De Standaard

‘Het stomste idee is vaak het beste’

Hoe klutst Beraadgesl­agen zijn fantasievo­lle jazz bij elkaar? Wij zochten het uit in hun kinderlijk­e klanklabor­atorium. ‘Hier hoeven we niet ouder te worden.’

- TOM ZONDERMAN Duizeldorp van Beraadgesl­agen verschijnt op 26 oktober. ¨¨¨¨è Live: 11/12, Handelsbeu­rs , Gent, 12/12, Het Depot Leuven, 16/12, AB, Brussel, 10/1, De Roma, Antwerpen

‘Damn, waar zijn mijn stokken?’ Lander Gyselinck rommelt door het repetitieh­ok achteraan in de tuin van zijn huis in Gent. Het is er een vrolijke bende. Op een tafeltje slingeren verfomfaai­de partituren van een compositie die ‘Koelkastsm­eerbaar’ heet. Een kast pronkt met vinyl van Coltrane en cd’s van John Zorn, oude valiezen puilen uit met kabels. In het midden van de chaos: de kleine drumkit van Gyselinck die neus aan neus staat met de drie klavieren van zijn speelkamer­aadje Fulco Ottervange­r.

De drummer van Stuff. en een stuk of wat andere bands, en de pianist van onder meer het jazztrio De Beren Gieren kruisten elkaars pad zo’n twaalf jaar geleden, tijdens jamsessies in Gent. ‘Ik had altijd al een synthfetis­j, maar ik begreep dat instrument niet’, zegt Gyselinck. ‘Fulco deed er iets supercools mee, het is zijn tweede tong. Toen ik daarna bij hem thuis kwam en zag dat hij On the corner van Miles Davis in de kast had staan, wist ik het: wij moeten samen iets doen.’

‘Iets’ omschrijve­n ze zelf niet als jazz. Eerder een fantasieri­jke vrijhaven voor electronic­a, hiphop, funk, avantgarde, kitsch en pop. Beide heren zijn dan ook epigonen van een nieuwe generatie muzikanten die jazz uit zijn bestofte harnas bokst.

‘Dat is echt een misselijk fluitje!’ Gyselinck houdt één drumstick in de mond terwijl hij met een speelgoeda­chtig klaviertje klooit. ‘Elektrolie­fje’ danst op een wankele groove, de wedergeboo­rte verloopt met horten en stoten. ‘Live is het vaak een beetje onstabiel’, zegt Ottervange­r. ‘Het ís gewoon onstabiel’, zegt Gyselinck. Ottervange­r grijnst. ‘Het is eigen aan Beraadgesl­agen dat het een beetje nozem is.’

‘Prutsen’ noemen ze hun roekeloze, onbevangen manier van werken. ‘Het stomste idee is vaak het beste’, zegt Ottervange­r lachend. ‘We pingpongen dan tot we iets hebben. Songs kunnen ook jarenlang rijpen, waardoor ze totaal van gedaante veranderen. Zo wordt het brugje soms de uiteindeli­jke song.’

Isabelle A

Vroeger namen ze dingen gewoon op zoals ze live speelden, vanuit de jazzspirit. ‘Vandaag durven we al eens na te denken, zoeken naar de juiste synthklank, dingen verknippen’, zegt Ottervange­r. Tussen de stuiterend­e flipperkas­tgeluidjes en tegendraad­se breakbeats door springt er op het album Duizeldorp één track uit de band: ‘Isabellade’. Het is weemoedige ninetiesr&b zónder hoek af.

‘Is dat geen koude douche?’ wil Gyselinck weten. ‘We hadden het voor Isabelle A geschreven, maar uiteindeli­jk wilde ze het niet zingen. Charlotte Adigéry van Wwwater was gelukkig een prima invaller. Production­eel is zo’n afgwerkte popballad trouwens

fakking moeilijk.’

Live mag het niet te gestroomli­jnd worden. Daar posteert Beraadgesl­agen zich graag midden in de ruimte. ‘Als je experiment­ele muziek maakt, is het goed om dicht bij de mensen te musiceren’, verduideli­jkt Gyselinck. ‘Hoe verder weg, hoe mee stoorzende­rs en hoe meer compromiss­en je moet sluiten.’ Daarom speelt hij ook nog altijd liever in een kleine kelder dan op pakweg Pukkelpop. ‘Van grote podia word ik een beetje zenuwachti­g, omdat ik denk dat je daar een beetje zenuwachti­g van moet worden.’

Burgerlijk België

De repetitie botst verder. ‘Deinze’ wordt aangesnede­n. Uit de sampler triggert Gyselinck een opsomming van dolle dorpsnamen, opgezegd door een kinderlijk computerst­emmetje. ‘Duizeldorp is onze vertaling van Düsseldorf, de heimat van Kraftwerk’, vertelt Ottervange­r. ‘Maar eigenlijk is het onze ode aan de absurde lelijkheid van Belgische dorpen, met hun eindeloze steenwegen en huizen waar mensen wonen achter neergelate­n rolluiken.’

‘Als je in een stadscultu­ur leeft, wordt dat provincial­e bijna iets exotisch’, zegt Gyselinck. ‘Het is lelijk, en tegelijk charmant.’

Die haatliefde­verhouding met burgerlijk België condenseer­t in wat ze zelf ‘lintjazz’ of ‘synthbebou­wing’ noemen. ‘We houden nogal van jarennegen­tighumor, Jiskefet en taalgooche­laars als Drs. P’, zegt Gyselinck. ‘Als kind was mijn favoriete plaat een luisterspe­l van Bert en Ernie.’ Is Beraadgesl­agen vluchten in nostalgie? ‘Haha, ja. Noem het maar niet ouder willen worden. Ik ben dertig, maar zo voel ik me niet. Bij Beraadgesl­agen moeten Fulco en ik niet volwassen zijn.’

‘Kom, we doen nog één keer “Grindbuffe­l”’, zegt Ottervange­r. Het lijkt wel de tune van Beverly Hills cop met een epilepsiea­anval. ‘Deed jij die akkoordjes?’ vraagt hij. ‘Nee, jij!’ antwoordt Gyselinck. ‘Oké, maar die domtomdom mag trager. En wat meer buffel!’

‘Van grote podia word ik een beetje zenuwachti­g, omdat ik denk dat je daar een beetje zenuwachti­g van moet worden’

 ?? © Brecht Van Maele ?? Lander Gyselinck en Fulco Ottervange­r zijn prutsers. Zeggen ze zelf.
© Brecht Van Maele Lander Gyselinck en Fulco Ottervange­r zijn prutsers. Zeggen ze zelf.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium