‘Zelfs je meest gekoesterde idee kan fout zijn’
1.
DENKEN IS PRIMA, TESTEN IS BETER ‘Nobelprijswinnaar Niko Tinbergen, geestelijke vader van de gedragsecologie, stelde dat je zelfs je favoriete gedachten niet zomaar voor waar mag aannemen: je moet ze toetsen. Zelfs je meest gekoesterde idee kan fout zijn. Het is een levensles die ik ook aan mijn studenten wil doorgeven: we moeten kritisch zijn voor ons eigen denkwerk, want we zijn te snel overtuigd van ons gelijk.’
2.
HAAL ADVOCATEN UIT DE POLITIEK ‘Misschien lijkt het logisch dat zoveel toppolitici advocaten zijn, want beleid is wetgeving en pleiten voor je dossier. Maar een advocaat is gepokt en gemazeld in een denkwijze van partij versus tegenpartij en je gelijk halen. Een aantal grote politieke dossiers – zoals het klimaatvraagstuk of de grote economische dossiers – hebben meer nodig dan louter dat paradigma. Wat ik vaak mis in de politiek is de benadering van de wetenschapper: als ik een idee heb en we weerleggen het met een experiment, krijg ik ongelijk, maar ook dat is interessant, want het leert ons iets. Systemisch denken ontbreekt in de politiek: ze zou het totaalplaatje moeten bekijken in plaats van alleen aparte dossiers. Veel vraagstukken van vandaag hangen complex aan elkaar. Er is interactie en wisselwerking. Die complexiteit moeten politici leren zien.’
3.
‘NIETS DOEN’ IS BRON VAN CREATIVITEIT ‘Als ik collegahoogleraren hoor zeggen dat ze geen tijd hebben om te lezen of te freewheelen, vind ik dat zorgwekkend. Mijn ouders hadden een zaak, en mijn broers en ik moesten onszelf leren bezighouden. Ik heb een geweldige jeugd gehad: ik observeerde de huisdieren in de tuin of trok het bos in. Daar heb ik veel van geleerd, bewust én onbewust, ook al was het schijnbaar “niets doen”. Ook als volwassene heb je dat soort ruimte nodig. In periodes die niet volgepland zitten, kun je op dingen komen die niet bedoeld waren, maar waarmee je wel aan de slag kunt gaan.’
4.
ZIE JEZELF ALS BROKJE BIODIVERSITEIT ‘We zien onszelf vooral als individu, maar dat is ook een samenwerkende vennootschap met microorganismen. Bacteriën en andere microben associëren we nog te vaak alleen met ziek zijn. Maar veel microorganismen blijken essentieel om te zijn wie we zijn. Hun actie in onze darmen is niet alleen belangrijk voor de spijsvertering. Ze hebben ook invloed op ons brein, via zenuwbanen, hormoonwerking en het immuunsysteem. Je bent als individu dus het resultaat van een gemeenschap van samenwerkende levensvormen. En dus ben je een wandelend ecosysteem dat in wisselwerking treedt met de omgeving. Volgens mij zullen die inzichten de komende jaren onze geneeskunde veranderen.’
5.
LEES OUDE BOEKEN
‘Om in topbladen te komen, moet een wetenschapper nieuwe dingen onderzoeken. Dat is belangrijk. Maar door die focus op nieuw, vergeten we dat sommige verhalen al verteld zijn. En dus is het de moeite om al eens doelloos in oude, bestofte boeken te neuzen. Uiteraard zijn er dingen die niet meer per se van het schap hoeven te komen, maar je vindt ook vergeten pareltjes. Ik denk aan een boek van Maria Sibylla Merian uit 1705 dat onlangs terecht werd heruitgegeven. Zij was een kunstenares met interesse voor wetenschap. Ze is naar Suriname gereisd – niet evident voor een vrouw in die tijd – en heeft er prachtige illustraties van vlinders gemaakt, met veel oog voor ecologie. Zulke dingen blijven prikkelen.’