Waar blijven de controleurs?
Huiszoekingen uitvoeren bij firma’s volstaat niet om sociale dumping tegen te gaan. JAN SANNEN ziet meer heil in goed uitgeruste en goed bemande controlediensten.
In Antwerpen vonden vorige week opnieuw enkele huiszoekingen plaats bij transportfirma’s. Die waren een uitloper van een Europees onderzoek uit 2016 naar postbusbedrijven en gingen zoals gewoonlijk gepaard met hoerageroep vanuit de kabinetten en van ministers. Wij zijn ook blij wanneer frauderende transporteurs tegen de lamp lopen, maar in het huidige tempo is elke actie niet meer dan een druppel op een hete plaat.
In februari 2016, bijna drie jaar geleden dus, ondertekenden de voormalige staatssecretaris voor Sociale Fraude Bart Tommelein (Open VLD), minister van Mobiliteit Jacqueline Galant (MR), minister van Middenstand en kmo’s Willy Borsus (MR) en minister van Financiën Johan Van Overtveldt (NVA), samen met de werkgeversfederatie en de vakbonden een ‘plan eerlijke concurrentie in de transportsector’. Een plan waar wij als trekkende kracht terecht fier op konden zijn. Het bevatte heel wat zaken die wij als vakbond belangrijk vonden. Welke reglementen moesten worden aangepast. Waar de problemen lagen en hoe we ze het best konden oplossen. We hadden niet zozeer een nieuwe wetgeving nodig, wel een betere interpretatie of bijschaving ervan, evenals een betere handhaving.
Ritten van 24 uur
Er moeten richtlijnen komen voor de controlediensten, die meer en beter moesten samenwerken. Er moet gewerkt worden op elk politiek niveau, gewest, federaal, Benelux en Europees. Sociale dumping moet voor alle arbeidsauditoraten prioritair worden, met een uniformisering voor de aanpak en de beteugeling ervan.
Het vervoer met bestelwagens valt nu onder geen enkele vervoersreglementering. Wij vragen al langer dat vervoerders met bestelwagens ook een vergunning moeten hebben om betaald goederenvervoer te doen. Bovendien zijn ze niet onderworpen aan de verplichte rij en rusttijden. Mensonterende toestanden zijn schering en inslag. Chauffeurs worden verplicht om lange ritten uit te voeren, zonder te rusten. Ritten van 24 uur zijn geen uitzondering. Als ze al eens enkele uren kunnen rusten, is het onder een deken in de laadruimte van het voertuig. Dat is onverantwoord en hoogst onveilig.
Met de Beneluxpartners willen we in WestEuropa een voortrekkersrol spelen om de regels voor cabotage (binnenlands vervoer door buitenlandse transporteurs) aan te passen en ze op gecoördineerde wijze te con troleren, om de boetes op elkaar af te stemmen en om bilaterale onderhandelingen te voeren. De samenwerking tussen België en Nederland voor gemeenschappelijke inspecties moet een Europese samenwerking worden. Het misbruik van brievenbusfirma’s moet Europees beter geregeld worden.
Zo’n ambitieus plan, met vier ministers die zich officieel engageerden om er werk van te maken. Dat kon niet fout lopen.
Helaas pindakaas
Maar het is bij goede bedoelingen gebleven. Want het is onmogelijk om
Niets blijkt zo vergankelijk als ministeriële excellenties en goede voornemens
echte resultaten te boeken zonder goed uitgeruste en voldoende bemande controlediensten. En daar knelt de schoen. Speerpunt in het plan was de belofte om meer dan 100 bijkomende controleurs en inspecteurs aan te werven. Daar wachten we – na drie jaar – nog steeds op. De controlediensten zijn inmiddels geherstructureerd, maar ook dat is niet zonder slag of stoot verlopen. De nieuwe aanwervingen volstaan niet eens om het personeel te vervangen dat de controlediensten verlaat. Ook de nieuwe en gecoördineerde aanpak, onder andere door middel van datamining en meldpunten is positief, maar niet mogelijk zonder de extra beloofde personeelsleden.
Niets blijkt evenwel zo vergankelijk als ministeriële excellenties en goede voornemens. Van de vier ministers die het plan voor eerlijke concurrentie in de transportsector ondertekenden, blijft alleen Johan Van Overtveldt over, bij wie de bevoegdheid ‘bestrijding van sociale fraude’ eerder een titel dan een werkpunt is. De drie andere excellenties zijn elders aan de slag. De nieuwe staatssecretaris voor Fraudebestrijding, Philippe De Backer (Open VLD), breekt geen potten. In zijn kabinet zijn ook voormalige trekkers van de zaak intussen vertrokken.
We weten goed dat sociale dumping een complex probleem is dat tijd vergt. Maar je lost het niet op met beelden van vuile toiletten en postbussen in Bratislava, die even verontwaardiging losweken. Wat we nodig hebben, zijn daadkrachtige politici die het probleem durven aan te pakken en daar de broodnodige middelen en mensen voor willen inzetten. Een hoeraverhaal in de media zo nu en dan, volstaat niet.