‘1.800 inburgeraars in de kou wegens rigide aanbod’
De ‘onzichtbare’ wachtrij bij het Agentschap Inburgering bestaat veelal uit mensen die de cursus niet kunnen combineren met hun taallessen of werk.
BRUSSEL I Vlaams minister van Inburgering Liesbeth Homans (NVA) heeft klaarheid geschapen over de redenen waarom enkele duizenden nieuwkomers die de voorbije drie jaar een inburgeringscontract hebben getekend, (nog) niet aan een cursus ‘maatschappelijke oriëntatie’ (MO) zijn kunnen beginnen (zie ‘vooraf’). Inmiddels is hun aantal opgelopen tot 4.703. Een kleine 3.000 van hen geeft als reden ‘onbeschikbaarheid’ op, zo blijkt uit de tabellen die parlementslid Yasmine Kherbache (SP.A) opvroeg bij Homans. De cursus MO vormt samen met de taallessen de kern van het inburgeringstraject.
‘De minister verklaarde altijd dat het mensen zijn die om persoonlijke redenen wachten, omdat ze bijvoorbeeld ziek zijn of nog geen kinderopvang hebben gevonden. Maar het gros van hen blijkt de cursus simpelweg niet te kunnen combineren met de lessen Nederlands (1.039) of met hun job (827)’, stelt Kherbache vast. ‘Dat betekent dat het Agentschap Inburgering en Integratie zijn eigen cursussen niet op elkaar kan afstemmen, dat is toch te gek voor woorden? Deze mensen zijn van goeie wil, zij hebben nood aan een flexibeler aanbod. Het Agentschap moet dat intern beter organiseren, want het is onaanvaardbaar dat zoveel nieuwkomers moeten wachten op een inburgeringstraject omdat er geen flexibel aanbod is dat combineerbaar is met werk of een taalcursus.’
‘Somalisch dialect’
Naast de kleine 3.000 inburgeraars die ‘onbeschikbaar’ zijn voor de cursus MO, zijn er op dit moment – de cijfers dateren van september – nog 1.785 mensen voor wie er ‘geen passend aanbod is’. Kherbache: ‘De minister verklaarde dat deze groep vaak zo’n specifieke taal spreekt – denk aan een
‘Het Agentschap kan zijn eigen cursussen niet op elkaar afstemmen, dat is toch te gek voor woorden?
YASMINE KHERBACHE Vlaams Parlementslid (SP.A)
‘Wij verwachten uiteraard ook een inspanning van de inburgeraars zelf’
LIESBETH HOMANS Minister van Inburgering (NVA)
zeldzaam Somalisch dialect – dat het niet simpel is om een hele klas samen te krijgen. Maar ook deze bewering strookt niet met de feiten.’
De grootste groepen zonder passend aanbod hebben als moedertaal Arabisch, Somali, Koerdisch, Spaans, Turks of Roemeens, aldus de Antwerpse socialiste. ‘Dat zijn geen uitzonderlijk specifieke talen. Het kan toch niet zo moeilijk zijn om lesgevers of tolken te vinden die deze talen machtig zijn? Ook als je kijkt naar de contacttaal slaat minister Homans’ verhaal nergens op. De meest voorkomende contacttaal is Arabisch, nadien zelfs Nederlands!’
Het antwoord van Homans is volgens Kherbache extra zorgwekkend in het licht van de belofte die de minister voor en tijdens de zomer deed. ‘In het voorjaar beloofde ze het systeem te verfijnen tegen eind juni, maar dat is niet gebeurd. Tijdens de plenaire vergadering van 4 juli heeft de minister opnieuw plechtig beloofd dat “bij de start van het nieuwe aanbod MO in augustus de inburgeraars automatisch een passend aanbod zouden krijgen”. Vandaag blijkt dat totaal niet het geval te zijn.’
In diezelfde plenaire vergadering wees Homans ook op de gestegen dotatie (10 miljoen euro extra tussen 2015 en 2018), en zei ze dat het agentschap wat haar betreft zijn werk heeft gedaan. ‘Dat was ook nodig, dat klopt.’
Nood aan audit
Kherbache blijft erbij dat er nood is aan een onafhankelijke doorlichting van het Agentschap Inburgering en Integratie. ‘Het agentschap heeft zijn werking nog steeds niet op orde. Om van inburgering en integratie een succes te maken is een goedwerkende dienst evenwel essentieel. Minister Homans moet de problemen onder ogen durven te zien. Daarom vragen wij een grondige externe audit die objectief alle knelpunten in kaart brengt.’
Homans vindt op haar beurt dat Kherbaches conclusies ‘onmogelijk zijn af te leiden uit de cijfers’. ‘Het agentschap probeert zo veel mogelijk een (gratis) aanbod op maat van de inburgeraar aan te bieden – ’s avonds, in het weekend, rekening houdend met de scholingsgraad, de afstand, enzovoort’, verklaart de NVAminister. ‘Maar wij verwachten uiteraard ook een inspanning van de inburgeraars zelf.’