‘Watou light’ voor Damme
Met het Stadsfestival Damme heeft de organisatie achter het kunstfestival Watou nu ook een winterse tegenhanger in het boekendorp. Die brengt meer van hetzelfde. Of beter minder: minder gedichten en minder locaties, al zijn die laatste wel bijzonder.
Damme heeft meer tweedehandsboekhandels en antiquariaten dan inwoners – we overdrijven – en de kleinste boekhandel van de Lage Landen – we overdrijven niet: boekhandel Feniks in het stadhuis van Damme is amper 15 vierkante meter groot.
Voor het eerst heeft het stadje ook een eigen kunstfestival. Het Stadsfestival Damme doet wat Watou al decennia doet: woord en beeld combineren in een schilderachtig WestVlaams dorp.
De vzw Stichting IJsberg, de organisatie achter kunstfestival Watou, maakte van haar winterse tegenhanger een ‘Watou light’, met slechts drie binnenlocaties: kleiner, compacter en dus behapbaar op een voor of namiddag. Poëzieliefhebbers zullen echter wat op hun honger blijven in Damme: er zijn drie nieuwe gedichten van Peter Verhelst en een gedicht van Herman de Coninck en daarmee moeten ze het doen. Of nee: de voormalige Antwerpse stadsdichter Maarten Inghels maakte een eenwoordgedicht door het woord ‘water’ op de Damse Vaart te laten drijven.
400 afgedankte kerkstoelen
Als zelfs dichters geen gedichten langer dan één woord schrijven, weet je het wel: in Damme krijgt beeldende kunst het overwicht. Die kunst ligt volledig in de lijn van Watou: toegankelijk, vaak figuratief en melancholisch. Verschillende kunstenaars die nu in Damme te zien zijn, hebben ook al in Watou geëxposeerd. De echte verrassing moet van de locaties zelf komen. En die zijn best wel bijzonder.
De oude hospitaalsite, die ooit een ziekenhuis, rusthuis en museum herbergde maar al jaren leegstaat, gooit speciaal voor het Stadsfestival haar deuren open. Aan de deur van de voormalige kamer van de pastoor hangt nog de belkoord waarmee hij de nonnen een paar verdiepingen hoger wakker kon maken. Het bij zondere verleden van het gebouw voegt een extra laag toe aan de kunstwerken.
Op het altaar in de kapel presenteert Koen Vanmechelen onder meer een gouden ei dat wordt uitgebroed. Een beeld dat botst met een ongemeen harde sculptuur van Thom Puckey in carraramarmer: een vrouw met geamputeerde armen kijkt naar de pistolen die ze rond zich verzameld heeft. In de sacristie bedrijft Peggy Wauters een bevreemdende religie, in een installatie met vogels, paddenstoelen en miniatuurzeezichten. Fascinerend zijn ook de geborduurde vrouwenfiguren van de Nederlandse Seet Van Hout, die doodskoppen, hersenen en bloemen met elkaar verbinden.
Het zwaartepunt van het festival ligt in het oude hospitaal, maar kunstenaars palmden ook de kerk van Damme in. In een van de zijbeuken stapelde de Argentijn Pedro Mazorarti zo’n 400 afgedankte kerkstoelen, als een hedendaagse toren van Babel. ‘Die kregen we via het bisdom Brugge. Op één voorwaarde: dat we ze nooit meer zouden teruggeven’, vertelt Jan Moeyaert, intendant van de vzw Stichting IJsberg.
Verlangen naar het onmogelijke is ook buiten de kerk een thema: helemaal bovenaan in de unieke platte kerktoren, die wegens geldgebrek nooit werd afgewerkt, installeerde de Brit Ron Haselden een ladder die naar de wolken leidt.
Op het Stadsfestival Damme leiden alle wegen naar de site D’Oede Schole, de oude school van Damme die werd ingericht als ontmoetingsplek. Stichting IJsberg heeft de oude school voor vijf jaar in concessie gekregen van de stad.
Een leeg leslokaal is nu een hippe koffiebar. Cactussen en vintage meubilair? Check. Toog in vezelplaat en gloeilampen? Check. In de bookshop, een klaslokaal verder, ligt het accent op het betere jeugd en kinderboek. In de oude turnzaal loopt een tentoonstelling van illustratrice Ingrid Godot, in combinatie met teksten van Toon Tellegen. Het festival hoopt duidelijk een jonger publiek aan te spreken dan de gemiddelde verzamelaar van oude boeken.
‘Damme kampt als boekendorp met een muf imago. Met hedendaagse literatuur en kunst hopen we hier een frisse wind te laten waaien’, zegt Moeyaert. ‘Het is de bedoeling dat het hier ook buiten het stadsfestival blijft leven. In de schoolvakanties en
Als zelfs dichters geen gedichten langer dan één woord schrijven, weet je het wel: in Damme krijgt beeldende kunst het overwicht
in het weekend blijft het café open en zullen we ook workshops, boekvoorstellingen en artistieke evenementen organiseren, het hele jaar door dus.’ In Watou werkt zo’n permanente aanwezigheid niet, meent Moeyaert. ‘Je zit nu eenmaal in een uithoek van het land. In Damme lok je ook toeristen die Brugge of de kust bezoeken.’
En dus worden er plannen op langere termijn gesmeed. De nu verwilderde ommuurde tuin van de oude school wordt in de lente getemd om er voorstellingen te kunnen organiseren. In januari krijgt stripauteur Randall Casaer in de school een residentie. En de poëzieliefhebber, hongerig naar meer? Die komt aan zijn trekken in het voorjaar, wanneer langs de stadswallen van Damme een poëzieroute wordt aangelegd.
Het Stadsfestival Damme loopt nog tot 4 november, maar wordt wellicht verlengd tot 2 december. ¨¨¨èè
‘Die 400 kerkstoelen kregen we via het bisdom Brugge. Op één voorwaarde: dat we ze nooit meer zouden teruggeven’
JAN MOEYAERT
vzw Stichting IJsberg