‘Als je vecht voor vrouwenrechten, kun je geen hemelbestormer zijn’
MARLEEN TEMMERMAN gaat met emeritaat
De tegenstand van conservatieve stromingen is steviger dan ze had gedacht, zegt Marleen Temmerman. Maar het geduld waarmee het icoon van de strijd voor vrouwenrechten al vier decennia aan de weg timmert, loont. ‘Er komt een kantelpunt waarop we onrecht tegen vrouwen niet meer pikken.’
Marleen Temmerman (65) klinkt hees. Ze is een paar dagen in het land, voor een doctoraatsverdediging en haar eigen emeritaatsviering. Daarna vliegt ze alweer naar Rio de Janeiro. Gisteren ging ze met pensioen aan de Gentse universiteit. Het einde van haar rijkgevulde loopbaan is dat allerminst, hoogstens een punt om even terug te blikken.
De OostVlaamse gynaecologe valt niet in een hokje te stoppen. Ze was diensthoofd gynaecologie en verloskunde aan het UZ Gent, werd senator voor de SP.A en bekleedde drie jaar een topfunctie in de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Ze stond aan de wieg van het International Center for Reproductive Health (ICRH), met afdelingen in Gent, Nairobi en Maputo. Haar carrière begon in Kenia, haar tweede thuisland, waar ze sinds drie jaar diensthoofd is aan de universiteit van het Aga Khan Development Network en het OostAfrikaanse netwerk voor vrouwengezondheid aanstuurt. In die vier decennia stond ze naast jonge moeders en in de cenakels van de macht, een tweespalt die haar alleen maar pragmatischer en diplomatischer heeft gemaakt.
Het blijft een moeilijk domein, geeft ze toe, waar de bakens zich lastig laten verzetten. ‘In 1994 kraaiden we victorie, omdat op de bevolkingsconferentie van Caïro vrouwen seksuele rechten kregen. Dat was ongegrond. Het recht om zelf te beslissen wanneer je kinderen krijgt en met wie, is lang niet overal verworven. In onze westerse euforie hadden we niet door dat er in veel landen een terugslag is. De toegang tot gezinsplanning of abortus wordt in sommige landen net moeilijker.’
‘In 2012 was ik verantwoordelijk voor een WHOresolutie over geweld tegen vrouwen en kinderen. We wilden de VNdefinitie van 1992 als basis nemen. Daarin waren ook verkrachting binnen het huwelijk en het kindhuwelijk opgenomen. Maar twintig jaar later hadden veel landen een andere visie: ze zagen dat niet meer als vormen van geweld tegen vrouwen.’
Hoe kwam dat? Om religieuze redenen?
‘Religie speelt, maar vooral macht. Mannen willen het recht niet afstaan om binnen het huwelijk alles met hun vrouw te kunnen doen. Onderwijs en werk voor vrouwen bedreigt de patriarchale inge
steldheid die voorschrijft dat vrouwen in de eerste plaats kinderen moeten krijgen en voor hun man moeten zorgen. Dat blijft hardnekkig in ruraal Afrika en het MiddenOosten.’
U draait mee in de hoogste kringen. Maken internationale instellingen een verschil op het terrein?
‘Een resolutie gaat de wereld niet veranderen. Maar het is een kapstok voor politici om wetten te veranderen. Dat, in combinatie met feiten en cijfers. Academici kunnen beleidsmakers op de feiten wijzen. Neem abortus: met voor of tegen ben je niets. Maar als je aan de president van Mozambique uitlegt dat in zijn land elke dag tien meisjes sterven door illegale abortussen, maak je indruk. Abortus is er nu gelegaliseerd, wat in Afrika uitzonderlijk is. Als je het wetenschappelijk aanpakt, wordt er geluisterd.’
Is dat zo? Waar sta je met dat academische werk, als je weet dat er nog steeds 220 miljoen meisjes en vrouwen geen toe gang hebben tot anticonceptie?
‘Het gaat niet vanzelf. Een politicus die in Afrika campagne voert over seks, condooms en homorechten, raakt nooit verkozen. We beseften dat we moesten communiceren in een taal waar ze iets mee zijn. Het heeft járen gekost, maar in Kenia is het aantal hivinfecties spectaculair gedaald. Aanvankelijk waren we in Mombassa met ons kleine hivcentrum een nichespeler. Maar na enkele jaren nam de politiek ons discours over. Nu komen duizenden homoseksuelen naar onze gezondheidscentra. We geven seksuele voorlichting in de moslimscholen. We werken in gevangenissen en met straatkinderen. De Kenianen zelf zijn de stem van de revolutie geworden.’
‘Ik geef toe: met gezinsplanning gaat het moeilijker. Dat cijfer van 220 miljoen kwam in 2012 naar boven. We hebben toen in Londen een grote conferentie gehouden, Family Planning 2020. Het doel was het aantal meisjes dat geen toegang heeft tot anticonceptie, te halveren. Er werd veel geld uitgetrokken, onder meer door de Bill & Melinda Gates Foundation maar ook door de ontwikkelingslanden. Veel Afrikaanse presidenten en ministers waren daar. Ze moesten allemaal mee in het bad.’
Waar staan we op twee jaar van de deadline?
‘We zullen het niet halen; het doel was zeer ambitieus. Ondertussen groeit de bevolking aan. Maar zonder beleid waren die 220 miljoen er waarschijnlijk al 300 of 320 miljoen geworden. Nu zitten we vermoedelijk op 150 miljoen. Er zijn dus wel plekken waar iets gebeurt. Rwanda is een van de weinige Afrikaanse landen dat de doelstellingen heeft gehaald: meer gezinsplanning, minder kinder en vrouwensterfte. Maar elders is de realiteit weerbarstiger dan we dachten. De tegenstroom, onder meer van religieuze groepen, is goed georganiseerd.’
Hoe gaat u om met diepgewortelde culturele en religieuze barrières?
‘In het publieke ziekenhuis in Mombassa volgden we zevenduizend verkrach tingszaken op. We brachten die cijfers naar buiten en zijn gaan mobiliseren. We informeerden politie en justitie. We gingen partnerschappen aan met privébedrijven en de overheid. En we probeer den religieuze groepen aan boord te krij gen. Zo bouw je aan een coalition of the willing.’
‘In Kenia zijn veel sterke vrouwen; enkele studentes van mij zijn nu professor of minister. Die maken van hun oren in de media. Je hebt er elke dag wel een radio of tvprogramma over geweld tegen vrouwen. Je moet geduldig aan de weg timmeren. Ik heb geleerd dat je in dit vak geen hemelbestormer kunt zijn.’
Ook verkrachting als oorlogswapen raakt niet uitgeroeid. In OostCongo, Syrië en Libië is het structureel geworden. Gaat de Nobelprijs voor de Vrede voor de Congolese gynaecoloog Denis Mukwege en de jezidiactiviste Nadia Murad daar iets aan veranderen?
‘Het is belangrijk dat er door die prijs wereldwijd over gesproken wordt.’
Kun je er iets aan doen zonder conflicten bij de bron aan te pakken?
‘Het hoort bij conflicten sinds het begin van de mensheid. Maar nu komt het wel naar buiten. Daders komen voor de rechter. Gerechtigheid is cruciaal. Het gaat trouwens verder dan oorlogsgeweld. In wezen gaat het over macht, altijd en overal. De machtsbalans tussen mannen en vrouwen zit fout. We moeten werken aan een vervrouwelijking van de maatschappij om dat evenwicht te herstellen. Zodat meisjes via onderwijs en werk hun rechten opeisen en niet langer afhankelijk zijn van mannen. We moeten ook ophouden met flauwe gendermoppen. En niet meer aanvaarden dat meisjes in Brussel op straat lastig gevallen worden. Er komt een kantelmoment waarop samenlevingen onrecht tegenover vrouwen niet meer pikken.’
Sinds #MeToo zijn de manvrouwverhoudingen bitser geworden. In de VS is gender een breuklijn in de samenleving. Zetten we een stap terug of is het een noodzakelijke katalysator in de strijd?
‘Beide. Het beleid van Donald Trump is zeker een stap terug. De Republikeinen wilden Brett Kavanaugh absoluut als rechter in het hooggerechtshof. Nu hebben ze daar de meerderheid en kunnen ze cruciale beslissingen over onder meer abortus terugdraaien.’
Moeten we daarvoor vrezen?
‘Natuurlijk. Kijk naar de Global Gag Rule, een regel die Ronald Reagan invoerde die bepaalde dat buitenlandse ngo’s die rond abortus werken, geen Amerikaanse subsidies konden krijgen. Bill Clinton schafte hem af, George W. Bush voerde hem weer in en zo over en weer. Trump gaat in die dingen nog veel verder.’
‘We hebben de tijdgeest niet mee. De onuitgesproken coalitie van gelovigen en conservatieven, overal in de wereld, is groter dan die van ons. Maar we mogen ons niet in de hoek laten drummen. We moeten ons beter organiseren en terugvechten.’
‘Laten we beginnen bij het begin, bij de opvoeding. Als jongens in India opgroeien in een cultuur waar vrouwen niets waard zijn, waar hun vaders hun moeders slaan, hoe willen we dan dat er iets verandert? Het hangt allemaal aan elkaar. Nog zoiets: staat op de grote klimaatconferenties geboortebeperking op de agenda? Niet echt. Maar als het aantal mensen op de wereld niet stabiliseert, halen we de klimaatdoelen nooit.’
Geboorte is een epidemie, zei u ooit.
‘Dat is zo. Als vrouwen wereldwijd gemiddeld slechts 2,2 kinderen kregen, zouden de ontwikkelingslanden meer vooruitgang kennen en zouden de kinderen beter opgeleid zijn. Men spreekt in die landen soms over het demografisch dividend: al die jonge brains met hun kracht en dynamiek. Maar je kunt het ook zien als een demografische ramp.’
Is het een taboe om dat in die landen te zeggen?
‘Ja, maar ook dat komt op de agenda. Veel leiders beseffen dat al die jonge mensen zonder diploma en werk alleen maar ballast worden.’
Was u verrast toen de beerput van #MeToo openging?
‘Nee. Dat wisten we toch?’
Niet alleen in de kunstensector, maar ook in Silicon Valley en in het Europees Parlement zijn vrouwen het slachtoffer van grensoverschrijdend gedrag. Het lijkt wel endemisch.
‘Dat is het. Maar ook dat is nooit anders geweest. Toen ik klein was, moesten de meisjes op de schoot bij meneer pastoor – tot ontzetting van hun moeders. Toen was er geen mechanisme om daar iets over te zeggen. Vandaag is dat er wel – eindelijk. Doordat de beerputten opengingen, eerst in de Kerk, dan in de cultuursector en het bedrijfsleven, komt er iets in beweging. Zowat elk groot bedrijf heeft nu een beleid rond grensoverschrijdend gedrag.’
‘Mannen willen het recht niet afstaan om binnen het huwelijk alles met hun vrouw te kunnen doen. Dat blijft hardnekkig in ruraal Afrika en het MiddenOosten’
‘De onuitgesproken coalitie van gelovigen en conservatieven, overal in de wereld, is groter dan die van ons. Maar we mogen ons niet in de hoek laten dringen’