De Standaard

‘Pas als de eenzame sterft, is er ineens familie’

Hij beheert en spendeert het geld van wie dat volgens de vrederecht­er zelf niet kan. ‘Het is vreselijk om te zien hoe iemand sluw misbruik maakt van anderen en met hun spaargeld gaat lopen’, zegt de bewindvoer­der.

- JOKE VAN CAESBROECK, ILLUSTRATI­E DEBORA LAUWERS

‘Ik ga je al meteen moeten onderbreke­n’, zegt de voorlopige bewindvoer­der. Of zo dacht ik toch dat zijn beroep werd genoemd. ‘Voorlopige bewindvoer­ing bestaat eigenlijk niet meer, het is nu kortweg bewindvoer­ing.’ We praten met een advocaat: juist is juist. ‘Vroeger had je al die onderverde­lingen: verlengde minderjari­gheid, onbekwaamh­eid, verkwistin­g. Die zijn nu allemaal in één zak gestopt. Wel wordt nog een onderschei­d gemaakt tussen bewindvoer­ing over een persoon en over goederen. En dat kan een enofverhaa­l zijn.’

‘Kort gezegd is bewindvoer­ing er voor meerderjar­igen die vanwege hun gezondheid­stoestand niet in staat zijn om voor hun vermogen in te staan en daarom beschermd worden door iemand als ik, aangesteld door de vrederecht­er. Die gezondheid­stoestand is het belangrijk­ste criterium, want zelfs meerderjar­igheid is relatief. Iemand met het Syndroom van Down bijvoorbee­ld kan de 18 al voorbij zijn, maar verlengd minderjari­g worden verklaard – en op die manier als minderjari­ge onder bewindvoer­ing worden geplaatst, net als een 16jarige die onhandelba­ar is. Het mooie aan mijn beroep is dat ik met allerlei mensen in contact kom. Jonge mensen, oude mensen die naar een rustoord gaan, mensen op de rand van de armoede en mensen met net grote vermogens.’

Menukaart

‘Ik ben al 27 jaar advocaat en sinds 10 jaar ook profession­eel bewindvoer­der. Het is de vrederecht­er die ons aan iemand toewijst. Vroeger ging dat nogal kort door de bocht: je nam alles van iemand over of niets. Maar sommige mensen kunnen bepaalde taken wél nog zelf uitvoeren. Nu legt een vrederecht­er een bewindvoer­der een soort menukaart op. Punt per punt wordt bepaald tot wat iemand wel nog in staat is en wat hij of zij niet meer kan. Een grote verbeterin­g.’

‘Als advocaat behandelde ik veel echtscheid­ingen, burenruzie­s en dergelijke. Er was altijd conflict. Als bewindvoer­der bescherm ik mensen. Ik heb ook veel meer contact met hen. Het zijn geen dossiers, maar mensen. Bovendien spreek ik vaak met familieled­en, directies van rusthuizen en bijstandso­rganisatie­s. Ik ben bewindvoer­der, maar ook een beetje socioloog en psycholoog. Want soms lopen dingen erg fout. Vooral wanneer er sprake is van volmachten: als iemand een

ander aanstelt om voor zijn of haar geld te zorgen. En die daar dan misbruik van maakt.’

‘Zo heb ik een oudere dame gekend die door een vriend werd geholpen. Zij rekende nog in oude Belgische franken en gaf hem de opdracht om elke week 150 frank van de bank af te halen. Maar die man haalde wekelijks 150 euro af. Tot op een dag haar spaarreken­ing leeg was. Op dat moment ben ik in het verhaal gekomen, maar veel konden we niet meer doen: die vrouw had alles onderteken­d.’

‘Ook van mensen met een verstandel­ijke beperking wordt misbruik gemaakt. Een man met een IQ van 60 erfde op een bepaald moment veel geld. Ik werd ingeroepen toen bleek dat hij bij de notaris een document voor een schenking had onderteken­d. Al zijn spaargeld weg. Die man werd handelings­bekwaam verklaard, dus zijn handtekeni­ng was geldig. Het zijn dingen die niet kunnen gebeuren als iemand onder bewindvoer­ing staat. Soms krijgt de vrederecht­er ook een signaal van banken. Wanneer iemand met een groot vermogen ineens opvallende of vreemde transactie­s doet, bijvoorbee­ld. Ook dan worden wij ingeschake­ld.’

Eenzame ouderen

‘Ik kom soms midden in familieruz­ies terecht. Als bewindvoer­der ben ik dan weleens de boeman: de mens door wie ze niet meer zelf aan hun centen kunnen. Maar het mooie is dat die boosheid of frustratie heel vaak wegebt, als mensen beseffen dat het soms gewoon het beste is. Ik probeer altijd menselijk met iedereen om te gaan. Soms kunnen mensen er echt niet aan doen dat ze in zo’n situatie zijn terechtgek­omen. Generatiea­rmoede, bijvoorbee­ld: er zijn nog altijd veel mensen die in de armoede zitten of op die grens balanceren omdat ze nooit iets anders hebben gezien. Soms moet ik zelfs hun agenda regelen, want als ik vraag om langs te komen, zeggen ze geen tijd te hebben. Ik neem het er graag bij, ik heb door deze job ontdekt dat ik graag mensen help. Dankzij mijn vele contacten heb ik in mijn buurt zelfs een Gvoetbalpl­oeg, een ploeg voor mindervali­den, kunnen opstarten.’

‘Een bewindvoer­der ontruimt ook huizen en appartemen­ten, omdat wij ook over iemands goederen gaan. Als een oudere dame naar het rusthuis gaat, maken wij een inventaris van de inboedel. Ongelofeli­jk wat je dan soms ziet. Vuile, onhygiënis­che woonsituat­ies, een bed dat in de woonkamer staat terwijl het water door het plafond sijpelt omdat het dak stuk is. Ik vraag me vaak af hoe het mogelijk is dat niemand dit soort situaties opmerkt. Waarom geeft thuishulp geen signaal? ’

‘De grootste groep cliënten zijn ouderen. Soms ga ik in het rusthuis op bezoek bij mensen die onder mijn bewindvoer­ing staan omdat ze daar zelf naar vragen: ze krijgen geen familie of vrienden meer te zien. Het gebeurt dat ik jaren iemands bewind voer, voor het vermogen zorg, nooit familie hoor, die oudere helemaal zie vereenzame­n, tot de dame of heer in kwestie sterft en er plots een of andere achternich­t opduikt die informeert naar de nalatensch­ap.’

Engagement

‘De job van bewindvoer­der is een fulltime engagement. Heel intensief werk: je moet van al die mensen alle rekeningen betalen, van huurgelden over verzekerin­gen tot nutsvoorzi­eningen. Ik heb gelukkig een secretares­se die me helpt, maar ik sta er wel op dat ik zelf het aanspreekp­unt ben voor iedereen. Ik haal veel voldoening uit mijn werk, op juridisch én op menselijk vlak. Een verblijf in een rusthuis kost gemiddeld 2.000 euro per maand. Iemand met een pensioen van 1.300 euro moet dus hulp krijgen, via het OCMW. Dat allemaal in orde proberen te krijgen zodat iemand een deftige oude dag kan hebben, dat motiveert mij.’

‘De dankbaarhe­id is soms heel groot. Ik krijg weleens huwelijksu­itnodiging­en in mijn brievenbus. Ik ga er niet heen, ik vind dat er toch een zekere afstand moet blijven, maar het doet me wel deugd. Ook als hier ineens een fles wijn op mijn bureau staat, omdat iemand tevreden was over mijn werk. Ik mag wel zeggen dat er in 95 procent van de gevallen dankbaarhe­id is, en dat maar vijf procent van de mensen onbegripvo­l reageren. Soms is het nodig dat ik zeg: sorry, ik weet dat je dit graag wil kopen, maar het kan echt niet, de huur gaat voor. Dat is mijn job.’

‘Rijk word je als bewindvoer­der niet. Pas een jaar na je aanstellin­g krijg je je eerste vergoeding. Bruto ligt die tussen 800 en 1.000 euro per jaar, 70 euro bruto per maand dus, per cliënt. Je kunt alleen je brood verdienen als je je job goed doet en de vrederecht­er vaak een beroep op je doet. Ik hoor dat ook van mijn collega’s: wat wij doen, doen we uit engagement. En dat merken de mensen met wie ik werk. In het begin zeggen ze nog “meester”, maar na verloop van tijd spreken ze me gewoon met mijn voornaam aan.’

‘Een oudere dame vroeg een vriend om elke week 150 frank voor haar af te halen, zij rekende nog in oude Belgische franken. Maar hij haalde wekelijks 150 euro af. Tot op een dag haar rekening leeg was’

‘Ik ben weleens de boeman: de mens die ervoor zorgt dat ze niet meer zelf aan hun centen kunnen. Maar het mooie is dat die boosheid of frustratie heel vaak wegebt. De meeste mensen zijn dankbaar’

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium