Ontgoochelende groei
Hoe gaat het met de Belgische economie? Bedrijven smeken om arbeidskrachten, er komen dit jaar nog 41.400 jobs bij en de overheidsschuld daalt met nog eens 1 procent. Goed dus, zouden we denken.
Een rist recente indicatoren geeft een minder fraai beeld. De ondernemers verliezen het vertrouwen, zo blijkt uit een bevraging van de Nationale Bank. In de industrie zijn ze pessimistischer geworden over hun orderboekje. Bijgevolg hebben ze voorraad op overschot. De bouwsector ziet de toekomst wél nog positief tegemoet.
Ook op Europees vlak raakt het vertrouwen zoek. De Purchasing Managers’ Index van IHS Markit staat op zijn laagste punt in meer dan twee jaar. We zijn op weg naar een ontgoochelend jaareinde, stelt Bloomberg.
Nog een kanarie in de koolmijn is de interimarbeid, stipte de zakenkrant De Tijd gisteren aan. In september lag de vraag naar tijdelijke krachten 3,1 procent lager dan tijdens de piek in december. Volgens sectorfederatie Federgon krimpt de uitzendarbeid ook in de ons omringende landen.
De neerwaartse economische trend is niet nieuw, benadrukt zowel ING als de Nationale Bank. Sinds het begin van het jaar gaan de indicatoren zachtjesaan achteruit, en werden de groeivooruitzichten neerwaarts bijgesteld. ‘Eerst dachten we dat het maar een tijdelijke schok was, en dat het in het tweede kwartaal beter zou gaan. Vervolgens dachten we dat de tweede jaarhelft wel beter zou zijn’, zegt Philippe Ledent, econoom bij ING. ‘Het is ontgoochelend dat de Europese acceleratie die we in de tweede helft van 2017 zagen zich niet doorzet.’
Marcia Dewachter, bestuurder bij de Nationale Bank, ziet drie redenen voor de slabakkende conjunctuurindicatoren: de Amerikaanse handelsoorlog, de nakende Brexit en de sputterende Duitse locomotief.
Tegelijk ziet Ledent toch lichtpunten: er zijn nog steeds arbeidskrachten beschikbaar, bedrijven investeren meer en lenen is voor bedrijven zelfs nog voordeliger geworden. Precies daarom verwacht hij niet dat we snel naar een recessie afglijden.
Voorlopig ziet geen enkele waarnemer het zo pessimistisch in. De Nationale Bank verwacht dit en volgend jaar een groei van 1,5 procent.
Maar ook een dalende groei is geen goed nieuws. De Europese werkloosheid blijft, ondanks de daling, nog steeds relatief hoog. De overheidsfinanciën zijn nog lang niet overal in orde – om Italië niet te noemen. En de ECB ziet pas in het najaar van 2019 de kans om de rente te verhogen, waardoor ze weer wat beleidsruimte creëert.
Als de ECB nu opnieuw de groei moet aanwakkeren, dan is het arsenaal beperkt. Maar niet uitgeput, merkt Ledent op. ‘25 procent van de publieke schuld staat op de balans van ECB. Ze zou kunnen zeggen dat die nooit meer terugbetaald moet worden. Dat geeft overheden de ruimte om hun schuld te verhogen, wat miljarden vrijmaakt om een herstelplan uit te voeren.’
Maar schulden overnemen is zeker geen evidente piste, en al zeker niet voor de Duitsers. Zelfs niet als de Duitse locomotief al sputterend tot stilstand komt.
In ‘De Grote Markt’ duikt de economieredactie dagelijks in een opmerkelijke beweging in de economische wereld.
Nationale Bank ziet drie oorzaken voor aarzeling: Amerika, Duitsland en de Brexit