Rode cijfers, groene winst
Groen kijkt aan tegen historische winst, de SP.A vreest een even historisch pak slaag. De gemeenteraadsverkiezingen beloven een machtswissel op links, waarbij de ecologisten voor het eerst het marktleiderschap kunnen claimen.
BRUSSEL I ‘Mag het nog over inhoud gaan, alstublieft?’ De Gentse socialistische kandidaatburgemeester Rudy Coddens, doorgaans niet de meest bevlogen spreker, klonk donderdagavond verontwaardigd. ‘Het politieke spel is hier nog nooit zo hard gespeeld als nu.’ Coddens verwees in De Bijloke naar de heisa rond de kwaliteit van de sociale woningen en het feit dat SP.Afractieleidster Anne Schiettekatte er zelf een betrekt. De kwestie ging recht naar het hart van waar de socialisten voor staan: collectieve sociale voorzieningen.
Groen deelde in de klappen met een stuntelig interview van kopstuk Elke Decruynaere. Toch trekt de kartelpartner met een heel ander gevoel de verkiezingsstrijd in. Eindelijk ziet de partij haar raison d’être een hoofdrol wegkapen. Groene kernthema’s als mobiliteit, luchtkwaliteit of open ruimte vinden almaar prominenter hun weg naar de lokale debatten. Ze werden het ijkpunt van de steeds terugkerende vergelijking tussen het Gentse en het Antwerpse model, een thema dat de nationale media beheerste. Het Gentse circulatieplan van de groene schepen Filip Watteeuw stond lijnrecht tegenover het Antwerpse doorstromingsbeleid van Koen Kennis. Dat de Antwerpse NVA die perceptie in de laatste rechte lijn probeerde bij te sturen, versterkte in de eerste plaats de positie van Groen.
Het contrast tussen beide Gentse kartelpartners – twijfel tegenover zelfbewustzijn – symboliseert de schuivende machtsverhouding tussen SP.A en Groen. De lokale verkiezingen vormen een nieuwe veldslag in de oorlog om het leiderschap op links. Niemand zal verbaasd zijn als zondag naast Groen alleen groene cijfers staan, en naast de SP.A enkel rode. Maar de weg voor Groen is lang. In 2012 haalden de socialisten met 16,4 procent – nationaal vertaald – nog bijna dubbel zo veel als Groen. De groenen leveren maar twee burgemeesters, de SP.A 22. Ook het aantal gemeenteraadsleden spreekt boekdelen: 259 tegenover 897. Zes jaar later ziet de wereld er anders uit.
Samen sneuvelt
Wie de lokale linkse verschuiving wil begrijpen, komt onvermijdelijk in Antwerpen terecht. In de tweestrijd met Vlaams Belanger Filip Dewinter zoog SP.A’er Patrick Janssens in 2006 zowat alle progressieve stemmen naar zich toe – Groen hield slechts twee zetels over. Maar vele allochtone stemmen keerden zich van hem af, door onder meer het hoofddoekenverbod en het gebrek aan kleur in zijn college. Ook bleef hij in het Oosterweeldossier te lang de oplossingen verdedigen waartegen ecologis
ten en burgerbewegingen streden.
In 2012 bezorgde Bart De Wever (NVA) Janssens een oplawaai. De SP.A ging in de oppositie en was hopeloos verdeeld tussen de vrijzinnige, flinkse nazaten van Janssens en de zachtere vleugel, aangevoerd door Yasmine Kherbache. Pas met de komst van Tom Meeuws raakten de rangen enigszins gesloten. Ondertussen kon Groen op zijn minst in de perceptie met vier gemeenteraadsleden boven zijn gewicht boksen en de oppositie vormgeven, uitgerekend in de twee essentiële dossiers die Janssens had verwaarloosd: diversiteit en mobiliteit.
Die omwenteling had ook gevolgen voor het kartel Samen, dat Groen en de SP.A in Antwerpen vormden. Groen kreeg met Wouter Van Besien de lijsttrekker, op twee stond met Jinnih Beels geen socialiste maar een onafhankelijke kandidate. De naam Samen werd gekozen om zijn eenvoud – een woord dat ook nieuwkomers snel aangeleerd krijgen. Alleen omdat de hegemonie van Groen zo groot was, paste het kartel binnen de partijstrategie. Uiteindelijk sneuvelde het door de perikelen van Meeuws.
Mexicaans leger
Terwijl Groen ook in de andere gemeenten aan één zeel trekt, kreeg de lokale SP.Acampagne het uitzicht van een Mexicaans leger. Dat werd onder meer geïllustreerd in een dubbelinterview met de Gentse burgemeester Daniël Termont en zijn Leuvense evenknie Louis Tobback (DS
25 augustus). Over veel onderwerpen, zoals burgerparticipatie, de relatie met Groen of de decumul, waren ze het gewoon niet eens. De autonomie van de stedelijke socialistische kopstukken dateert van voor de eeuwwisseling, maar deze campagne zette ze extra in de verf.
In de Stemcheck kwamen de opinies van de lokale SP.Aafdelingen het minst overeen van allemaal. Tekenend zijn de meningsverschillen op het vlak van migratie en identiteit. In Oostende wijst burgemeester Johan Vande Lanotte naar immigratie als verklaring voor de kansarmoedecijfers. In Antwerpen verwijt collectief links Bart De Wever dat die precies hetzelfde zegt.
De SP.A etaleert zich als een vat vol existentiële twijfels. Dat verklaart waarom ook in andere steden en gemeenten de roodgroene kartels sneuvelden, zelfs op plaatsten waar dat zetelverlies of gefnuikte ambities voor het burgemeesterschap tot gevolg kan hebben, zoals in SintNiklaas of Borgerhout. Gek genoeg heeft het opgebroken kartel in Antwerpen de militanten dichter bij elkaar gebracht, zeker bij het jonge geweld dat Van Besien en Beels vergezelt.
Voor de SP.A is verliezen het punt niet. Maar hoe groot wordt de schade? En slaagt John Crombez erin om tenminste verbaal de meubelen te redden? Tijdens de zomer legde hij zijn voorzitterschap in de schaal, mocht het zondag in de steden helemaal mislopen. Dat kwam hem intern op een flinke dosis kritiek te staan. Niemand staat klaar om hem te vervangen. De kans dat de Vlaamse socialisten in 2019 met een nieuwe voorzitter het strijdperk intrekken, is daarom erg klein. De SP.A moet af van het idee dat haar problemen zich beperken tot het voorzitterschap.
Traditioneel zijn lokale verkiezingen een zware dobber voor de partij. Maar vroeger maakten de sterke resultaten in de steden de landelijke zwaktes meer dan goed. Dat is geschiedenis: in 2012 ging zelfs Antwerpen voor de bijl. Gent hield stand, maar het palmares van Termont is allerminst onbesproken. En in tegenstelling tot de NVA in 2012 kan de SP.A als grootste Vlaamse oppositiepartij van deze verkiezingen geen afrekening maken van het federale regeringsbeleid.
Rode hoop
Behalve naar Gent kijkt links vooral naar Leuven. Voor de socialisten moet Mohamed Ridouani daar Louis Tobback doen vergeten. Maar er is een groene kaper op de kust. De campagne van David Dessers kwam goed uit de verf, blijkt uit de peilingen. Het wordt een nekaannekrace. En wat doen Renaat Landuyt in Brugge, Hans Bonte in Vilvoorde en Johan Vande Lanotte in Oostende? Uitgerekend aan de Kust kan Groenkopstuk Wouter De Vriendt een coalitie met Open VLD en de NVA in de steigers zetten, waarbij hij Kristof Calvo in Mechelen achterna gaat. Daar kan een verdienstelijke Caroline Gennez helemaal niet op tegen de pletwals van Bart Somers.
In Hasselt doet Marc Schepers het niet slecht, maar de verdeeldheid na de afgang van burgemeester Hilde Claes is er nog niet verteerd. In Aalst splitste de plaatselijke afdeling, en ook in SintNiklaas gaat het moeilijk. In Genk en Kortrijk redden Meryame Kitir en Philippe De Coene wellicht wat meubelen, maar niet als burgemeester. Toch is er een lichtpuntje. In Turnhout denkt de SP.A met het jonge talent Hannes Anaf vooruit te gaan.
De grootste ontdekking blijft Jinnih Beels. Wouter Van Besien kan niet meer worden ingehaald, maar gehoopt wordt dat ze het verschil erg klein houdt. Haar aanpak spreekt zowel hoog als laagopgeleiden aan. En laat die kloof net een van de grootste pijnpunten van de SP.A zijn. Haar verleden als politievrouw geeft Beels een geloofwaardigheid die ook de rechtse kiezer kan aanspreken. In een debat over veiligheid noemde ze De Wever zelfs ‘een softie’. Haar wacht een toekomst als SP.Akopstuk. Maar het blijft veelzeggend dat de rode hoop wordt verzinnebeeld door een kandidate zonder partijkaart.
Op die manier lijkt de SP.A in Antwerpen een voet voor te hebben, als het op coalitievorming met de NVA aankomt. Groen interpreteerde Beels’ weigering om de afschaffing van het hoofddoekenverbod als
Voor de SP.A is verliezen het punt niet. Maar hoe groot wordt de schade? En slaagt John Crombez erin om tenminste verbaal de meubelen te redden?
Jinnih Beels spreekt zowel hoog als laagopgeleiden aan. En laat die kloof nu net een van de grootste pijnpunten van de SP.A zijn
een breekpunt te beschouwen, alvast als een uitgestoken hand. Het was Monica De Coninck die als OCMWvoorzitster het voorwathoortwatbeleid introduceerde. Ook de SP.Aplannen voor de haven zijn meer aanvaardbaar. En dan is er nog de ambigue rode lijn qua identiteit. Als tiener die werd opgevoed door haar blanke grootmoeder, merkte Beels hoezeer die het moeilijk had met het veranderende Antwerpen.
Nakende breuk?
Ondanks de doorbraak van groene thema’s, blijft Groen in veel centrumsteden veroordeeld tot een bijrol. In de steden waar de partij wel om de knikkers speelt, valt het belang van tactische overwegingen op. Groen verloor vaak stemmen van strategische kiezers in de laatste rechte lijn naar de stembusslag. Daarvoor wil het zich deze keer indekken.
In Antwerpen roept kopman Wouter Van Besien expliciet op om niet voor de PVDA te stemmen. De partij wordt uitgesloten door CD&V en Open VLD, en zou zo een (centrum)linkse coalitie onmogelijk maken. Om de PVDAstemmer nog meer te overtuigen van zijn linkse bedoelingen, sluit Van Besien ook een samenwerking met de NVA uit, hoewel die samenwerking in andere steden (zoals Mechelen) of in het district Antwerpen prima werkt. Dat de strategie de inhoud zo soms overstemt – in vorige verkiezingscampagnes haast ondenkbaar – neemt Van Besien erbij.
Verder mikt Groen nu al op mei 2019. Het rekent erop dat de groene onderwerpen ook dan zullen bovendrijven. Met thema’s als de betonstop, mobiliteit, statiegeld, luchtkwaliteit of energie kan het de Vlaamse en federale meerderheden pijn doen. Het gebrek aan nationale kopstukken is nog een kopzorg. Behalve Van Besien, Calvo en voorzitster Meyrem Almaci pogen de groenen ook nieuwe gezichten als Vlaams fractieleider Björn Rzoska en senatrice Petra De Sutter in de markt te zetten. Ook de Leuvense Dessers mag zich opmaken voor een hoger niveau.
De ultieme brandversneller voor de groene machtsovername op links zou vanuit Gent kunnen komen. Daar doen geruchten de ronde dat het kartel na de verkiezingen weleens opgebroken zou worden. ‘De affaire over de sociale woningen heeft spanning gebracht in het kartel’, zegt politicoloog Carl Devos (UGent). ‘Ik zou zeker niet uitsluiten dat het uit elkaar valt.’ Bij Groen wordt toegegeven dat het uitkijken wordt naar het aantal verkozenen dat beide partijen elk in de gemeenteraad zullen hebben.
Maar de tegenstanders van het kartel – die ook bij de andere partijen te vinden zijn – rekenen zich het best niet te gemakkelijk rijk. Het vertrouwen blijft groot. Zowel lijsttrekker Rudy Coddens als duwer Daniel Termont liet geen kans onbenut om Groen met alle mogelijke egards te behandelen. Aan de oppervlakte was afgelopen donderdag van een nakende breuk niets te merken. Termont zwaaide nog eens met lof naar Watteeuw. En tijdens de campagne viel het al op dat Coddens zijn uiterste best deed om de eerder onbekende Decruynaere aan zijn achterban voor te stellen.
Strategische vergissingen
Met de regionale en federale verkiezingen kan Groen de SP.A definitief achter zich laten. Tegelijk gaan er stemmen op die waarschuwen voor de gevolgen van de versnippering op links, zeker nu ook de PVDA steeds meer haar neus aan het venster steekt. Diverse politicologen (Johan Ackaert, Marc Swyngedouw) wijzen op de complementariteit van het electoraat. Groen daarentegen denkt dat apart opkomen beter rendeert dan een samenwerking met de SP.A.
Een blik op de geschiedenis waarschuwt de groenen voor zelfgenoegzaamheid. In 1999 zette de partij na de dioxinecrisis haar beste resultaat ooit neer, met 11 procent van de stemmen. Dat cijfer lijkt meer dan ooit binnen handbereik. Een regeringsdeelname en vier jaar later haalde Groen niet eens de kiesdrempel. In zijn ijver om de SP.A op links te kloppen, beging toenmalig voorzitter Jos Geysels strategische vergissingen. Tegen de plotse opgang van Steve Stevaert bleek geen groen kruid gewassen.
De ultieme brandversneller voor de groene machtsovername zou wel eens vanuit Gent kunnen komen, als het kartel wordt opgebroken