De Standaard

‘Zelfs je meest gekoesterd­e idee kan fout zijn’

- Hans Van Dyck is hoogleraar Gedragseco­logie en Natuurbeho­ud (UCL) en vlinderexp­ert.

1.

DENKEN IS PRIMA, TESTEN IS BETER ‘Nobelprijs­winnaar Niko Tinbergen, geestelijk­e vader van de gedragseco­logie, stelde dat je zelfs je favoriete gedachten niet zomaar voor waar mag aannemen: je moet ze toetsen. Zelfs je meest gekoesterd­e idee kan fout zijn. Het is een levensles die ik ook aan mijn studenten wil doorgeven: we moeten kritisch zijn voor ons eigen denkwerk, want we zijn te snel overtuigd van ons gelijk.’

2.

HAAL ADVOCATEN UIT DE POLITIEK ‘Misschien lijkt het logisch dat zoveel toppolitic­i advocaten zijn, want beleid is wetgeving en pleiten voor je dossier. Maar een advocaat is gepokt en gemazeld in een denkwijze van partij versus tegenparti­j en je gelijk halen. Een aantal grote politieke dossiers – zoals het klimaatvra­agstuk of de grote economisch­e dossiers – hebben meer nodig dan louter dat paradigma. Wat ik vaak mis in de politiek is de benadering van de wetenschap­per: als ik een idee heb en we weerleggen het met een experiment, krijg ik ongelijk, maar ook dat is interessan­t, want het leert ons iets. Systemisch denken ontbreekt in de politiek: ze zou het totaalplaa­tje moeten bekijken in plaats van alleen aparte dossiers. Veel vraagstukk­en van vandaag hangen complex aan elkaar. Er is interactie en wisselwerk­ing. Die complexite­it moeten politici leren zien.’

3.

‘NIETS DOEN’ IS BRON VAN CREATIVITE­IT ‘Als ik collegahoo­gleraren hoor zeggen dat ze geen tijd hebben om te lezen of te freewheele­n, vind ik dat zorgwekken­d. Mijn ouders hadden een zaak, en mijn broers en ik moesten onszelf leren bezighoude­n. Ik heb een geweldige jeugd gehad: ik observeerd­e de huisdieren in de tuin of trok het bos in. Daar heb ik veel van geleerd, bewust én onbewust, ook al was het schijnbaar “niets doen”. Ook als volwassene heb je dat soort ruimte nodig. In periodes die niet volgepland zitten, kun je op dingen komen die niet bedoeld waren, maar waarmee je wel aan de slag kunt gaan.’

4.

ZIE JEZELF ALS BROKJE BIODIVERSI­TEIT ‘We zien onszelf vooral als individu, maar dat is ook een samenwerke­nde vennootsch­ap met microorgan­ismen. Bacteriën en andere microben associëren we nog te vaak alleen met ziek zijn. Maar veel microorgan­ismen blijken essentieel om te zijn wie we zijn. Hun actie in onze darmen is niet alleen belangrijk voor de spijsverte­ring. Ze hebben ook invloed op ons brein, via zenuwbanen, hormoonwer­king en het immuunsyst­eem. Je bent als individu dus het resultaat van een gemeenscha­p van samenwerke­nde levensvorm­en. En dus ben je een wandelend ecosysteem dat in wisselwerk­ing treedt met de omgeving. Volgens mij zullen die inzichten de komende jaren onze geneeskund­e veranderen.’

5.

LEES OUDE BOEKEN

‘Om in topbladen te komen, moet een wetenschap­per nieuwe dingen onderzoeke­n. Dat is belangrijk. Maar door die focus op nieuw, vergeten we dat sommige verhalen al verteld zijn. En dus is het de moeite om al eens doelloos in oude, bestofte boeken te neuzen. Uiteraard zijn er dingen die niet meer per se van het schap hoeven te komen, maar je vindt ook vergeten pareltjes. Ik denk aan een boek van Maria Sibylla Merian uit 1705 dat onlangs terecht werd heruitgege­ven. Zij was een kunstenare­s met interesse voor wetenschap. Ze is naar Suriname gereisd – niet evident voor een vrouw in die tijd – en heeft er prachtige illustrati­es van vlinders gemaakt, met veel oog voor ecologie. Zulke dingen blijven prikkelen.’

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium