‘Het stomste idee is vaak het beste’
Hoe klutst Beraadgeslagen zijn fantasievolle jazz bij elkaar? Wij zochten het uit in hun kinderlijke klanklaboratorium. ‘Hier hoeven we niet ouder te worden.’
‘Damn, waar zijn mijn stokken?’ Lander Gyselinck rommelt door het repetitiehok achteraan in de tuin van zijn huis in Gent. Het is er een vrolijke bende. Op een tafeltje slingeren verfomfaaide partituren van een compositie die ‘Koelkastsmeerbaar’ heet. Een kast pronkt met vinyl van Coltrane en cd’s van John Zorn, oude valiezen puilen uit met kabels. In het midden van de chaos: de kleine drumkit van Gyselinck die neus aan neus staat met de drie klavieren van zijn speelkameraadje Fulco Ottervanger.
De drummer van Stuff. en een stuk of wat andere bands, en de pianist van onder meer het jazztrio De Beren Gieren kruisten elkaars pad zo’n twaalf jaar geleden, tijdens jamsessies in Gent. ‘Ik had altijd al een synthfetisj, maar ik begreep dat instrument niet’, zegt Gyselinck. ‘Fulco deed er iets supercools mee, het is zijn tweede tong. Toen ik daarna bij hem thuis kwam en zag dat hij On the corner van Miles Davis in de kast had staan, wist ik het: wij moeten samen iets doen.’
‘Iets’ omschrijven ze zelf niet als jazz. Eerder een fantasierijke vrijhaven voor electronica, hiphop, funk, avantgarde, kitsch en pop. Beide heren zijn dan ook epigonen van een nieuwe generatie muzikanten die jazz uit zijn bestofte harnas bokst.
‘Dat is echt een misselijk fluitje!’ Gyselinck houdt één drumstick in de mond terwijl hij met een speelgoedachtig klaviertje klooit. ‘Elektroliefje’ danst op een wankele groove, de wedergeboorte verloopt met horten en stoten. ‘Live is het vaak een beetje onstabiel’, zegt Ottervanger. ‘Het ís gewoon onstabiel’, zegt Gyselinck. Ottervanger grijnst. ‘Het is eigen aan Beraadgeslagen dat het een beetje nozem is.’
‘Prutsen’ noemen ze hun roekeloze, onbevangen manier van werken. ‘Het stomste idee is vaak het beste’, zegt Ottervanger lachend. ‘We pingpongen dan tot we iets hebben. Songs kunnen ook jarenlang rijpen, waardoor ze totaal van gedaante veranderen. Zo wordt het brugje soms de uiteindelijke song.’
Isabelle A
Vroeger namen ze dingen gewoon op zoals ze live speelden, vanuit de jazzspirit. ‘Vandaag durven we al eens na te denken, zoeken naar de juiste synthklank, dingen verknippen’, zegt Ottervanger. Tussen de stuiterende flipperkastgeluidjes en tegendraadse breakbeats door springt er op het album Duizeldorp één track uit de band: ‘Isabellade’. Het is weemoedige ninetiesr&b zónder hoek af.
‘Is dat geen koude douche?’ wil Gyselinck weten. ‘We hadden het voor Isabelle A geschreven, maar uiteindelijk wilde ze het niet zingen. Charlotte Adigéry van Wwwater was gelukkig een prima invaller. Productioneel is zo’n afgwerkte popballad trouwens
fakking moeilijk.’
Live mag het niet te gestroomlijnd worden. Daar posteert Beraadgeslagen zich graag midden in de ruimte. ‘Als je experimentele muziek maakt, is het goed om dicht bij de mensen te musiceren’, verduidelijkt Gyselinck. ‘Hoe verder weg, hoe mee stoorzenders en hoe meer compromissen je moet sluiten.’ Daarom speelt hij ook nog altijd liever in een kleine kelder dan op pakweg Pukkelpop. ‘Van grote podia word ik een beetje zenuwachtig, omdat ik denk dat je daar een beetje zenuwachtig van moet worden.’
Burgerlijk België
De repetitie botst verder. ‘Deinze’ wordt aangesneden. Uit de sampler triggert Gyselinck een opsomming van dolle dorpsnamen, opgezegd door een kinderlijk computerstemmetje. ‘Duizeldorp is onze vertaling van Düsseldorf, de heimat van Kraftwerk’, vertelt Ottervanger. ‘Maar eigenlijk is het onze ode aan de absurde lelijkheid van Belgische dorpen, met hun eindeloze steenwegen en huizen waar mensen wonen achter neergelaten rolluiken.’
‘Als je in een stadscultuur leeft, wordt dat provinciale bijna iets exotisch’, zegt Gyselinck. ‘Het is lelijk, en tegelijk charmant.’
Die haatliefdeverhouding met burgerlijk België condenseert in wat ze zelf ‘lintjazz’ of ‘synthbebouwing’ noemen. ‘We houden nogal van jarennegentighumor, Jiskefet en taalgoochelaars als Drs. P’, zegt Gyselinck. ‘Als kind was mijn favoriete plaat een luisterspel van Bert en Ernie.’ Is Beraadgeslagen vluchten in nostalgie? ‘Haha, ja. Noem het maar niet ouder willen worden. Ik ben dertig, maar zo voel ik me niet. Bij Beraadgeslagen moeten Fulco en ik niet volwassen zijn.’
‘Kom, we doen nog één keer “Grindbuffel”’, zegt Ottervanger. Het lijkt wel de tune van Beverly Hills cop met een epilepsieaanval. ‘Deed jij die akkoordjes?’ vraagt hij. ‘Nee, jij!’ antwoordt Gyselinck. ‘Oké, maar die domtomdom mag trager. En wat meer buffel!’
‘Van grote podia word ik een beetje zenuwachtig, omdat ik denk dat je daar een beetje zenuwachtig van moet worden’