Even een homoseksueel punt maken
Wat de film ‘Girl’ zo goed maakt volgens veel mensen? Het zou méér zijn dan een film over transgenders. Dat soort reacties stuit MAX DE MOOR tegen de borst.
Je kunt er intussen gif op innemen: telkens als er een film verschijnt over holebi’s of transgenders, komt iemand je vertellen waarom het vooral géén lgbtfilm is. Dat was bij de release van Girl niet anders. ‘Het is meer dan een film over transgenders’, lazen we in verschillende media, ook in deze krant (DS 16 oktober).
Sta me een zucht toe. Want volgens een andere krant was Call me by
your name een ‘poëtische vertelling over twee mensen die verliefd worden’, waarbij de twee geliefden ‘toevallig’ twee jongemannen zijn. En wie La Vie d’Adèle een ‘relaas van een eerste liefde’ noemt, zonder het te hebben over de aard van die liefde, gaat eraan voorbij dat een significant deel van het drie uur durende drama gaat over de comingout van Adèle.
Natuurlijk, liefde is liefde en puberteit is puberteit, maar queer liefde of het ervaren van een ‘afwijkende’ genderidentiteit is op verschillende vlakken wel zeer specifiek. Net dat is voor lgbtkijkers de belangrijkste reden om die films te bekijken. Ze kunnen een spiegel vormen of, meer nog, een wereld aan mogelijkheden tonen. Zo ken ik iemand die haar geaardheid liever privé houdt, maar wel elke film en tvserie met een lesbische verhaallijn heeft gezien. Ze nodigen uit tot herkenning en zelfonderzoek.
Uitgewist in één zinnetje
Het is inderdaad de verdienste van sterke regisseurs dat ze die gevoelens overtuigend overbrengen naar een breed publiek. Maar het expliciete schouderklopje dat ze daar telkens voor krijgen, riskeert de grandioze gevoelens te wissen die ze opwekken bij hun meest betrokken kijkers.
Zelf herinner ik me de film Week
end over twee mannen die na een onenightstand op slag verliefd worden. Daar ben ik een weekend lang niet goed van geweest. Zoals regisseur Andrew Haigh toont hoe de personages op verschillende manieren met hun homoseksualiteit omgaan en hoe hun romance onmogelijk los kan komen van de maatschappij waarin ze leven: het riep bij mij gevoelens op die zich al drie jaar aan het opstapelen waren. ‘Een ontroerende romance over een liefde die door een tragische speling van het lot beperkt blijft tot een weekend’, las ik ergens. ‘Alleen jammer dat de regisseur doordramt om zijn homoseksuele punt te maken.’ Zo voelt het om uitgewist te worden in één simpel zinnetje.
Uiteraard kan een interpretatie verschillen, maar het is een mechanisme waar we ook in het dagelijkse leven mee vertrouwd zijn. ‘Ik had niet geraden dat je homo bent’, krijg ik weleens te horen op een vreemde, complimenterende toon. Op dezelfde manier krijgen vrouwelijke transgenders te horen dat persoon x of y nooit had durven te denken dat ze ‘ooit iets anders dan een vrouw was’. In één klap word je meedogenloos afgemeten aan de heteronorm. Dat je aan de goede kant van de balans uitkomt, wordt ongevraagd als goed nieuws meegedeeld. Dat is geen compliment, het is wreed.
Liefde is liefde en puberteit is puberteit, maar queer liefde is wel zeer specifiek