Woning Verstrepen {Boom}
Stel je voor: de jongeman die bovenstaande woning realiseerde was pas 28. Stynen zat met zijn architectenbureau nog in het huis van zijn ouders, in de Provinciestraat in Antwerpen.
Die familie was erg sturend voor hem. Met een decorateur als vader had hij introducties bij kunstenaars en de hogere burgerij. Een buitenverblijf in Knokke droeg bij aan de netwerking (zie 2).
Aanvankelijk werkte hij in de stijl van Hendrik Berlage en de Amsterdamse School. Tot hij in 1925 met zijn vriend en kunstschilder René Guiette naar de Wereldexpo in Parijs ging. Ze ontmoetten er Le Corbusier. Een jaar later woonde Guiette in een huis van Le Corbusier – het enige dat de architect in ons land realiseerde. Stynen keerde terug als overtuigd modernist. Hij dacht nu in rechte lijnen en strakke vlakken. Liefst bouwde hij met nieuwerwetse materialen, zoals beton, staal en glas.
Dat wou hij ook toen de familie Verstrepen hem vroeg om een woning te ontwerpen. Jammer genoeg was mijnheer een fabrikant in Boomse baksteen. Daar viel dus niet aan te ontkomen.
Kijk toch eens naar die foto hierboven. Stynen begreep van jongs af hoe hij zijn werk in ideale omstandigheden kon presenteren. Hij was bedreven met fotografie en speelde met beelden. Soms speelde hij ook een beetje vals. Dan liet hij storende elementen weg of voegde hij een dramatische wolkenhemel toe. Uit een foto van een huizenrij knipte hij soms een stuk, en plakte er een tekening van zijn ontwerp in. Zo deden ze dat voor Photoshop.
In de woning Verstrepen ging hij een spel aan met volumes. De horizontale lijnvoering van de gevel kreeg een verticaal contrast met een torenachtig trappenhuis. De woning leidde een hele reeks modernistische privéwoningen in die in de jaren 30 speelser werden.