‘Pas als de eenzame sterft, is er ineens familie’
Hij beheert en spendeert het geld van wie dat volgens de vrederechter zelf niet kan. ‘Het is vreselijk om te zien hoe iemand sluw misbruik maakt van anderen en met hun spaargeld gaat lopen’, zegt de bewindvoerder.
‘Ik ga je al meteen moeten onderbreken’, zegt de voorlopige bewindvoerder. Of zo dacht ik toch dat zijn beroep werd genoemd. ‘Voorlopige bewindvoering bestaat eigenlijk niet meer, het is nu kortweg bewindvoering.’ We praten met een advocaat: juist is juist. ‘Vroeger had je al die onderverdelingen: verlengde minderjarigheid, onbekwaamheid, verkwisting. Die zijn nu allemaal in één zak gestopt. Wel wordt nog een onderscheid gemaakt tussen bewindvoering over een persoon en over goederen. En dat kan een enofverhaal zijn.’
‘Kort gezegd is bewindvoering er voor meerderjarigen die vanwege hun gezondheidstoestand niet in staat zijn om voor hun vermogen in te staan en daarom beschermd worden door iemand als ik, aangesteld door de vrederechter. Die gezondheidstoestand is het belangrijkste criterium, want zelfs meerderjarigheid is relatief. Iemand met het Syndroom van Down bijvoorbeeld kan de 18 al voorbij zijn, maar verlengd minderjarig worden verklaard – en op die manier als minderjarige onder bewindvoering worden geplaatst, net als een 16jarige die onhandelbaar is. Het mooie aan mijn beroep is dat ik met allerlei mensen in contact kom. Jonge mensen, oude mensen die naar een rustoord gaan, mensen op de rand van de armoede en mensen met net grote vermogens.’
Menukaart
‘Ik ben al 27 jaar advocaat en sinds 10 jaar ook professioneel bewindvoerder. Het is de vrederechter die ons aan iemand toewijst. Vroeger ging dat nogal kort door de bocht: je nam alles van iemand over of niets. Maar sommige mensen kunnen bepaalde taken wél nog zelf uitvoeren. Nu legt een vrederechter een bewindvoerder een soort menukaart op. Punt per punt wordt bepaald tot wat iemand wel nog in staat is en wat hij of zij niet meer kan. Een grote verbetering.’
‘Als advocaat behandelde ik veel echtscheidingen, burenruzies en dergelijke. Er was altijd conflict. Als bewindvoerder bescherm ik mensen. Ik heb ook veel meer contact met hen. Het zijn geen dossiers, maar mensen. Bovendien spreek ik vaak met familieleden, directies van rusthuizen en bijstandsorganisaties. Ik ben bewindvoerder, maar ook een beetje socioloog en psycholoog. Want soms lopen dingen erg fout. Vooral wanneer er sprake is van volmachten: als iemand een
ander aanstelt om voor zijn of haar geld te zorgen. En die daar dan misbruik van maakt.’
‘Zo heb ik een oudere dame gekend die door een vriend werd geholpen. Zij rekende nog in oude Belgische franken en gaf hem de opdracht om elke week 150 frank van de bank af te halen. Maar die man haalde wekelijks 150 euro af. Tot op een dag haar spaarrekening leeg was. Op dat moment ben ik in het verhaal gekomen, maar veel konden we niet meer doen: die vrouw had alles ondertekend.’
‘Ook van mensen met een verstandelijke beperking wordt misbruik gemaakt. Een man met een IQ van 60 erfde op een bepaald moment veel geld. Ik werd ingeroepen toen bleek dat hij bij de notaris een document voor een schenking had ondertekend. Al zijn spaargeld weg. Die man werd handelingsbekwaam verklaard, dus zijn handtekening was geldig. Het zijn dingen die niet kunnen gebeuren als iemand onder bewindvoering staat. Soms krijgt de vrederechter ook een signaal van banken. Wanneer iemand met een groot vermogen ineens opvallende of vreemde transacties doet, bijvoorbeeld. Ook dan worden wij ingeschakeld.’
Eenzame ouderen
‘Ik kom soms midden in familieruzies terecht. Als bewindvoerder ben ik dan weleens de boeman: de mens door wie ze niet meer zelf aan hun centen kunnen. Maar het mooie is dat die boosheid of frustratie heel vaak wegebt, als mensen beseffen dat het soms gewoon het beste is. Ik probeer altijd menselijk met iedereen om te gaan. Soms kunnen mensen er echt niet aan doen dat ze in zo’n situatie zijn terechtgekomen. Generatiearmoede, bijvoorbeeld: er zijn nog altijd veel mensen die in de armoede zitten of op die grens balanceren omdat ze nooit iets anders hebben gezien. Soms moet ik zelfs hun agenda regelen, want als ik vraag om langs te komen, zeggen ze geen tijd te hebben. Ik neem het er graag bij, ik heb door deze job ontdekt dat ik graag mensen help. Dankzij mijn vele contacten heb ik in mijn buurt zelfs een Gvoetbalploeg, een ploeg voor mindervaliden, kunnen opstarten.’
‘Een bewindvoerder ontruimt ook huizen en appartementen, omdat wij ook over iemands goederen gaan. Als een oudere dame naar het rusthuis gaat, maken wij een inventaris van de inboedel. Ongelofelijk wat je dan soms ziet. Vuile, onhygiënische woonsituaties, een bed dat in de woonkamer staat terwijl het water door het plafond sijpelt omdat het dak stuk is. Ik vraag me vaak af hoe het mogelijk is dat niemand dit soort situaties opmerkt. Waarom geeft thuishulp geen signaal? ’
‘De grootste groep cliënten zijn ouderen. Soms ga ik in het rusthuis op bezoek bij mensen die onder mijn bewindvoering staan omdat ze daar zelf naar vragen: ze krijgen geen familie of vrienden meer te zien. Het gebeurt dat ik jaren iemands bewind voer, voor het vermogen zorg, nooit familie hoor, die oudere helemaal zie vereenzamen, tot de dame of heer in kwestie sterft en er plots een of andere achternicht opduikt die informeert naar de nalatenschap.’
Engagement
‘De job van bewindvoerder is een fulltime engagement. Heel intensief werk: je moet van al die mensen alle rekeningen betalen, van huurgelden over verzekeringen tot nutsvoorzieningen. Ik heb gelukkig een secretaresse die me helpt, maar ik sta er wel op dat ik zelf het aanspreekpunt ben voor iedereen. Ik haal veel voldoening uit mijn werk, op juridisch én op menselijk vlak. Een verblijf in een rusthuis kost gemiddeld 2.000 euro per maand. Iemand met een pensioen van 1.300 euro moet dus hulp krijgen, via het OCMW. Dat allemaal in orde proberen te krijgen zodat iemand een deftige oude dag kan hebben, dat motiveert mij.’
‘De dankbaarheid is soms heel groot. Ik krijg weleens huwelijksuitnodigingen in mijn brievenbus. Ik ga er niet heen, ik vind dat er toch een zekere afstand moet blijven, maar het doet me wel deugd. Ook als hier ineens een fles wijn op mijn bureau staat, omdat iemand tevreden was over mijn werk. Ik mag wel zeggen dat er in 95 procent van de gevallen dankbaarheid is, en dat maar vijf procent van de mensen onbegripvol reageren. Soms is het nodig dat ik zeg: sorry, ik weet dat je dit graag wil kopen, maar het kan echt niet, de huur gaat voor. Dat is mijn job.’
‘Rijk word je als bewindvoerder niet. Pas een jaar na je aanstelling krijg je je eerste vergoeding. Bruto ligt die tussen 800 en 1.000 euro per jaar, 70 euro bruto per maand dus, per cliënt. Je kunt alleen je brood verdienen als je je job goed doet en de vrederechter vaak een beroep op je doet. Ik hoor dat ook van mijn collega’s: wat wij doen, doen we uit engagement. En dat merken de mensen met wie ik werk. In het begin zeggen ze nog “meester”, maar na verloop van tijd spreken ze me gewoon met mijn voornaam aan.’
‘Een oudere dame vroeg een vriend om elke week 150 frank voor haar af te halen, zij rekende nog in oude Belgische franken. Maar hij haalde wekelijks 150 euro af. Tot op een dag haar rekening leeg was’
‘Ik ben weleens de boeman: de mens die ervoor zorgt dat ze niet meer zelf aan hun centen kunnen. Maar het mooie is dat die boosheid of frustratie heel vaak wegebt. De meeste mensen zijn dankbaar’