprek. Het rancuneuze treffen vorige maand in Salzburg voedde het wantrouwen. De kans op een no deal neemt toe. De Britse regering bereidt de bevolking al voor op de potentiële chaos na de Brexit op 29 maart 2019: haperende medicijninvoer, een gesloten luchtruim, rottende tomaten in Antwerpen en Rotterdam, een kelderend pond.
Hoe kan dat, als volgens diplomaten 90 procent van de scheiding geregeld is? Omdat één obstakel weigert te verdwijnen: de grens tussen Ierland en NoordIerland. Een vijfhonderd kilometer lange lijn op de kaart, getrokken toen het katholieke Ierland na eeuwen Britskoloniale overheersing in 1922 een onafhankelijke republiek werd en het overwegend protestante noorden van het Ierse eiland Brits bleef. Op die grens komen alle spanningen samen: recht, politiek en geschiedenis.
Moet die grens onzichtbaar blijven, als praktische en symbolische waarborg voor het NoordIerse vredesakkoord dat in 1998 een decennialang bloedig conflict in Belfast beëindigde? Of moet die grens zichtbaar worden, omdat NoordIerland – vanwege de keuze voor een harde Brexit die May in 2016 maakte – de Europese interne markt en douaneunie verlaat, terwijl EUlid Ierland erin blijft? Maar hoe kan een grens tegelijk zichtbaar en onzichtbaar zijn?
Harde botsing
Voor deze puzzel vond de doorgaans zo creatieve EUmachinerie geen goed antwoord. Terwijl ze uitblinkt in politieke conflicten in technische problemen omvormen, loopt depolitisering op de grens vast: die is puur politiek. Geen toeval dat grensruzies tussen landen moeten worden aangepakt vóór toetreding tot de EU. Daarna is het te laat. Zo ging het onlangs tussen Slovenië en Kroatië, maar ook al in 1951 tussen Frankrijk en WestDuitsland. Bij de Brexit, de eerste uittreding, doemt een omgekeerd grensprobleem op, met een harde botsing.
Toch gokten beide partijen op de techniek. Eind 2017 spraken ze af dat de goederenhandel tussen de Ierse Republiek en NoordIerland ‘zonder frictie’ moet verlopen. Er mocht geen ‘harde grens’ ontstaan die het vredesproces in gevaar brengt. Voor Ierland en de hele EU een vitaal punt. Niemand wist hoe dat moest, maar technologische vooruitgang zou een uitkomst bieden. Denk aan barcodes en scans in havens en op vliegvelden. Ze gaven zichzelf tot 1 januari 2021: niet de Brexitdatum, maar het slot van de voorziene overgangsfase van een kleine twee jaar. Bij uitblijven van een technische doorbraak zou als ‘achtervang’ (backstop) automatisch een regeling ingaan om de harde grens te voorkomen.
Extra vangnet
Die plannen staan nu in de schijnwerpers. De Europese Commissie deed een voorstel waarmee in Ierland en NoordIerland hetzelfde douaneregime zou gelden, met als prijs een douanegrens in de Ierse Zee, die het Verenigd Koninkrijk zelf doorsnijdt: NoordIerland aan de ene, Schotland, Wales en Engeland aan de andere kant. Londen antwoordde deze zomer met het Chequersvoorstel voor ‘tijdelijke douanearrangementen’ tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk als geheel. Dat vond de EU niet geloofwaardig, hoewel kritiek op verzoek van 10 Downing Street wekenlang werd ingeslikt – tot de EUleiders het May in Salzburg in haar gezicht zeiden.
In haar congrestoespraak in Birmingham vorige week herhaalde May dat ze de referendumuitslag zal honoreren én zal weigeren NoordIerland in een EUdouaneregeling te laten: ‘Nooit zullen wij ons land opbreken.’ Groot applaus. Voor het publiek is de eenheid van de staat van een onloochenbare eenvoud. Het is moeilijk voorstelbaar dat een Britse regering een interne douanegrens zal toestaan. Een Franse of Spaanse regering zou dat evenmin doen. Douane raakt de kern van het staatsgezag. Barcodes spelen dat niet weg.
Dit weekend sleutelen onderhandelaars verder. May deed donderdag een concessie: ze zou niet langer vasthouden aan een harde einddatum voor de ‘tijdelijke arrangementen’. Maar enkele kabinetsleden vrezen dat hun land zo nooit echt los zal komen van de EU. De EU op haar beurt wil vooral een extra vangnet, specifiek voor NoordIerland, voor het geval de douaneonderhandelingen stuklopen. En dat betekent in laatste instantie toch de gewraakte controles tussen NoordIerland en de rest van het Verenigd Koninkrijk.
Zo blijft de puzzel onvolledig: de grens kan niet zichtbaar én onzichtbaar zijn. Misschien trekt een juridische slimmigheid de zaak vlot. Maar rookgordijnen kunnen ook als provocatie werken op het achterdochtige Britse publiek.
Brexitleugen
Wat nu? De EUzijde gelooft kennelijk dat de Britten zullen inbinden zodra de afgrond in zicht is. Zij hebben meer te verliezen dan wij. Een no deal treft de Britse economie hard. Terwijl de Britse export voor ruim 40 procent naar de ‘EU 27’ gaat, is het omgekeerd 8 procent. Dat maakt Londen de zwakkere partij. Maar gokken dat Londen bluft, is overmoed en onderschat de nationalistische krachten die tot de Brexit leidden.
De Europese zijde staat ferm in het eigen gelijk. Je kunt niet zonder lidgeld te betalen je clubvoordelen uitkiezen. Je kunt niet én het NoordIerse vredesproces willen waarborgen én volhouden dat je uit de interne markt en de douaneunie zult stappen. Ruim twee jaar na het Britse referendum zit de frustratie bij de 27 over de Brexitleugens nog diep. In Salzburg gaf president Emmanuel Macron er de vrije loop aan. Niemand heeft zin de Britten te belonen voor een daad die de Unie in het hart treft. Het humeur staat meer naar straffen, een voorbeeld stellen om nieuwe exits te voorkomen.
Armzalige schop vooruit
Wanneer politieke logica’s botsen en voor beide partijen hun grondvesten op het spel staan, is geen inhoudelijk compromis mogelijk. Toch is er een uitweg: de tijd. Schuif het Ierse probleem naar voren. Heel voorzichtig gaat het die kant op.
Over uitstel wordt vaak schamper gedaan. ‘Kicking the can down the road’, zegt het Engels, de zaak een armzalige schop vooruit geven. Zeker, soms is uitstel wegkijken. Maar soms helpt tijd nemen om de gemoe deren te bedaren, nieuwe feiten in de oplossing te betrekken. Om te laveren tussen verkiezingscycli, parlementaire procedures, economische schommelingen en internationale gebeurtenissen. De verrassingen die de toekomst brengt benutten: het is het hart van het politiek metier. Greep krijgen op de tijd als kunst.
Hoe je in dit geval uitstel kunt bewerkstelligen? Niet door de Brexitdatum van 29 maart te verschuiven. Dat zou weliswaar kunnen, maar helpt niet. Vernuftiger is, zoals een Britse ouddiplomaat in het blad Prospect opperde, de Ierse kwestie, en alleen die, over 29 maart heen te tillen. De dag erna staat het Verenigd Koninkrijk formeel buiten. De nachtmerrie van de brexiteers, dat het er nooit van komt, is dan voorbij. Dat alleen al verbetert de toestand.
Alle partijen moeten er zich in de vertrekregeling toe verbinden een definitieve oplossing te vinden tijdens de overgangsfase, dus vóór 1 januari 2021, met als resultaatsverplichting: geen harde grens. Dat zal nog veel voeten in de aarde hebben. Maar zo kan de botsing worden vermeden zonder al te groot gezichtsverlies. Dat is in ieders belang. Het zou een mirakel zijn als de onderhandelaars deze week al tot dit inzicht komen, zonder voorafgaande grote crisis.
Niemand heeft zin de Britten te belonen voor een daad die de Unie in het hart treft, het humeur staat meer naar straffen