BREINBREKEND
Het potentieel van artificiële intelligentie
PITTSBURGH/BOSTON I Niets deed vermoeden dat Pittsburgh, in de Amerikaanse staat Pennsyl vania, een wereldcentrum voor in novatie en artificiële intelligentie zou worden. Een halve eeuw gele den lag de Steel City, ooit het hart van industrieel Amerika, in de touwen: de staalfabrieken sloten de deuren, vandaag herinneren vooral verroeste staalconstruc ties, vervallen mijnen en het loka le Footballteam, de ‘Steelers’, aan dat glorierijke industrieverleden.
Maar Pittsburgh krabbelde overeind. Er ontwikkelde zich een nieuw economisch weefsel in de stad, rond diensten en technolo gie. In het midden van dat web ligt de Carnegie Mellon University (CMU), opgericht door staalmag naat Andrew Carnegie en al zestig jaar een koploper in onderzoek naar artificiële intelligentie (AI). Ook vandaag geldt de universiteit als nummer één in AI. Google, Amazon, IBM, Facebook en Microsoft hebben intussen dui zenden werknemers in Pitts burgh, allemaal op een steenworp van de universiteit. CMU strijdt om de titel van beste AIcentrum met het Massachusetts Institute of Technology (MIT), in Boston.
Het was geen toeval dat de Vlaamse adviesraad voor innova tie en ondernemen (Vario) en Vlaams minister van Innovatie Philippe Muyters (NVA) net bij die twee topuniversiteiten langs gingen om er zelf te gaan kijken hoe slimme machines onze econo mie en maatschappij dooreen kunnen schudden. Muyters maakt vanaf 2019 jaarlijks 30 miljoen eu ro vrij opdat Vlaanderen de boot niet mist (DS 3 oktober).
Generatie Z
De doorbraak van AI laat zich vandaag al voelen, maar de poten tiële impact is nog vele malen gro
ter, zegt Farnam Jahanian, voor zitter van CMU, stellig. Hij noemt AI de meest disruptieve kracht in de wereld vandaag. ‘Zestig pro cent van de generatie Z, de jonge ren die nu aan onze universiteit beginnen, zal een baan hebben die vandaag nog niet eens bestaat. Zes op de tien bedrijven met de groot ste marktkapitalisatie bestonden twintig jaar geleden nog niet. Deze technologische revolutie is on gezien in de geschiedenis.’
Nochtans is het idee van slim me en zelflerende machines zo oud als de straat. In Griekse my thes was er al sprake van geauto matiseerde reuzen en in de jaren
40 voorspelde de Britse wiskundige Alan Turing dat computers logisch zouden kunnen redeneren. Tien jaar later lanceerden onderzoekers van MIT en CMU AI als academische discipline. Maar toen na decennia onderzoek een doorbraak uitbleef, droogden het enthousiasme én het geld op: een ‘AIwinter’ trad in.
Vandaag is de vlam opnieuw in de pan geslagen: de rekenkracht van computers is exponentieel gestegen, data zijn er in overvloed — onder meer door de naar schatting 3,5 miljard smartphones in de wereld – en mobiele netwerken maken de verwerking ervan in