Brexit bedreigt English breakfast
Over één ding zijn zowat alle betrokken in ons land het stilaan eens: in onze Brexitvoorbereiding moeten we nu echt wel uitgaan van het worstcasescenario. Of overheid en bedrijfsleven ook effectief klaar zijn voor zo’n nodeal, dat lijkt dan weer hoogst
ARDOOIE I Vrijdag 24 juni 2016: Dries Talpe herinnert zich de dag alsof het gisteren was. Die ochtend raakte bekend dat een meerderheid van de Britten voor een Brexit had gestemd. Diezelfde avond nog besliste Talpe, coceo van de WestVlaamse diepvriesgroentenproducent d’Arta, een eigen productiesite op te starten aan de overkant van het Kanaal.
‘Dit bedrijf is voor 99,9 procent afhankelijk van de export’, klinkt het op het hoofdkwartier in Ardooie, waar het een constant aanen afrijden van vrachtwagens is. ‘De Engelse markt is daarbij goed voor een vijfde van onze omzet: elke week vertrekken hier 35 vrachtwagens met diepgevroren erwten, bloemkolen of andere groenten richting Engeland. We staan daarmee natuurlijk niet alleen in deze regio, voor heel WestVlaanderen is Engeland veruit de belangrijk ste afzetmarkt. Het mag dus niet verbazen dat wij ons hier net iets meer zorgen maken over de im pact van de Brexit.’ Toch weigert Talpe tot vandaag te geloven in een nodeal scenario, waarbij er eind maart 2019 dus ook geen sprake zou zijn van een over gangsperiode. ‘Zo’n nodeal zou ook Engeland zelf in een totale chaos storten.’
Bij werkgeversorganisatie Vo ka heeft het vertrouwen in een goede afloop intussen wel plaats gemaakt voor pessimisme. Al zien zij dat eerder als nuchter realis me. ‘Het allergrootste probleem is gewoon de onzekerheid’, stelt Gil les Suply, adviseur internationaal ondernemen bij Voka. ‘En dus ad viseren wij bedrijven vandaag ge woon uit te gaan van het worst casescenario. Misschien komt er op de valreep toch nog een deal, maar die moet dan sowieso ook nog eens geratificeerd worden in het Britse parlement. De kans dat dit zonder slag of stoot gebeurt, is nagenoeg nihil. Of misschien beslissen de Britten wel om zelf hele maal geen controles uit te oefenen aan hun nieuwe Europese buiten grens, omdat ze er vandaag totaal niet klaar voor zijn en ze ook be seffen dat de negatieve impact op hun economie gigantisch zal zijn.’ Niemand die het weet, en dus groeit onzekerheid op alle fron ten. ‘Dat merken we nu ook echt wel. Tot voor enkele maanden bleef de belangstelling voor onze Brexitseminaries toch vooral be perkt tot WestVlaanderen, maar dat beeld is volledig omgeslagen. Iedereen lijkt nu echt wakker te schieten.’
Die onzekerheid gaat ook vaak hand in hand met onwetendheid, zo blijkt. Heel wat bedrijven, en dan vooral kmo’s die vaak niet over voldoende mankracht of ex pertise beschikken, wanen zich zelf bijvoorbeeld veilig omdat ze geen handel drijven met het Ver enigd Koninkrijk. Gilles Suply: ‘Je kan grondstoffen of producten af nemen bij een Duits bedrijf dat die op zijn beurt wél uit het VK importeert. Dan deel je natuurlijk ook in de klappen. Daarnaast moeten ook grote bedrijven die hun hele supply chain wel goed in kaart hebben gebracht, beseffen dat kleinere toeleveranciers soms minder goed voorbereid zijn en dus mogelijk in de problemen kunnen komen. Het aantal bloot gestelde bedrijven ligt dus onge twijfeld een pak hoger dan wat we nu vermoeden. Bovendien valt ook te vrezen dat de export meteen na de Brexit heel veel vertraging zal oplopen: sommige bedrijfsleiders gaan er zelfs van uit dat er een maand lang amper nog iets over de grens zal gaan.’
Oeganda
‘Je moet heus geen absolute doemdenker zijn om te beseffen dat er, ongeacht welk politiek akkoord er finaal nog uit de bus komt, sowieso een stevige extra papierberg aan douanedocumenten zit aan te komen’, voorspelt Dries Talpe. ‘Landen we echt op een harde Brexit, dan komt daar voor de voedingssector nog eens een extra importheffing van 14,4 procent op al onze producten die richting Engeland gaan bovenop. Het vaste tarief van de Wereldhandelsorganisatie dus voor handel met derde landen. In het allerslechtste scenario wordt ook het VK voor ons zo’n derde land, vergelijkbaar met pakweg Oeganda.’
Met het oog daarop opende d’Arta onlangs in Engeland ook al een lokaal administratiekantoor. ‘Zo kunnen we de hele papierwinkel intern houden en hoeven we onze klanten daarmee niet lastig te vallen. Wij proberen dus alvast onze douaneformaliteiten zo veel mogelijk uit havens als Calais of Zeebrugge weg te trekken. Daarnaast optimaliseren we waar mogelijk onze logistieke flow en we bekijken of we ook kunnen laden en lossen in het weekend. En last but not least hebben we intussen dus ook 20 miljoen pond geïnves
‘Ongeacht welk politiek akkoord er finaal uit de bus komt, sowieso zit er een stevige extra papierberg aan douanedocumenten aan te komen’
DRIES TALPE
Coceo d’Arta
‘Het aantal blootgestelde bedrijven ligt ongetwijfeld een pak hoger dan wat we nu vermoeden’
GILLES SUPLY
Adviseur Voka
teerd in onze gloednieuwe Engelse fabriek. Sinds afgelopen zomer produceren we daar nu ook specifiek voor de Engelse markt, vooral erwten. Wat kunnen we nog meer doen?’
Talpe laat er ook geen twijfel over bestaan: op het einde van de rit zal het de Britse consument zijn die de rekening voorgeschoteld krijgt voor alle extra controles, vertragingen en investeringen. De Britten hebben overigens bitter weinig alternatieven: het VK is helemaal niet zelfvoorzienend qua voeding. Import is dus een bittere noodzaak. ‘Onze vrachtwagens zullen altijd wel aan de overkant raken, maar als we daarvoor binnenkort drie dagen in plaats van zes uren moeten uittrekken, loopt het prijskaartje uiteraard op. Wij mogen overigens nog niet klagen, omdat we diepvriesgroenten in diepvrieswagens vervoeren. Voedingsbedrijven die verse en bederfbare goederen transporteren, zuivelproducten bijvoorbeeld, dreigen veel zwaarder in de klappen te delen. Zij kunnen ook niet zomaar wat extra stock over het Kanaal opslaan, die bederft immers ook.’
Extra douaniers
‘Een jaar geleden al hebben wij er resoluut voor gekozen om ons voor te bereiden op het worstcasescenario,’ stelt Kristian Vanderwaeren, administrateurgeneraal van de dienst Douane en Accijnzen. Hij ontvangt ons in zijn kantoor in de Brusselse Noordwijk, 25 hoog met een fantastisch uitzicht op de hoofdstad. En hoewel hij be seft dat er vanuit het bedrijfsleven met bijzonder kritische ogen naar de douane gekeken wordt als het op de voorbereiding van de Brexit aankomt, wil hij graag ook de puntjes op de i zetten. ‘Een harde of zachte Brexit, dat maakt eigen lijk niet zo veel uit. Goederen be stemd voor het VK zullen sowieso in en uitgeklaard moeten wor den, en dat vraagt extra tijd en middelen. Bovendien zullen wij, op basis van onze eigen risico analyses, voortaan ook een aantal containers die het Kanaal overste ken, aan een striktere controle moeten onderwerpen. Reken al snel twee uur extra per container, én uiteraard ook het nodige perso neel. In vergelijking met het totale aantal aangiftes vandaag gaan we na de Brexit sowieso uit van een stijging van 14 procent voor inko mende goederen en zomaar even tjes 47 procent extra voor de uit gaande goederen. We moeten daar dus niet flauw over doen: de impact wordt gigantisch. Met het oog daarop mogen we intussen 141 nieuwe douaniers aanwerven, en voor de volgende jaren zal de minister nog bijkomende aanwer vingen vragen aan de regering. Er werd ook bijna 3 miljoen euro ge investeerd in de aankoop van al lerlei extra materiaal, voertuigen en extra drugshonden. Ik besef dat er in Nederland en Frankrijk inderdaad veel meer extra doua niers aangeworven worden, maar ik maak me sterk dat dit aantal – in combinatie met de digitalisering van heel wat processen – voor ons moet volstaan.’
De voorbije maanden deed de Belgische douane al meermaals een oproep naar het Belgische be drijfsleven om tijdig contact op te nemen met de bevoegde diensten, in een poging zo veel mogelijk te anticiperen op de gevreesde cha os. ‘Om het zachtjes uit te druk ken: het liep tot nog toe niet be paald storm daarvoor’, geeft Van derwaeren aan. ‘De sense of ur gency is er stilaan wel bij de grote bedrijven, maar op het kmofront blijft het nog altijd veel te stil. Een eigen bevraging bij een heel aan tal bedrijven leerde ons ook dat veel kleinere bedrijven gewoon niet beseffen hoe complex doua neaangiften voor zogenaamde derde landen zijn. Terwijl wij ons echt wel kunnen opwerpen als een partner voor die bedrijven. Daar naast kunnen ze nu ook al perfect vergunningen aanvragen om de douanecontroles te verplaatsen naar een aantal laad en losplaat sen in het binnenland, waardoor de druk op onze havens stevig ver licht zou worden. Bovendien kun nen wij hen ook helpen bij de op leiding van een aantal medewer kers: zeker voor kmo’s die tot nog toe geen handel dreven met niet EU landen, is dat geen overbodige luxe. En misschien toch ook nog even vermelden dat we onlangs, samen met het havenbestuur, in de haven van Zeebrugge ook een Brexitcontactpunt hebben opgezet.’
Dierenartsen
Vooral in de voedingssector, niet toevallig een van de sectoren die het zwaarst getroffen dreigen te worden, heerst veel scepticisme over de maatregelen die de verschillende overheidsdiensten én de haven van Zeebrugge de voorbije maanden troffen. Naast de douane kunnen immers ook tal van andere instanties, gaande van Economische Zaken tot het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, goederen controleren in de haven. En voor heel wat voedingswaren zijn de controles door het Federaal Voedselagentschap op handel met niet EUlanden zelfs verplichte én dagelijkse kost.
‘Daarvoor worden dierenartsen ingezet, maar die zijn er nu al te weinig, omdat er grote onvrede heerst over de vergoedingen die de overheid daarvoor betaalt’, klinkt het bij Nicholas Courant, woordvoerder van de sectororganisatie Fevia. ‘De wachttijden voor voedingsbedrijven zullen dus alleen maar langer oplopen. Bovendien leveren onze bedrijven vaak ook just in time: ’s morgens aangekocht op de veiling, diezelfde namiddag nog geleverd in Engeland. Dat model dreigt dus zwaar in het gedrang te komen. En wat met bederfbare voedingswaren, zoals zuivelproducten? Die kan je niet zomaar even enkele dagen in de haven parkeren omdat de wachttijden te hoog oplopen of