Meer dan Syriëstrijders
De SP.A krijgt overal klappen, maar in Vilvoorde gaat ze erop vooruit. Hans Bonte mag er nog zes jaar bij doen.
Je moet het maar doen: zo dicht bij Brussel een stad besturen en het communautaire debat uit je campagne weten te houden. Dat komt natuurlijk doordat Vilvoorde wel andere katjes te geselen heeft: radicaliserende jongeren uit Syrië houden, onder meer. Soms lijkt het alsof Hans Bonte daar zijn unique sellingpoint van heeft gemaakt, maar dat is slechts schijn: hij is ook bezig met geradicaliseerde jongeren die terugkomen uit Syrië.
Grapje: Bonte is, zo zeggen bronnen dicht bij Vilvoorde, een pragmatisch bestuurder, geen die hardsocialist en een harde werker. Vilvoorde is een stad met de problematiek van een grootstad: veel generatiearmoede, een grote allochtone gemeenschap. Bonte heeft de voorbije zes jaar erg veel geïnvesteerd opdat die gemeenschap de rol niet zou lossen. Dat werpt vruchten af. En het levert stemmen op, want daar was iedereen het vooraf over eens: de allochtone stem zou in Vilvoorde cruciaal zijn.
Veel mensen schatten de kansen van Bonte vooraf laag in. Onder die mensen zijn voornaamste uitdagers: Peter Van Kemseke van CD&V, Jo De Ro van Open VLD en Jan Anciaux van NVA. Bonte was weinig zichtbaar in de campagne en een peiling van Het Nieuwsblad gaf zijn coalitiepartners de wind in de zeilen.
Of die coalitie gehandhaafd blijft, daar wil Bonte voorlopig geen uitspraken over doen, nu zijn roodgroen kartel er zeven procent bij doet. Toch plezant, als je de grootste bent.